unité 3 (Frand- Nederlands) Flashcards
(144 cards)
des vacances
vakantie
prendre des vacances
vakantie nemen
psser des vacances en France
zijn vakantie doorbrengen in Frankrijk
un congé
verlof, korte vakantie
prendre un jour de congé
een vrije dag nemen
un touriste
een toerist
une touriste
een toeriste
le tourisme
toerisme
un voyage
een reis
voyager
reizen
un voyageur
reiziger
une voyageuse
een reiziger
un tour
een trip, een rondrit
un séjour
een verblijf
une agence de voyage
reisbureau
un office de/ du tourisme
toeristische dienst
un renseignement
inlichting
se renseigner sur quelque chose
informeren naar
recommender quelque chose à quelqu’un
iemand iets aanbevelen
le pleine saison
hoogseizoen
hors seizon
buiten het seizoen
réserver
reserveren
une réservation
reservatie
confirmer une réservation
een reservatie bevestigen