Toetsweek Eco Flashcards

(22 cards)

1
Q

Wat is behoefte?

A

Behoefte is wat je nodig hebt of graag wilt hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de twee soorten behoeften?

A

Basisbehoeften en overige behoeften.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn goederen?

A

Goederen zijn tastbare producten, voorwerpen die je kunt aanraken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn diensten?

A

Diensten zijn niet-tastbare producten. Iemand voorziet in jouw behoefte door iets voor jou te doen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat betekent consumeren?

A

Consumeren betekent goederen of diensten kopen om in je behoeften te voorzien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is zelfvoorziening?

A

Zelfvoorziening is zelf iets maken waarmee je in je eigen behoeften kunt voorzien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een budget?

A

Het budget is het geld waarover je kunt beschikken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is sociale beïnvloeding?

A

Sociale beïnvloeding is de invloed van andere mensen op wat je koopt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is commerciële beïnvloeding?

A

Commerciële beïnvloeding is de invloed van winkeliers en fabrikanten op wat je koopt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is commerciële reclame?

A

Commerciële reclame is reclame die erop gericht is meer producten te verkopen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is ideële reclame?

A

Ideële reclame is reclame die als doel heeft dat mensen hun gedrag veranderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een reclamemedium?

A

Een reclamemedium is een middel waarmee een reclameboodschap wordt overgebracht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn consumentenorganisaties?

A

Consumentenorganisaties zijn organisaties die de consument steunen, bijvoorbeeld de Consumentenbond.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is vergelijkend warenonderzoek?

A

Vergelijkend warenonderzoek is een test waarin producten van verschillende merken met elkaar worden vergeleken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een deugdelijk product?

A

Een deugdelijk product is een product dat bij normaal gebruik een redelijke tijd meegaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is garantie?

A

Garantie is de zekerheid dat een winkelier een product in orde maakt als daarmee binnen een bepaalde tijd iets mis is.

17
Q

Wat zijn de soorten inkomens?

A

Je kunt een inkomen hebben in de vorm van loon (salaris), winst of een uitkering.

18
Q

Wat zijn vaste lasten?

A

Vaste lasten zijn uitgaven waaraan je vastzit en die je met een vaste regelmaat moet betalen.

19
Q

Wat zijn huishoudelijke uitgaven?

A

Huishoudelijke uitgaven zijn dagelijkse uitgaven, waarvan je telkens bepaalt hoeveel je eraan uitgeeft.

20
Q

Wat zijn incidentele uitgaven?

A

Incidentele uitgaven zijn meestal grote uitgaven die je af en toe doet.

21
Q

Wat is een begroting?

A

Een begroting is een overzicht van je verwachte inkomsten en verwachte uitgaven voor de komende periode.

22
Q

Wat betekent reserveren?

A

Reserveren betekent een bedrag opzijleggen waarvan je later bepaalde grote uitgaven kunt betalen.