Unit 4_Inventions_ExamJUN Flashcards
(16 cards)
1
Q
to achieve
A
bereiken
2
Q
an achievement
A
een prestatie
3
Q
to assemble
A
monteren
4
Q
an assembly
A
een montage
4
Q
to create
A
ontwerpen / creëren / maken
5
Q
a creation
A
een ontwerp / creatie
5
Q
to design
A
ontwerpen
6
Q
a design
A
een ontwerp
7
Q
to develop
A
ontwikkelen
8
Q
a development
A
een ontwikkeling / vorming
9
Q
to devise
A
bedenken / uitdenken
10
Q
a device
A
een toestel / apparaat
11
Q
to improve
A
verbeteren
12
Q
an improvement
A
een verbetering
13
Q
to invent
A
uitvinden
14
Q
an invention
A
een uitvinding