Untitled Deck Flashcards

(19 cards)

1
Q

Wat is de break-evenafzet?

A

De afzet waarbij een onderneming noch winst noch verlies heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn variabele kosten?

A

Kosten die afhankelijk zijn van de afzet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe stijgen proportioneel variabele kosten?

A

In dezelfde mate als de afzet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn constante kosten?

A

Kosten die onafhankelijk zijn van de productie/afzet binnen de aanwezige capaciteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Geef voorbeelden van constante kosten

A
  • Afschrijvingskosten
  • Interestkosten
  • Huurkosten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is capaciteit?

A

Het maximale aantal goederen of diensten dat een onderneming kan verkopen of leveren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de formule voor de dekkingsbijdrage per eenheid product?

A

p – v = verkoopprijs (exclusief BTW) – variabele kosten per eenheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe bereken je de break-evenomzet (BEO)?

A

BEO = 100/15 x constante kosten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de gemiddelde verkoopprijs als de break-evenafzet 50.000 stuks is en BEO € 2.000.000?

A

€ 40

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de break-evenafzet (BEA) als de nettowinst € 150.000 moet zijn?

A

75.000 stuks

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe kan de break-evenafzet grafisch bepaald worden?

A

Door een grafiek te maken met de totale kostenlijn en de totale opbrengstlijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de standaardkostprijs?

A

De som van de toegestane (standaard) kosten, meestal berekend per product

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Noem twee technieken om de integrale kostprijs te berekenen

A
  • Delingscalculatie
  • Berekening met een opslagpercentage
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het budgetresultaat op variabele kosten?

A

Het totaal van prijsresultaten en efficiencyresultaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de formule voor het berekenen van een efficiencyresultaat?

A

(sh – wh) × sp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat geeft het bezettingsresultaat aan?

A

In welke mate de constante kosten worden gedekt

17
Q

Wat is de formule voor het bezettingsresultaat?

A

(B – N) × (C/N)

18
Q

Wat is het prijsresultaat op constante kosten?

A

Toegestane constante kosten verminderd met de werkelijke constante kosten

19
Q

Wat zijn de drie resultaten die zich op constante kosten kunnen voordoen?

A
  • Bezettingsresultaten
  • Efficiencyresultaten
  • Prijsresultaten