Untitled Deck Flashcards
(29 cards)
être attentif à
aandachtig zijn voor
avoir peur de
bang zijn voor
avoir de l’intérêt
belangstelling hebben voor
être occupé à
bezig zijn met
être occupé de
zich bezighouden met
avoir besoin de
behoefte hebben aan
être reconnaissant de
dankbaar zijn voor
penser à
benken aan
être d’accord avec quelqu’un au sujet de quelque chose
het met iemand over iets eens zijn
aimer
houden van
rappeler quelque chose à quelqu’un
iemand aan iets herinneren
s’intereser à
zich voor iets interesseren
avoir envie de
lust hebben in
réfléchir à
nadenken over
mettre l’accent sur
de nadruk leggen op
faire attention à
oppassen voor
convaincre quelqu’un de quelque chose
iemand van iets overtuigen
être convaincu de
overtuigd zijn van
tenir compte de
rekening houden met
réussir (examen)
slagen in (voor)
regreter quelque chose = avoir de regret
spijt hebben van
être sur de
zekker zijn van
être (in)satisfait de
(on)tevreden zijn over
être fier de
trots zijn op