tt vragen Flashcards

(18 cards)

1
Q

Wat gebeurt er bij Schade aan de primaire auditieve nucleus

A

Het leidt niet tot doofheid, wel tot problemen met identificatie en lokalisatie geluid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

epigenetische gebeurtenis

A

Omgevingsinvloeden kunnen de effecten van de genen veranderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is Contention scheduling?

A

Het mechanisme dat 1 bepaalde schema selecteert uit een hele groep schema’s om uitgevoerd te worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Perserveratie en het SAS model

A

kan door middel van het SAS model worden verklaard, door aan te nemen dat geactiveerde schema’s niet worden gedeactiveerd nadat deze niet meer relevant zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Utulisatiegedrag en het SAS model

A

kan worden verklaard door aan te nemen dat schema’s worden geactiveerd zonder regulering van het SAS.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar is vloeiende intelligentie te meten?

A

Laterale prefrontale cortex

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Interoceptie

A

Monitoren interne toestand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat meet de ERP?

A

Timing van cognitie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Als neuronen op 60 graden links van je gefocust zijn, zouden ze dan ook reageren op bijvoorbeeld 70 of 80 graden links van je?

A

JA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Toondoof

A

Toonhoogte tussen 2 tonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Attentional blink

A

Als er 1 target snel achter elkaar gepresenteerd wordt nemen proefpersonen meestal maar 1 target waar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Proliferatiezones

A

Zitten neuroblasten in (stamcellen neuronen). Produceert neuronen en gliacellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Binnenoor

A

Slakkenhuis, evenwicht + semicirculaire kanalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Long-term potential (LTP):

A

de verandering van reactiviteit van het postynaptische neuron

o Snelle modificatie van bestaande synaptische proteïnen, gevolgd door de synthese van nieuwe proteïnen, wat leidt tot veranderde synaps = een universele eigenschap van het zenuwstelsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
  • Allelen
A

veranderingen of mutaties in de volgorde van het gen over vele generaties (tenzij door natuurlijke selectie).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Syndroom van Down

A

Extra chromosoom van 21

17
Q

Syndroom van Turner

A

Ontbrekend X chromosoom

18
Q

Syndroom van Williams

A

Verwijderd chromosoom 7