Unit 7 Flashcards
(120 cards)
1
Q
novel
A
roman
2
Q
dystopian
A
dystopisch; denkbeeldige samenleving die onprettig is
3
Q
fantasy
A
fantasie
4
Q
gothic
A
gothic
5
Q
science fiction
A
sci-fi
6
Q
utopian
A
utopisch; denkbeeldige samenleving die perfect is
7
Q
censorship
A
censuur
8
Q
totalitarian regime
A
totalitair regime
9
Q
conforming
A
conformeren; zich aanpassen aan de normen/regels/verwachtingen van een samenleving
10
Q
propaganda
A
propaganda; verspreiding van info met politiek doel
11
Q
common
A
gewoon
12
Q
publicness
A
of iets toegankelijk is, het openstellen van zaken voor de samenleving (info, activiteiten, ruimtes)
13
Q
freedom of speech
A
vrije meningsuiting
14
Q
democracy
A
democratie
15
Q
dissident/divergent
A
andersdenkend (dan de autoriteiten bv)
16
Q
truth
A
waarheid
17
Q
individual
A
individueel
18
Q
privacy
A
privacy
19
Q
space
A
ruimte
20
Q
cosmos
A
kosmos
21
Q
galaxy
A
sterrenstelsel
22
Q
meteor
A
meteoor
23
Q
milky way
A
melkweg
24
Q
moon
A
maan
25
outer space
ruimte
26
planet
planeet
27
solar system
zonnestelsel
28
stars
sterren
29
universe
universum
30
cosmic
kosmisch
31
extraterrestrial
buitenaards
32
(inter) galactic
(inter) galactisch
33
(inter)planetary
(inter)planetair
34
(inter)stellar
(inter)stellair
35
lunar
van de maan
36
vessel
schip
37
space ship
ruimteschip
38
space station
ruimtestation
39
squadron
een groep schepen
40
starship
sterrenschip
41
technology
technologie
42
force field
krachtveld
43
laser
laser
44
orbit
omloop(baan) van een satelliet of schip
45
voyage
reis
46
warp speed
lichtsnelheid
47
species
soort
48
alien
alien
49
artificial intelligence
artificiële intelligentie
50
human
mens(elijk)
51
pessimism
pessimisme
52
anxiety
angst
53
fear
angst
54
terror
doodsangst
55
horror
afschuw
56
anger
woede
57
fury
razernij
58
hysteria
hysterie
59
weariness
vermoeidheid
60
misery
ellende
61
frustration
frustratie
62
humiliation
vernedering
63
despair
wanhoop
64
shame
schaamte
65
contempt
minachting / afkeer
66
hatred
haat
67
optimism
optimisme
68
happiness
geluk
69
pleasure
plezier
70
courage
moed
71
delight
genot
72
euphoria
euforie
73
curiosity
nieuwsgierigheid
74
fascination
fascinatie
75
enthusiasm
enthousiasme
76
excitement
opwinding
77
anticipation
verwachting
78
confidence
vertrouwen
79
hope
hoop
80
pride
trots
81
empathy
empathie
82
admiration
bewondering
83
stern / sterner / sternest
streng
84
fortitude
standvastigheid / doorzettingsvermogen
85
voluptuous
dik maar verleidelijk
86
to gloat
to show that you are happy about somebody else’s failure (a feeling of superiority)
87
scarlet
a bright red colour
88
despair
the feeling of having lost all hope
89
hideous
very ugly
90
greedy
wanting more than you really need
91
to stumble
struikelen / botsen
92
to murmur
heel zacht spreken zodat je het bijna niet hoort
93
wail
a long loud high cry
94
ordinary
gewoon
95
luscious
aantrekkelijk / plezierig
96
tattooed
getattoeërd
97
jovial
vrolijk
98
compassionate
meelevend
99
noble
nobel
100
courteous
respectvol / gemanierd
101
feisty
levendig
102
dauntless
moedig / onverschrokken
103
indifferent
niet geïnteresseerd
104
obnoxious
vervelend / onaangenaam
105
vicious
kwaadaardig
106
ruthless
meedogenloos
107
ill-mannered
onbeleefd
108
vulgar
onbeschaafd
109
witty
grappig
110
preppy
stijlvol
111
sloppy
onverzorgd
112
scanty
karig / beperkt
113
courtly manners
hoffelijk gedrag
114
seduction
verleiding
115
limbing
116
haggish
117
contemporary
118
obnoxious
119
leaping
120
soul force
