Toetsweek 2 Natuurkunde Flashcards
(10 cards)
1
Q
Vgem = Δx : Δt
A
Vgem: gemiddelde snelheid
Δx: verschil x
Δt: verschil t
2
Q
Vgem = Vb + Ve : 2
A
Vgem: gemiddelde snelheid
Vb: beginsnelheid
Ve: eindsnelheid
3
Q
agem = Δv : Δt
A
agem: gemiddelde versnelling (m/s2)
Δv: verschil in snelheid
Δt: verschil in tijd
4
Q
aprc = Δv : Δt
(Raaklijn)
A
aprc: precieze versnelling
Δv: verschil in versnelling
Δt: verschil in tijd
5
Q
vprc = Δx : Δt
(Raaklijn)
A
vprc: precieze snelheid
Δx: verschil x
Δt: verschil y
6
Q
F = m • a
A
F: kracht
m: massa
a: versnelling
(a = g)
7
Q
Fz = m • g
A
Fz: zwaartekracht
m: massa
g: 9,81
(g = a)
8
Q
s = v • t
A
s: afstand
v: constante snelheid
t: tijd
9
Q
Fv = C • u
A
Fv: veerkracht
C: veerconstante
u: uitrekking
10
Q
F1 • r1 = F2 • r2
A
F: kracht
r: lengte arm
(Hefboomwet)