Toets 1.0 Flashcards

(36 cards)

1
Q

Wanneer komt een patiënt in aanmerking voor een endometriumablatie met NovaSure of ballontherapie?

A

patient heeft menorragie en reageert onvoldoende op medicijnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wanneer wordt gekozen voor een conisatie i.p.v. een LETZ?

A

bij recidiverende maligne afwijking na eerdere behandeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

de juiste volgorde van operatieverloop bij een Novasure

A
  1. dilateren cervix
  2. opmeten van de cervix
  3. opmeten van cavum uteri
  4. opmeten breedte van cavum uteri
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoe is de term: “patient line cooldown” te omschrijven?

A

het afkoelen van infuusvloeistof na de warmtewisselaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat zijn contra-indicaties voor een endometriumablatie met Novasure of ballontherapie?

A

patient heeft een maligniteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is een mogelijke oorzaak van een groot deficit?

A

hoge druk, bloeding en perforatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat zijn post operatieve gevolgen van hypothermie bij patienten?

A
  • rillen
  • stollingsstoornis
  • verkorte werking medicijnen
  • cardiovasculaire instabiliteit
  • verhoogde kans op infecties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is een actieve vorm ter voorkoming van hypothermie?

A

convectieve verwarming (luchtverwarming)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

waarom vormt het HELLP syndroom een spoedindicatie voor een Sectio Caesarea?

A

er is sprake van een verhoogde afbraak van rode bloedcellen, een verstoorde leverfunctie en een tekort aan bloedplaatjes. dit ontregelt de bloedstolling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

welke postoperatieve zorg is na een salpingectomie voor een tubaire EUG overbodig?

A

HCG controle

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

welke bewering is waar m.b.t een diagnostische curettage?

A
  • deze wordt gedaan bij verdenking op (pre-) maligniteit
  • deze wordt gedaan met scherpe curettes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

welke introductietechnieken bij laparoscopische ingrepen verminderen de kans op darm/vaatlaesies bij risicopatienten?

A
  • veress naald t.h.v. Palmers point
  • Open introductie techniek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

waar bevinden de myomen zich bij een laparoschopische myoomenucleatie?

A

subsereus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

bij welke ingrepen kan een pfannenstiel incisie worden gebruikt?

A
  • voorwandplastiek
  • sectio
  • supra vaginale uterus extirpatie
  • totale uterus extirpatie
  • abdominale uterus extirpatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is een contra-indicatie voor een vaginale uterus extirpatie?

A

morbide obesitas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

welke operatie indicaties behoren bij een therapeutische hysteroscopie?

A

verwijdering IUD en verwijderen adhesies

17
Q

door het afsluiten van welke structuur kun je de uterus bloedleeg maken?

A

arteria uterina

18
Q

welke type myoom kan hysteroscopisch verwijderd worden?

A

submuceus type 0

19
Q

met welk hulpmiddel/instrument wordt voorafgaand bij een cervixcerclage de vruhtzak omhoog geduwd?

A

dikke verblijfskatheter

20
Q

abortus incompletus

A

een spontane miskraam waarbij zwangerschapweefsel achterblijf

21
Q

curretage post partum

A

het verwijderen van een placentarest d.m.v een curettage

22
Q

niet-vitale graviditeit

A

een niet-intacte zwangerschap waarbij het zwangerschapsproduct nog volledig in de uterus aanwezig is

23
Q

AAP (abortus Arte Provocatus)

A

het wegnemen van het zwangerschapsproduct bij een ongewenste zwangerschap of ernstige aandoening van de foetus

24
Q

Na hoeveel weken zwangerschapsduur wordt de cerclageband die geplaatst wordt bij cevix insufficientie verwijderd?

25
welke gynaecologische maligniteit komt jaarlijks het meest in nl voor?
endometriumcarcinoom
26
welke twee arterien voorzien de uterus van zuurstofrijk bloed?
a. uterina en a. ovarica
27
waar bevinden zich de klieren van Bartholin?
in het vestibulum, bij de opening van de vagina
28
wat is het lig. infundibulo-pelvicum?
lig cardinale
29
Stelling: de bevruchting vindt meestal plaats in de uterus
deze stelling klopt niet, de bevruchting vindt meestal plaats in de tuba uterina
30
wat betekent anteflexie van de uterus?
fundus is sterker naar ventraal gebogen ten opzichte van het corpus
31
wat is de ligging van het ovarium ten opzichte van het peritoneum?
Intraperitonaal
32
welk ligament verbindt de ovaria met de uterus?
lig. ovarii propium
33
van welke arterie is de a. uterina een aftakking?
a. iliaca interna
34
welk ligament fixeert de cervix uteri aan de laterale bekkenwand?
lig. cardinale
35
er komt een spoed sectio en de dokter zegt "de placenta zit anterior" waar moet je dan aan denken?
na het openen van de uterus moet snel gehandeld worden
36
a. uterina kruist de ureter craniaal
Dit betekent dat de arteria uterina (de bloedtoevoer naar de baarmoeder) boven de ureter (de urineleider) kruist.