Untitled Deck Flashcards

(24 cards)

1
Q

persoonlijke aanval

A

“Mijn tegenstander is een leugenaar en een slechte vader, dus jullie kunnen hem echt niet vertrouwen!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

ontduiken van de bewijslast

A

Waarom zou ik uitleggen waarom mijn plan werkt? Iedereen met gezond verstand weet toch dat dit de beste oplossing is?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

onjuist beroep op traditie

A

Kijk naar mijn opa! Hij heeft altijd zo bestuurd, dus dat is de enige juiste manier!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

stok achter de deur

A

“Nou, als we dit niet invoeren, dan stort de economie volledig in en gaan we allemaal failliet!”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

jij ook argument

A

Jij maakt ook wel eens fouten, dus waarom zou ik naar jou luisteren?”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

cirkelredenering

A

Mijn plan is goed, omdat het een goed plan is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

onjuist beroep op autoriteit

A

elfs de beroemde influencer Lisa van Lifestyle steunt mijn plan! Dat zegt toch genoeg?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

overhaaste generalisatie

A

Mensen in mijn straat zeggen dat dit plan werkt, dus dat geldt voor de hele stad!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

vertekenen van het standpunt

A

Oh, dus jij wilt gewoon dat de hele stad in chaos eindigt?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

onjuist vergelijking

A

Mijn beleid is net zo logisch als het idee dat appels en peren hetzelfde zijn!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

bespelen van het publiek

A

Als jullie mij niet kiezen, zijn jullie slechte burgers die niets geven om onze stad!”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de betekenis van ontduiken van bewijslast?

A

Je geeft geen enkel argument voor wat je beweert, maar vraagt wel om tegenargumenten om te bewijzen dat dit niet zo is.

Voorbeeld: Je kunt niet bewijzen dat mijn idee onjuist is, dus het moet wel kloppen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat houdt overhaaste generalisatie in?

A

Op basis van een of enkele waarnemingen neem je een conclusie voor een hele groep.

Voorbeeld: Ik ken drie mensen die elke ochtend vroeg opstaan en altijd succesvol zijn. Dus, als je vroeg opstaat, word je sowieso succesvol.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een persoonlijk aanval?

A

Je valt iemand persoonlijk aan zonder dat je een argument geeft.

Voorbeeld: Jij hebt toch geen idee waar je het over hebt, je hebt nooit de opleiding gedaan die ik heb!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een onterecht beroep op autoriteit?

A

Je beroept je op iemand die ter zake niet deskundig is.

Voorbeeld: De beroemde acteur zegt dat dit product werkt, dus het moet wel waar zijn.

17
Q

Wat houdt onjuist beroep op causaliteit in?

A

Je legt een verband tussen twee dingen waar er geen verband tussen is.

Voorbeeld: Iedere keer als ik naar buiten ga en het regent, krijg ik een verkoudheid. Dus, regen veroorzaakt verkoudheid.

18
Q

Wat is onjuist beroep op traditie?

A

Je zegt dat iets goed of slecht is, omdat het vroeger zo was.

Voorbeeld: Dat is altijd al zo gedaan, dus waarom zouden we het nu veranderen?

19
Q

Wat betekent vertekenen van het standpunt?

A

Je verdraait de uitspraak van een ander, beweert dat de ander iets gezegd heeft, terwijl dat niet het geval is.

Voorbeeld: Jij zegt dus dat we helemaal geen regels meer moeten hebben, terwijl ik alleen maar zei dat sommige regels misschien overbodig zijn.

20
Q

Wat houdt onjuist gebruiken van een vergelijking in?

A

Je maakt een vergelijking tussen twee dingen die van elkaar verschillen.

Voorbeeld: ‘Het is alsof we een auto met een fiets vergelijken – beide hebben wielen, dus ze zijn precies hetzelfde.’

21
Q

Wat is een stok achter de deur?

A

Je dreigt met negatieve gevolgen als er ergens niet aan voldaan kan worden.

Voorbeeld: Als je niet instemt met dit voorstel, zullen we allemaal negatieve gevolgen ondervinden.

22
Q

Wat is cirkelredenering?

A

Je standpunt en argument zijn inhoudelijk gelijk.

Voorbeeld: Ik ben altijd te vertrouwen, want ik zeg dat ik betrouwbaar ben.

23
Q

Wat houdt een jij-ook argument in?

A

Je ontzegt de ander het recht van spreken vanwege zijn eigen gedrag of uitspraken in het verleden.

Voorbeeld: Jij hebt ook ooit gelogen, dus je hebt geen recht om mij nu te veroordelen.

24
Q

Wat betekent bespelen van het publiek?

A

Je formuleert je standpunt zo dat het moeilijk wordt er tegenin te gaan.

Voorbeeld: Iedereen weet dat dit de beste manier is, dus waarom zou je tegen zo’n algemeen bekende waarheid ingaan?