trim 1 Flashcards

(38 cards)

1
Q

wat is de grootte orde van chemie

A

1 nanometer 10-9

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat voor model had dalton

A

een massieve bol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat voor model had thomson ( met kenmerken)

A

krentenbol model waar elektronen in zitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat voor model had rutterford (met kenmerken)

A

ijle bol met een kern waarin protonen en neutronen zaten. rond de ijle bol zat een elektronen mantel waar elektronen in zaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

aan wat zijn de protonen gelijk

A

aan de elektronen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hoe bereken je de neutronen

A

atoommasse min atoomnummer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat voor model had bhor

A

schillen model, de elektronen zweefden niet zomaar rond maar zaten geordend op schillen/energie niveus’s
k-schil, l-schil, m-schil, …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is de formule voor het berekenen van aantal elektronen op een schil

A

2n²

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hoeveel elektronen mogen er max op de buitenste schil

A

8

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

groepsnamen van PSE
(op volgorde)

A

alkalimetalen, aardalkalimetalen, aardmetalen, koolstofmetalen, stikstofmetalen, zuurstofmetalen, halogenen, edelgassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is de naam van twee elektronen naast elkaar op de schillen

A

elektronen paar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hoe noemen elektronen op de buitenste schil

A

valentie-elektronen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat kan je zien in de perioden

A

op de perioden kan je zien hoeveel schillen een atoom heeft
dit wordt voorgesteld met een arabisch cijfer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat kan je zien in de groepen

A

in de groepen kan je het aantal valentie elektronen zien
dit wordt voorgesteld door een romeins cijfer
de atomen in dezelfde groep hebben vergelijkbare eigenschappen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat zijn edelgassen
welke structuur is dit

A

deze hebben 8 valentie elektronen en zijn hierdoor chemisch inert
dit is de octastructuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is een molecule

A

2 of meerdere verbonden atomen

17
Q

wat is een enkelvoudige stof

A

bestaat uit 1 atoomsoort (H², …)

18
Q

wat is een samengestelde stof

A

bestaat uit twee of meer atoomsoorten (H²O, CO²,…)

19
Q

systematische naam 1

20
Q

systematische naam 2

21
Q

systematische naam 3

22
Q

systematische naam 4

23
Q

systematische naam 5

24
Q

systematische naam 6

25
systematische naam 7
hepta
26
systematische naam 8
octa
27
systematische naam 9
nona
28
systematische naar 10
deca
29
metalen nemen op/geven af
geven af
30
niet metalen nemen op/ geven af
nemen op
31
tussen welke soort atomen en wat gebeurt er bij een ionbinding
tussen metalen en niet metalen afgeven en opnemen
32
tussen welke soorten atomen en wat gebeurt er bij een atoombinding
tussen niet metalen en niet metalen delen
33
tussen welke soorten atomen en wat gebeurt er bij een metaalbinding
tussen metalen en metalen weggooien
34
wat zijn ionen
geladen deeltjes
35
wat is de brutoformule van keukenzout
NaCl
36
wat is een metaalrooster
een metaalbinding tussen 1 soort atoom
37
wat worden metalen die hebben afgegeven
+ (positief ion)
38
wat worden niet metalen die hebben opgenomen
- 'negatief ion)