Toets Flashcards

(60 cards)

1
Q

Wat is een vluchteling?

A

Een persoon die vanwege oorlog, godsdienst, etnische groep, nationaliteit, seksuele geaardheid of mening vlucht uit zijn land.

Vluchtelingen zoeken vaak bescherming in andere landen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een vrijemarkteconomie?

A

Een economisch systeem waarin bedrijven eigendom zijn van personen die zelf bepalen wat ze maken of welke diensten ze aanbieden.

Dit systeem bevordert concurrentie en innovatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is zware industrie?

A

Bedrijven die veel (ruwe) grondstoffen gebruiken, zoals steenkool, ijzererts of ruwe olie.

Zware industrie heeft vaak een grote impact op het milieu.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een afzetmarkt?

A

Het aantal klanten dat producten wil kopen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is agglomeratievoordeel?

A

Het voordeel dat bedrijven hebben doordat ze vlak bij elkaar zitten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wie is een arbeidsmigrant?

A

Iemand die ergens anders gaat werken vanwege gebrek aan werk en geld in zijn eigen gebied.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een asielzoeker?

A

Iemand die op de vlucht is en bescherming (asiel) vraagt in een ander land.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat betekent bevolkingskrimp?

A

Krimp van de bevolking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de binnenstad?

A

Het centrum van een stad.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het bruto nationaal product (bnp)?

A

Het geld dat alle inwoners in een land per jaar samen verdienen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een central business district (cbd)?

A

Het kantoren-, winkel- en uitgaansgebied van een stad.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat houdt cityvorming in?

A

Verdringing van de woonfunctie in een gebied door kantoren en winkels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is commerciële dienstverlening?

A

Dienstverlening met als doel geld te verdienen, zoals handel, banken, transport, winkels en horeca.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is communisme?

A

Politieke vorm waarbij de staat alle bedrijven bezit en bepaalt welke producten worden gemaakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is cultuur?

A

Alles wat je hebt aangeleerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een dictatuur?

A

Staatsvorm waarin één persoon de absolute macht heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is de dienstensector?

A

Alle bedrijven die zich bezighouden met het leveren van diensten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is een dimensie?

A

De invalshoek van waaruit je naar een gebied of een onderwerp kijkt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is een economisch machtsblok?

A

Gebied dat economisch sterk is doordat er veel goederen worden geproduceerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is een economisch systeem?

A

De manier waarop in een staat de productie van goederen is geregeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is een economische migrant?

A

Iemand die verhuist om betere economische kansen te vinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is een economische vluchteling?

A

Een persoon die in een veilig land woont en vertrekt naar een ander land voor een beter bestaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat is de Europese Unie (EU)?

A

Politiek en economisch samenwerkingsverband van 28 landen in Europa.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat houdt export in?

A

Het uitvoeren van goederen en diensten naar een ander land.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Wat is Fort Europa?
Bijnaam voor de EU, die probeert grenzen te bewaken en wetten af te sluiten.
26
Wat is gentrificatie?
Veranderingen in een arme woonwijk door de komst van meer welvarende inwoners.
27
Wat is hightechindustrie?
Industrie die gebaseerd is op hoogstaande kennis.
28
Wat is infrastructuur?
Alle voorzieningen die nodig zijn om personen, goederen en informatie te vervoeren.
29
Wat is de interne markt?
Personen, goederen, diensten en geld mogen in de EU zonder controle de grens over.
30
Wat is een kennismigrant?
Arbeidsmigrant die vanwege zijn kennis verhuist.
31
Wat is lichte industrie?
Bedrijven die veel halffabricaten gebruiken.
32
Wat is migratie?
Verhuizen van de ene woonplaats naar een andere.
33
Wat is mijnbouw?
Winning van delfstoffen.
34
Wat betekent multicultureel?
Mensen uit verschillende culturen die met elkaar leven.
35
Wat is een multinationale onderneming?
Bedrijf met vestigingen in verschillende landen.
36
Wat is natuurlijke bevolkingsgroei?
Bevolkingsgroei of bevolkingsafname door geboorten min het aantal sterftes.
37
Wat is ontgroening?
Afname van het aandeel jongeren in de bevolking.
38
Wat is een ontheemde?
Vluchteling die in het eigen land verblijft.
39
40
Wat is een oude woonwijk Stadswilk?
Een wijk met een hoge woningdichtheid, gebouwd voor arbeiders tijdens de industrialisatie (in Duitsland tussen 1870 en 1920).
41
Wat is een planeconomie?
Economisch systeem waarin de productie door de staat wordt gemaakt; communistisch productiesysteem.
42
Wat is de primaire sector?
Werk waarbij producten regelrecht uit de natuur worden gehaald.
43
Wat is de quartaire sector?
Dienstverlenende instanties en bedrijven die geen winst maken.
44
Wat is re-urbanisatie?
Bevolkingsgroei in een stad na een periode van suburbanisatie.
45
Wat is schaalniveau?
De schaal waarop je naar de wereld kijkt: lokaal, regionaal, nationaal, continentaal of mondiaal.
46
Wat is een Schengenland?
Land in Europa dat zijn grens met een ander Europees land heeft opgeheven.
47
Wat is de secundaire sector?
Werk waarbij producten uit de primaire sector worden bewerkt.
48
Wat is seizoenmigratie?
Migratie voor een korte periode naar een ander gebied om seizoengebonden werk te doen, zoals druiven plukken in het najaar.
49
Wat is selectieve migratie?
Migratie op basis van bijvoorbeeld leeftijd, inkomen en/of geslacht.
50
Wat is een staat?
Een gebied met duidelijke grenzen en een bestuur dat eigen baas is (soeverein).
51
Wat is een stadscentrum?
Zie central business district (cbd).
52
Wat is stedelijke vernieuwing?
Het vernieuwen van woonwijken in de stad zodat de leefbaarheid sterk verbetert.
53
Wat is suburbanisatie?
De verstedelijking van het platteland door migratie vanuit de stad.
54
Wat is de tertiaire sector?
Zie dienstensector.
55
Wat is vergrijzing?
Toename van het aandeel ouderen (65+) in de totale bevolking.
56
Wat is een vertrekoverschot?
Wanneer er meer mensen vertrekken uit een gebied dan dat er zich vestigen.
57
Wat is een vestigingsoverschot?
Wanneer er meer mensen zich vestigen in een gebied dan dat er mensen vertrekken.
58
Wat is een vluchteling?
Iemand die vanwege oorlog, godsdienst, etnische groep, nationaliteit, seksuele geaardheid of meningsuiting vlucht uit zijn land.
59
Wat is een vrijemarkteconomie?
Economisch systeem waarin bedrijven eigendom zijn van personen en de ondernemers zelf bepalen wat ze maken of welke diensten ze aanbieden; kapitalistisch productiesysteem.
60
Wat is zware industrie?
Bedrijven die veel (ruwe) grondstoffen gebruiken, zoals steenkool, ijzererts of ruwe olie.