Trauma Flashcards

1
Q

Wat is trauma?

A

Een psychisch trauma ontstaat na een ingrijpende gebeurtenis waarin de persoon een ervaring beleefd dat niet gedragen kan worden.
Er is type-1 trauma en type-2 trauma.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is type-1 trauma?

A

Een enkele ingrijpende gebeurtenis (zoals een auto-ongeluk).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is type-2 trauma?

A

Een verzameling van of aanhoudende herhalingen van traumatische gebeurtenissen (zoals herhaling van ernstig seksueel misbruik, emotionele verwaarlozing van kind door ouders, oorlogen, dagen lang gegijzeld zijn).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Stressreacties van het lichaam.
Welke zijn er?

A

Fight - vechten
Flight - vluchten
Freeze - bevriezen
Fright - gehoorzamen
Faint - verlammen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Reacties op trauma
- baby, peuter en kleutertijd
Welke zijn er?

A

Slaapproblemen, huilen, aanhankelijk, zindelijkheidsproblemen, eetproblemen, regressie, posttraumatisch spel, angst/schrikachtig, boosheid/driftbuien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Reacties op trauma
- basisschoolleeftijd
Welke zijn er?

A

Teruggetrokken gedrag, druk/grensoverschrijdend gedrag, angsten, lichamelijke klachten, concentratieproblemen, posttraumatisch spel, herbelevingen, schuldgevoelens.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Reacties op trauma
- adolescentie
Welke zijn er?

A

Depressieve gevoelens, terugtrekken, agressie/conflicten, thrillseeking, schaamte, lichamelijke problemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Trauma
Hoe handelt een pedagoog professioneel in het geval van trauma?

A

Soorten traumabehanding:
~ Verschillende vormen: individueel, met gezin, groep.
~ Psycho-educatie
- Ouders meenemen in behandeling
~ EMDR (eye movement desinsitation reprocessing = geheugen therapie)
~ Exposure therapie (=blootstelling aan de gebeurtenis)
~ Cognitieve gedragstherapie;
Psychodynamisch therapie (=praten over)
Compassiegerichte therapie (=lief zijn tegen het zelf)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn risicofactoren bij trauma?

A

Het in herhaling vallen/ hetzelfde meemaken terwijl de persoon gevoelig is voor het trauma.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn beschermende factoren bij trauma?

A

~ Heel vaak de gebeurtenis meemaken terwijl je het wél kunt dragen —> het wordt steeds minder ingrijpend.
(Dit bij type-1 trauma zoals na een auto ongeluk toch steeds weer een auto in stappen).

~ Therapie/traumabehandeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is posttraumatische stressstoornis (PTSS)?

A

Wanneer klachten en symptomen van een trauma aanhouden en het dagelijks functioneren ernstig beïnvloed.
• Emotionele symptomen:
- herbelevingen trauma
- angst
- stemmingswisselingen
• Lichamelijke symptomen:
- ontregelde zenuwsystemen
(bv. ademhaling/bloeddruk)
- slaapgebrek/slaapverstoring
- hoofdpijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly