toets D, E Flashcards by lisette Soolsma

Q

coverstory

A

omslagverhaal ( buitenkant van een boek)

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

crashen

A

neerstorten

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

creatief zijn

A

nieuwe mooie dingen bedenken

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

creperen

A

op een ellendige manier dood gaan

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

cruise

A

op een lux zeeschip

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

cultuur

A

manier waar ze zich op voeden

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

cycloon

A

wervelwind ( kleine tornado)

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

dagvaarding

A

oproep bij de rechter

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

dashboard

A

instrumentenbord bij een auto

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

deadline

A

inleverings datum

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

deal

A

afspraak

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

dealer

A

bedrijf dat een bepaalde automerk verkoop

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

debatteren

A

betoog, tekst met jou mening

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

decennium/decenia

A

tijdvak van 10 jaar

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

defensief

A

verdedigend

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

definitie

A

begripsomschrijving

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

definitief

A

voorgood

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

degraderen

A

overgaan naar een lagere klasse

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

promoveren

Study These Flashcards

A

overgaan naar een hogere klasse

Q

delgradatie

Study These Flashcards

A

een paar mansen die een groep vertegenwoordigen

Q

delfstof

Study These Flashcards

A

bruik baare stuf die uit de grond word gehaald

Q

dement

Study These Flashcards

A

door ouderdon afgetakeld zijn

Q

demonteren

Study These Flashcards

A

uit elkaar halen

Q

donateur

Study These Flashcards

A

iemand die geldelijke steun geeft

donor

iemand die bloed of organen afslaat

drainage

afvoer van water

dramatisch

aan grijpend - akelig

dratisch

krachtig

dreadlocks

kleine pluizige vlechtjes

dressing

sla sous

drop-outs

uitvaller

dubieus

twijvelachtig

duiden

aan wijzen

dumpen

storten

duperen

benadelen

duplicaat

tweede exemplaar

dwepen

overdreven

dynamisch

waar van alles gebeurd

ecoproductie

belasting op producten die schadelijk zijn voor het milieu

economyclass

goedkoopste klasse

economischer

voordeliger

editie

uitgave

effectief

goed werkend

efficient

doelmatig

egaliseren

gelijkmaken