Untitled Deck Flashcards
(75 cards)
Epistemologie
de kennistheorie, met de vraag “wat is kennis?” centraal
propositionele kennis
gedacht, voorstelling (kennen)
procedurele kennis
vaardigheden (kunnen)
true belief
iets wat je dacht waar te zijn, is ook waar
mere true belief
het is geen kennis, omdat je het ook goed kan hebben door geluk
instrumentele waarde van kennis
je kan het gebruiken voor iets, de kennis dient een bepaald doel (thermometer)
non-instrumentele waarde van kennis
dan is kennis waardig op zichzelf, maar niet op een ander doel (vriendschap)
problem of the criterion
het probleem van hoe je kennis moet definiëren, 1 criteria voor kennis leidt tot kennis, 2 gevallen van kennis leidt tot criteria van kennis
methodisme (Roderick Chrisholm)
aannemen van wat je als weer als criteria van kennis, niet bij het aannemen van onwaarheid van scepticisme
particularisme (Roderick Chrisholm)
iemand kan alleen tot criteria van kennis komen als hij weet wat kennis is
classical account of knowledge
kennis is een ware gerechtvaardigde overtuiging (jtb) (Plato)
gettier case
er zijn voorbeelden doe een JTB zijn maar geen kennis, dit noemen we getier cases. Het heeft dan te maken met geluk of pech
trillemma van Agrippa
3 onaangename alternatieven om de vraag: Wat justifies je belief, kunnen beantwoorden: gee redenen, oneindig redenen en cirkelredenen
infinitisme
oneindige ketting van redeneringen kan een belief justificeren, en dus tot kennis kan leiden (minst populaire suggestie)
coherentisme
een grote cirkelredenering kan een belief justificeren en dus tot kennis leiden, netwerk toereikend
fundamentisme
kennis is een soort huisje/fundament (meest populair)
classical foundationalisme
kennis is zo gestructureerd dat kettingen van redeneringen eindigen met een self-justifying foundationeel belief dat geen verdere ondersteuning nodig heeft
rationaliteit
handelen op basis van reden
functionele rationaliteit
gericht op doelmatigheid, werkzaamheid, efficiency
epistemische rationaliteit
gericht op kennis, waarheid (kinderen ruzie over speelgoed)
deontisch epistemische rationaliteit
alleen binnen denkkaders
non-deontisch epistemische rationaliteit
denkkaders overstijgen
Aristoteles
grondlegger empirisme: alle kennis begint bij zintuigelijke waarneming, er bestaat geen aangeboren kennis (ervaringen)
inductie
bijzonder naar algemeen