unit 7 leerjaar 1 Flashcards
(89 cards)
1
Q
canteen
A
kantine
2
Q
lady
A
dame
3
Q
over there
A
daar verderop
4
Q
desk
A
bureau
5
Q
careers advisor
A
decaan
6
Q
you’re kidding
A
dat meen je niet
7
Q
become
A
worden
8
Q
all of the world
A
over de hele wereld
9
Q
nurse
A
verpleeger
10
Q
hospital
A
ziekenhuis
11
Q
stand
A
uitstaan
12
Q
vomit
A
braken
13
Q
fly
A
vliegen
14
Q
driver
A
chauffeur
15
Q
next to
A
naast
16
Q
job
A
baan
17
Q
future
A
toekomst
18
Q
good luck
A
succes
19
Q
long
A
lang
20
Q
very
A
erg
21
Q
dance
A
dansen
22
Q
make money
A
geld verdienen
23
Q
travel
A
reizen
24
Q
paper
A
papier
25
plane
vliegtuig
26
drive a car
autorijden
27
believe
geloven
28
millionaire
miljonair
29
dream
dromen
30
excited
gespannen
31
stay
blijven
32
take orders
bestelling opnemen
33
mess
rommel
34
fridge
koelkast
35
cross whit
boos op
36
sack
ontslaan
37
poor
arm
38
happy
blij
39
boat
boot
40
sun
zon
41
not yet
nog niet
42
quiet
stil
43
break
breken
44
sound
geluid
45
everywhere
overal
46
police officer
politieagent
47
flashing
flitsend
48
crash
botsing
49
at least
ten minste
50
leave
vertrekken
51
over
meer dan
52
time
keer
53
through
door
54
headphones
koptelefoon
55
build up
opbouwen
56
atmosphere
sfeer
57
nanny
kinderjuffrouw
58
look after
passen op
59
have to
moeten
60
full
hele
61
education
onderwijs
62
so
dus
63
calm
rustig
64
famous
beroemd
65
for instance
bijvoorbeeld
66
metre
meter
67
company
bedrijf
68
for free
gratis
69
own
eigen
70
train
trein
71
star
ster
72
look for
zoeken
73
about
ongeveer
74
an hour
per uur
75
pilot
piloot
76
most
de meeste
77
it's a pleasure
graag gedaan
78
earlier
al eerder
79
sign
bord
80
take it easy
doe het rustig aan
81
prat
sufferd
82
telephone
telefoon
83
glasses
bril
84
eye
oog
85
help
hulp
86
right now
nu meteen
87
understand
begrijpen
88
no problem
geen probleem
89
again
nog een keer
