typo examen Flashcards
typografie (13 cards)
Titel (Heading, kop)
De titel van het artikel, vaak groter corps dan de tekst errond
Chapeau (onderkop, bovenkop)
Een verduidelijking van de hoofdkop, chapeau boven heading
Intro (inleiding, leader)
Een pakkende opening die de aandacht trekt of een samenvatting biedt.
Bodytekst (broodtekst, platte tekst)
Het eigenlijke artikel, verdeeld in alinea’s. Leesbaarheid wordt verbeterd met tussenkoppen en initialen.
Tussenkoppen
Breken lange tekstblokken en verbeteren leesbaarheid. Kunnen subtiel of opvallend worden vormgegeven.
Bijschrift (caption)
Tekst bij een afbeelding, niet ter herhaling, maar als aanvulling. Onderscheidend opgemaakt.
Streamer
Uitgelicht citaat, vaak groter en tussen de tekst geplaatst. Vooral nuttig bij interviews.
Inzet
Omkaderde aanvullende info, zoals opsommingen of uitleg.
Initiaal (beginkapitaal, drop cap)
Een grote beginletter van een alinea.
Auteursnaam
Vermeld als losse alinea bij de titel of onderaan het artikel.
Artikelsprongen
Verwijzingen bij artikelen die over meerdere pagina’s verspreid zijn.
Pagina-aanduiding
Linkerpagina’s zijn even, rechterpagina’s oneven. Een inhoudsopgave helpt bij navigatie.
Afsluiter
Symbool (stip, ster, blokje) dat het einde van een artikel markeert. Paginaverwijzing bij vervolg.