toetsweek 2 scheikunde H1 Flashcards
(9 cards)
1
Q
filtreren
A
verschil in deeltjesgrootte, suspentie
2
Q
bezinken
A
verschil in dichtheid, suspentie
3
Q
centrifugeren
A
verschil in dichtheid, suspentie
4
Q
indampen
A
verschil in kookpunt, oplossing
5
Q
destillatie
A
verschil in kookpunt, oplossing
6
Q
extraheren
A
verschil in oplosbaarheid, 2 vaste stoffen
7
Q
adsorptie
A
verschil in adsorptie vermogen, kleur-, geur-, en smaakstoffen in een oplossing
8
Q
chromatografie
A
verschil in aanhechtingsvermogen en oplosbaarheid, uitvinden uit hoeveel stoffen een mengsel bestaat
9
Q
reactiesnelheid hangt af van:
A
soort stof, verdelingsgraad, concentratie, temperatuur, katalysator