Trainingsprincipes Flashcards
(7 cards)
1
Q
Supercompensatie
A
- Vermoeidheid
- Herstel
- Supercompensatie — herstel duurt langer dan oorspronkelijke toestand om gewapend te zijn voor volgende prikkel
— tijdstip om nieuwe trainingsbroeken te leveren - Daling tot beginsituatie
— te lange fase van herstel of te morste fase van herstel is niet goed
2
Q
Progressieve overbelasting
A
- belasting hoger maken dan gewend = trainingsprikkel
- verbeterd presteren bij acute overbelasting / kortdurige overbelasting
3
Q
Verminderde meeropbrengst
A
- Hoe getrainder je bent desto minder snel zie je verbetering in progressie
- hoe getrainder je bent desto hoger niet omvang en intensiteit van je training zijn
4
Q
Reversibiliteit / duurzaamheid
A
- bij langere periode van rust breekt het lichaam spieren af
- uithoudingsvermogen gaat snelste terug, dan kracht, dan snelheid
5
Q
Specificiteit
A
Hoe getrainder je bent desto specifieker moet je gaan trainen
6
Q
Individualiteit
A
Training moet individueel ingesteld zijn
7
Q
Periodisering
A
- periode van minstens 1 jaar
- eerst volume verhogen dan intensiteit