Unit 6 Strike Flashcards
(45 cards)
1
Q
een bot
A
a bot
2
Q
een klacht
A
a complaint
3
Q
een conciërge
A
a concierge
4
Q
een deccennium
A
a decade
5
Q
inlevingsvermogen
A
empathy
6
Q
een werknemer
A
an employee
7
Q
een (aan)vraag
A
an enquiry
8
Q
onbekwaamheid
A
incompetence
9
Q
een prijsklasse
A
a price range
10
Q
een vraag, verzoek
A
a query
11
Q
een aanbeveling
A
a recommendation
12
Q
een enquête
A
a survey
13
Q
werkloosheid
A
unemployment
14
Q
(zich) verontschuldigen
A
to apologise
15
Q
falen, stukgaan
A
to break down
16
Q
beweren
A
to claim
17
Q
leveren
A
to deliver
18
Q
gebruiken
A
to deploy
19
Q
tewerkstellen
A
to employ
20
Q
ontslaan
A
to fire
21
Q
onderbreken
A
to interrupt
22
Q
uitbesteden
A
to outsource
23
Q
aankopen
A
to purchase
24
Q
variëren van … tot
A
to range from … to
25
de oorzakk zijn van, weergeven
to render
26
op maat maken
to taior to
27
iemand doorverbinden
to connect someone
28
iets erg vinden
to mind + ing
29
iemand doorverbinden
to put someone through
30
een creditnota
a credit note
31
een garantie
a guarantee
32
een vervanging
a replacement
33
een retourbeleid
a return policy
34
klacht indienen
to complain
35
annuleren
to cancel
36
iemand overtuigen
to persuade someone
37
terugbetalen
to reimburse
38
een ergenis
an annoyance
39
een levering
a delivery
40
een onderdeel
a part
41
tevredenheid
satisfaction
42
kantoorbenodigdheden
stationery
43
ondermaats
substandard
44
grondig
thoroughly
45
teleurstellend
unsatisfactory
