V&C2 (Blockmans, ...) Flashcards

(216 cards)

1
Q

vertigo =

A

de specifieke situatie waar de pt zichzelf of de omgeving voelt/ziet ronddraaien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

angor pectoris -> onset

A

plots

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

angor pectoris -> location

A

retrosternaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

angor pectoris -> duration

A

tijdelijk

aanhoudend = CAVE infarct

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

angor pectoris -> character

A

drukkend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

angor pectoris -> aggravating/alleviating factors

A

inspanning/rust

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

angor pectoris -> radiation

A

opstijgend, uitstralend nr schouders/armen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

angor pectoris -> timing

A

inspanning/rust, koude, zware emotie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

angor pectoris -> severity

A

hevig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

angor pectoris -> symptoms associated

A

zweten, nausea

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

thoracale pijn -> DD

A
  • pericarditis
  • rupturerend of dissecerend aneurysma aorta thoracalis
  • slokdarmspasmen, soms bij oesofagitis
  • pleurale prikkeling
  • musculoskeletaal (costochondritis, Tietze)
  • herpes zoster (volgt dermatoom)
  • functioneel (hyperventilatie, Da Costa)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

kortademigheid =

A

gevoel van adem tekort

opm: pt kan klacht verwoorden als bepaalde zaken niet meer uit ku voeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wnr is kortademigheid abnormaal?

A

alleen abnormaal indien ze voorkomt bij inspanningen die normalerwijze geen last zouden mogen geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

kortademigheid -> mogelijke oorzaken

A
  • hypoxie (frequente oorzaken)
  • -> cardiaal - pulmonaal
  • -> zeldzamer: aandoening v AH-spieren of thoraxwand (spierziekte, kyfoscoliose, verlamming diafragma, …)
  • kan bij ernstige bloedarmoede
  • kan bij hyperventilatie of paniekaanvallen

opm: kortademigheid in rust maar niet bij inspanning doet eerder denken aan functionele klachten
opm: kortademigheid is niet altijd gevolg v hypoxie, acidose veroorzaakt ook kortademigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

kortademigheid bij hartdecompensatie

A

klassiek erger bij neerliggen: orthopnee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

orthopnee

A

kortademigheid erger bij neerliggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

platypnee

A

dyspnee die verergert bij zitten en verdwijnt bij liggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

orthodeoxie

A

lagere zuurstofsaturatie bij zitten, verbetert bij liggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

voorkomen van platypnee of orthodeoxie

A

zeldzamer, kan o.m. voorkomen bij cardiale R-L shunts en hepatopulmonaal syndroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

plotse kortademigheid bv bij:

A

longembolen, pneumothorax, acute astma, loegoedeem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

kortademigheid dat opkomt over enkele dagen bv bij:

A

pneumonie, pleura-uitstorting, astma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

kortademigheid met langzaam begin bv bij

A

hartdecompensatie, chronisch obstructief longlijden, anemie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

kortademigheid met wheezing

A

meer suggestief voor longlijden, maar kan ook bij linkerhartsdecompensatie voorkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

oedemen - gewichtstoename

A

vragen of recente (acute) gewichtstoename? –> Er ku reeds enkele liters vocht opgestapeld zijn vooraleer dit manifest oedemen veroorzaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
oedemen - toename buikomtrek
ascites?
26
palpitaties =
hartkloppingen, onaangename gewaarwording van krachtig/onregelmatig/of snel kloppen van hart - ritmestoornissen - hoge cardiale output
27
syncope =
bewustzijnsverlies (flauwvallen) dr onvoldoende bloedtoevoer nr hersenen (cerebrale hypoperfusie)
28
kenmerken syncope (3)
snel begin, korte duur, spontaan & volledig herstel
29
belangrijkste DD v syncope
epilepsie/convulsies | andere oorzaken v bewustzijnsverlies (metabool bv hypoglycemie, intoxicaties, hersenletsels, ...)
30
Vss types/oorz v syncope
``` orthostatische syncope (bij rechtstaan) reflexgemedieerde syncope (o.m. vasovagale) cardiale syncope ``` --> omstandigheden navragen
31
oorzaken orthostatische syncope
geneesmiddelengebruik, ondervulling (bv veel bloedverlies)
32
oorzaken vasovagale syncope
(vorm v reflex-gemedieerde syncope bij overigens gezonde pt'en) - vagaal-gemedieerde bradycardie + verminderde veneuze return nr hart - typische omstandigheden: combinatie v rechtstaan en stress of angst opm: vaak zijn er vooral symptomen v zwart w voor de ogen en beginnen zweten opm: varianten zijn syncope die optreden tijdens mictie of defaecatie
33
oorzaken cardiale syncope
kan optreden bij (voorbijgaande) ritmestoornissen (zowel brady- als tachyarrythmieën), of bij ernstige aortastenose opm: vaak zijn er minder of kortdurender waarschuwingssymptomen
34
Claudicatio intermittens
optreden van pijn in de benen (spieren van de onderbenen of bovenbenen) DIE ontstaat tijdens het stappen en terug verdwijnt bij rust ("etalagebenen")
35
oorzaak claudicatio intermittens
atheromatose van de onderste ledematen | =equivalent v angor pectoris
36
hemoptysis
ophoesten v bloed
37
dysfagie
moeilijk ku slikken
38
dysfagie -> oropharyngeaal oesofagaal
niet (goed) ku inslikken geen goede passage
39
dysfagie -> hoog laag
men 'voelt' de dysfagie thv het probleem of erboven (niet eronder)
40
oorzaken dysfagie
organisch | functioneel
41
organische oorzaken dysfagie
bv kanker
42
functionele oorzaken dysfagie
bv achalasie (Wiki: Zeldzame chronische ziekte waarbij de zenuwvoorziening van de slokdarm beschadigd is. Hierdoor blijft het glad spierweefsel in de slokdarm constant aangespannen.)
43
kenmerk v organische oorzaken dysfagie
progressief, eerst vast, dan vloeibaar
44
kenmerk v functionele oorzaken dysfagie
wisselend, (van in begin zowel vast als vloeibaar)
45
geassocieerd met dysfagie
pyrosis, vermagering, verslikken, hoestbuien
46
odynofagie
pijn bij slikken
47
odynofagie bij:
- bij inflammatie (peptisch of schimmel) | - k voorkomen bij spasmen slokdarm
48
pyrosis =
'het zuur' (heartburn) pijnlijk/branderig gevoel hoog epigastrisch, retrosternaal, soms tot in de keel (freq: 1/3 bevolking h er af en toe last van)
49
oorzaak pyrosis
meestal tgv gastro-oesofagale reflux (vrij specifieke klacht)
50
pyrosis -> wnr?
typisch na zware maaltijd, bij vooroverbukken, of neerliggen
51
typisch bij pyrosis
deze last verdwijnt snel na inname van antacida
52
DD pyrosis
pijn van cardiale oorsprong
53
Dyspepsie
'zware maag' | ongemakken en pijn in de maagstreek, opboeren, branderig gevoel in de maagstreek, indigestie
54
vragen om onderscheid te maken tss functionele en organische pathologie ikv dyspepsie
- Waarmee verbetert/verslechtert deze last? - Hoe lang bestaat hij al? - Geassocieerde symptomen (vermagering, braken, bloeding)? - Zijn er reeds onderzoeken voor gebeurd? - Pijnstillers of aspirine gebruik?
55
functionele dyspepsie
hiervan spreekt men als men geen oorzaak vindt
56
2 groepen dyspepsie (met overlap)
epigastrisch pijn syndroom (pijn en branderigheid) postprandiale distress syndroom (volheidsgevoel, vroegtijdig verzadigd tijdens de maaltijd)
57
nausea
misselijkheid, braakneiging atypische klacht, associatie met andere klachten
58
oorzaken nausea
denk evt aan zwangerschap vaak neveneffect van medicatie - > inwerkend op braakcentrum (morfine, cytostatica) - > irriterend voor maag ook vaak bij hepatobiliaire aandoeningen
59
braken ->
zeer aspecifiek, vragen nr geassocieerde symptomen ``` -> Bij tal van aandoeningen: gi stelsel hepatobiliair zws metabole ziekte psychische problemen neveneffecten v medicatie (of drugs: cannabis) CZS infecties ... ```
60
soorten braken
- voedselbraken - koffiegeruis braken (zuur en verteerd bloed) - fecaloied braken - bloed braken
61
voedselbraken oorzaak
bv bij vernauwing pyloor
62
koffiegeruis braken oorzaak
bij maagdilatatie na bv heelkundige ingreep
63
fecaloied braken oorzaak
bij obstructie dunne darm | =/= faeces braken! -> zeer zeldzaam
64
hematemesis
bloed braken
65
bloedbraken oorzaak
bloeding uit slokdarm/maag/duodenum | zeldzamer uit neus of pharynx
66
DD bloedbraken
onderscheid met bloed hoesten
67
Mallory-Weiss scheur
(niet-penetrerende mucosale scheur in distale oesofagus en/of maagfundus)
68
typisch verhaal bij Mallory-Weiss scheur
eerst braken, dan bloed braken
69
types abdominale pijn
- viscerale pijn - pariëtale pijn - gerefereerde pijn
70
oorzaak viscerale pijn
uitrekking v viscerale peritoneum over orgaan
71
kenmerken viscerale pijn
dikwijls vaag gelokaliseerd, eerder op of symmetrisch rond middellijn
72
oorzaak pariëtale pijn
- prikkeling van gevoelszenuwen van pariëtale peritoneum | - de aanwezigheid vd aanwezigheid van bv gal/pus/maaginhoud in de buikholte OF door contact met een ontstoken orgaan
73
kenmerken pariëtale pijn
exact te localiseren | vervoerspijn?
74
gerefereerde pijn thv schouder
bij prikkeling vh diafragma
75
gerefereerde pijn thv scapula
bij galblaaspathologie
76
gerefereerde pijn boven de navel
bij begin appendicitis
77
gerefereerde pijn thv rug
bij pancreaslijden
78
gerefereerde pijn thv abdomen
kan bij pijn van een hartinfarct of van een pleura-uitstorting
79
oorzaken winderigheid, opgeblazen gevoel
(aspecifiek, meestal goedaardig en passend in functionele aandoeningen bv prikkelbaar darm syndroom) - in veel gevallen alleen een toegenomen gevoeligheid vr een normale # gassen id buik, in andere gevallen slikt de pt teveel lucht - zelden aandoening die gepaard gaat met malabsorptie (bv lactose malabsorptie, coeliakie) - overdreven inname v bepaalde voedingsmiddelen k tot winderigheid leiden
80
normale stoelgangsfrequentie
2-3 x/dag tot om de 2-3 dagen
81
constipatie =
abn lage stoelgangfrequentie, of moeilijke of harde stoelgang (meer bij vrouwen)
82
constipatie oorzaken
- zo recent ontstaan -> denk aan organische oorzaak (o.m. vernauwingen bv dr tumoren) - inname v bep GM - angst om stoelgang te maken (vnl kinderen) opm: soms bij erg geconstipeerde pt'en (bv oude mensen, mensen met neurologisch probl) kan constipatie gepaard gaan met diarree = overloop diarree
83
diarree =
aantal stoelgangen >3 losse/waterige consistentie hoeveelheid stoelgang > 200 g/dag
84
urgency
dringendheid, schrik om te laat op wc te zijn
85
grens tss acute en chronische diarree
3tal weken
86
consistentie stoelgang ->
bristol stool chart
87
hoeveelheid stoelgang
large stool small stool
88
Na te vragen bij diarree:
- incontinentie? - medicatie-anamnese - medische VG: vroegere operaties/behandelingen? - invloed v stress - verergerende factoren (bv voedingsmiddelen) - navragen verontrustende alarmsymptomen (pijn, bloed in stoelgang, vermagering, koorts, valse stoelgangsnood, ...)
89
Na te vragen bij anaal bloedverlies:
- hoeveelheid - kleur (helderrood, donker, zwart) - evolutie - geassocieerde symptomen (hematemesis, vermagering, pijn, ...) - al dan niet vermengd met de stoelgang - inname van NSAID, alcoholgebruik - bij zwarte stoelgang dient ook inname van ijzer w nagevraagd
90
mictie
urineren
91
polyurie
hoeveelheid urine toegenomen (vaak met polydipsie) | bv osmotisch bij hyperglycemie / hypercalcemie, maar ook psychogeen
92
pollakisurie
mictiefrequentie toegenomen
93
nycturie
nachtelijk plassen
94
mogelijke oorzaken nycturie
``` bv: te veel drinken 's avonds bij blaasproblemen bij hartdecompensatie (herverdeling vocht uit OL bij neerliggen) bij prostaathypertrofie ```
95
dysurie
dubbelzinnige term: - MOEILIJKE mictie (bv bij prostaathypertrofie, urethra vernauwingen) - pijnlijke mictie (mictalgie, algurie)
96
incontinentie =
onwillekeurig urineverlies
97
soorten incontinentie
- stress incontinentie - urge incontinentie - gemengde vormen
98
stress incontinentie
verlies v kleine hoeveelheden urine bij stijging intra-abdominale druk (hoesten, lachen, niezen, lopen, ...)
99
stress incontinentie is een freq klacht bij:
bij (iets) oudere vrouwen met bekkenbodemproblemen OF bij mannen na prostaatchirurgie
100
urge incontinentie
verlies v matige hoeveelheden urine voorafgegaan dr een drang om te urineren
101
urge incontinentie mogelijke oorzaken
lokale oorzaken zoals infectie neurologische oorzaken zoals dementie
102
hematurie
bloed in de urine | sluit bij vrouwen vaginaal bloedverlies uit
103
macroscopisch hematurie
indien hematurie zichtbaar met blote oog
104
microscopische hematurie
indien hematurie niet zichtbaar met blote oog
105
oorzaken hematurie
urologische oorzaak vs nefrologische oorzaak
106
hematurie bij begin mictie
urethra of prostaat
107
hematurie bij einde mictie
blaasprobleem
108
hematurie bij totale tijd mictie
blaas, ureter, nieren
109
pneumaturie
lucht in urine
110
pneumaturie oorzaak
fistel blaas met colon
111
kenmerken pijn thv nieren
viscerale pijn, dof, constant meestal gelokaliseerd in de flanken (onder + thv onderste ribben dorsaal) -- soms irradiërend nr voor
112
kenmerken ureterpijn
zeer hevig wat lager gelokaliseerd dan pijn thv nieren -- soms uitstralend nr onderbuik en genitaalstreek
113
volgorde KO (suggestie)
- pt zittend - pt neerliggend - pt staande - op het einde
114
KO pt zittend
- algemeen - vitale tekens (BD, pols, AH-snelh) - huid (bovenlich, ant&post) - hoofd (ogen, neus, oren, keel) + nek (incl schildklier en lymfeknopen) - rug - post thorax + longen - borsten, axillaire lymfeknopen - optioneel: ZS
115
KO pt neerliggend
- ant thorax + longen - cardiovasc - abdomen - OL (perifeer vasculair, musculoskeletaal) - ZS
116
KO pt staande
- perifere vaten (varices) - musculoskeletaal (rug, voeten) - genitale regio bij man, en hernia's (niet iedereen akkoord dat dit staande moet)
117
KO op het einde
- vrouwen: pelvisch en rectaal onderzoek | - mannen: prostaat en rectaal onderzoek
118
uitgebreidheid KO?
bij 'gezonde pt' h volledig KO maar beperkt nut (beh BD, evt borstonderz, ...) zeker bij vage of alg klachten kan uitgebrei KO helpen antwoord te vinden op hulpvraag pt
119
anemie opsporen
thv conjunctivae
120
waar temp meten?
rectaal, axillair, tympaan
121
wnr temp meten?
igv: - ernstige ziekten - infecties - indien pt zelf meent koorts te hebben
122
classificatie buikomtrek + gezondheidsrisico
VROUW: < 80 cm __ niet verhoogd 80-88 cm __ verhoogd 88 cm of > __ ernstig verhoogd MAN: < 94 cm __ niet verhoogd 94-102 cm __ verhoogd 102 cm of > __ ernstig verhoogd
123
oorzaken oedeem
- verlaagde oncotische druk - verhoogde vasculaire permeabiliteit voor proteinen - verhoogde hydrostatische druk - obstructie van lymfeflow - ongepaste renale Na en water retentie
124
oorzaken verlaagde oncotische druk
nefrotisch syndroom cirrose malnutritie
125
oorzaken verhoogde vasculaire permeabiliteit voor proteinen
angio-oedeem (vnl allergisch)
126
oorzaken verhoogde hydrostatische druk
congestief hartfalen cirrose veneuze stasis
127
oorzaken ongepast Na en water retentie
nierfalen | nefrotisch syndroom
128
kenmerken pitting oedeem
zacht oedeem, putjes bij druk gezwollen voet bilateraal
129
kenmerken chronisch veneuze insufficientie
zacht oedeem, putjes bij druk, kan later hard worden huidverdikking kan aanw zijn, vnl thv enkel vaak ulceraties vaak pigmentatie vaak oedeem voet soms bilateraal
130
kenmerken lymfoedeem
zacht in vroege stadia, daarna induratie, hard, nonpitting zelden ulceratie oedeem voet, incl tenen vaak bilateraal
131
clubbing (horlogenagels)
toename v weke weefsels thv nagelbed en vingertop proximaal nagelbed voelt sponzig aan hoek tss nagel en vinger verdwijnt in latere fase: volledig bolvormig w van nagel
132
3 pathofysiolog oorzaken van clubbing
hypoxie chronische inflammatie afwijkende vascularisatie
133
chvostek's sign
test vr tetanie - > tik tgn n facialis (ant oorlel en onder arcus zygomaticus OF tss arcus zygomaticus en mondhoek) - -> positief? spiertrekkingen van lip in de mondhoek - spasme van alle faciale spieren (afhankelijk v ernst hypo-Ca)
134
carpopedaal spasme
bij tetanie = adductie duim over palm gevolgd dr flexie vd metacarpophalangeale gewrichten, extensie vd interphalangeale gewrichten (vingers samen), adductie vd vingers in hyperextensie, flexie vd pols en elleboog gewrichten (gelijkaardige effecten komen voor in de gewrichten vd voet)
135
trousseau teken
test vr tetanie onderarmspieren/hand trekken samen tijdens het oppompen van de bloeddrukmanchet boven de systolische BD (3 min opgeblazen laten)
136
purpura
bloedingen in de huid of slijmvliezen | purpura: ≥ 3 mm, palpabel
137
hematoom
≥ 2 cm, extravasatie van bloed (bloedophoping), zwelling/buil
138
purpura bij thrombopenie
niet- palpabel
139
purpura bij vasculitis
palpabel
140
purpura fulminans
ernstige complicatie van infectie met neisseria meningitidis
141
erythema nodosum
huidaandoening met pijnlijke rode bulten/noduli, meestal op de voorkant van de benen (ontsteking onderhuids weefsel)
142
kersangioompjes (cherry spots, seniele hemangioompjes)
helrode vlekjes, meestal niet groter dan 3mm, vlak of verheven vaak bij ouderen, geen pathologische betekenis
143
psoriasis
chronische huidaandoening met roodheid, schilfers, jeuk en soms pijn (AIZ)
144
herpes zoster (gordelroos, zona)
huidziekte -> op waterpokken gelijkende, gegroepeerde blaasjes op een rode ondergrond (op een vrij scherp begrensd deel van de huid, overeenkomend met een dermatoom)
145
neurofibromatose
café au lait vlekken + cutane fibromen | erfelijk syndroom dat bij ongv 1/3000 mensen voorkomt
146
septische embolen
bij endocarditis
147
erythema (chronicum) migrans
na tekenbeet | vroege cutane manifestatie van Lyme
148
urticaria (netelroos)
sterk jeukend, erythemateuze plaque
149
petechiae
1-2 mm, niet wegdrukbaar en niet palpabel | puntbloeding
150
ecchymosen
1-2 cm, ‘blauwe plek’
151
angio-oedeem
abrupt optredende zwelling van weefsels (bv lippen, thv ogen, hand)
152
significantie lymfeknopen grootte
<2cm = insignificant ! axilla & inguinaal: <3cm = insignificant ! supraclaviculaire fossa: >1cm = significant
153
consistentie lymfeknopen
- zacht (insignificant) - rubberachtig (klassiek lymfoma) - hard (klassiek maligniteit / granulomateuze infectie)
154
veralgemeend / gelokaliseerd
- veralgemeend: systemische infecties / hematologische maligniteit - lokaal: infectie, drainagegebied kanker
155
lymfeklieren hals lokalisatie
``` preauricular, posterior auricular occipital tonsillar submandibular, submental superficial cervical, deep cervical chain, posterior cervical supraclavicular ```
156
onderzoek lymfeklieren hals
``` van ventraal (alternatief: van dorsaal) -> voelen met vingers ```
157
klier van Virchow (virchow's node)
=> linker supraclaviculaire lymfeklier. left supraclavicular adenopathy -> suggests abdominal malignancy (eg stomach, galbladder, pancreas, kidneys, testicles, ovaries, lymphoma, prostate)
158
klieren axillair lokalisatie
supraclavicular, infraclavicular lateral, central (deep within the axillae), subscapular (posterior), pectoral (anterior)
159
onderzoek klieren axillair
rechter hand voor L oksel, linker hand voor R oksel centrale knopen: vingers achter pectorale spieren (wijzen richting midclaviculair), vingers drukken nr borstwand (nr beneden glijden) -> ongv zacht, klein (<1cm), meestal palpabel Wnr centrale nodes groot / hard / tender / verdacht letsel in drainagegebied vr axillaire knopen --> andere groepen voelen: - pectorale: - laterale: - subscapulaire:
160
inguinale klieren lokalisatie
``` horizontale groep (langs/ onder ligamentum inguinale) verticale groep (langs vena saphena magna) ```
161
entropion
ooglid nr binnen
162
ectropion
ooglid nr buiten
163
ptosis
afhangend ooglid
164
Horner syndroom kenmerken
miose ( ° , anisocorie) & ptose ipsilateraal | + ipsilat k anhidrose vh gelaat optreden
165
anhidrose
geen zweetsecretie
166
Horner syndroom etiologie
onderbreking vd oculosympathische innervatie
167
KO hoofd en hals
* schedel en haar * gelaat * huid * ogen * neus * mond en keel * oren * schildklier * cervicale lymfeklieren
168
KO ogen
* ‘rode ogen’ * ooglidafwijkingen * zwellingen in en rond het oog * schildklierdysfunctie * icterus * anemie * lipidenstoornissen • neurologisch:  oogvolgbewegingen  pupilreflex  nystagmus? • zichtscherpte, gezichtsveld
169
xanthelasmata
gele, vlakke; licht verheven tumoren id ooglidhuid (veroorzaakt dr lipiden neerslag) -> k duiden op lipidenstoornis
170
arcus senilis/corneae
grijswitte boog ad rand vd cornea - > indien bij jongere pt'en: mogelijks hoger risico op coronair lijden - > bij ouderen: banaal
171
hordeolum
ontsteking v kliertje op rand ooglid
172
dacrocystitis
ontsteking traanzak
173
tekens hyperthyroidie
exoftalmie teken van von Graefe
174
teken van von Graefe
het achterblijven van het bovenooglid wanneer het oog van boven naar beneden beweegt
175
tekens hypothyroidie
myxoedeem
176
anemie
kijken nr conjunctivae
177
icterus (geelzucht)
gele sclera
178
KO neus
* inspectie | * doorgankelijkheid
179
KO mond en keelholte
* gebruik tongspatel en lichtbron * vals gebit laten verwijderen * systematisch onderzoeken: ‘van buiten naar binnen’ * inspectie tanden, gingiva, tong, wangslijmvlies, verhemelte, mondbodem • neurologisch: - tong laten uitsteken (n.XII hypoglossus) - ‘aaaa’ laten zeggen: achterste pharynxwand en tonsillen zien (tongspatel nodig) - bolle wangen laten maken - tong met punt tgn verhemelte laten duwen
180
fissuurtong
in meeste pt'en met syndroom van Down | vaak in associatie met landkaarttong
181
perleche = (angulaire) cheilitis
candida, ijzergebrek, Vit B(2) deficiëntie, ook vaak bij oudere personen na tandverlies
182
gingiva
tandvlees vb overgroei dr CCB
183
anemie + tandvleeshypertrofie
bv leukemie
184
Peutz-Jeghers syndroom
GI poliepen + mucocutane pigmentletsels op lippen/buccale mucosa + verhoogd risico op kanker binnen&buiten GI tractus
185
orale candidiase
.
186
orale aften
.
187
KO oren
``` met otoscoop (dia 99) - extern gehoorskanaal - trommelvlies • intact? • handle of malleus • vorm? • kleur? • transparantie? ```
188
KO SK
inspectie: hoofd wat in extensie palpatie: hoofd wat in flexie (vaak niet palpabel) - > je staat achter de pt, duimen in nek, vingers net onder cricoid (niet tippen gebruiken om te voelen) - zoek isthmus - zachtjes vingers nr lateraal (1-2cm) -> lobben - nu pt laten slikken (asymmetrische elevatie?) - weefsel nr andere kant verplaatsen en voelen met andere hand)
189
goiter
vergrote SK
190
isthmus SK thv
eerste 2 ringen vd trachea
191
soorten SK afwijkingen
diffuse vergroting multinodulaire goiter enkele nodule
192
auscultatie SK
niet erg belangrijk, evt geruis bij ziekte van Graves, DD geruis over carotis
193
zwelling parotis
.
194
diastase
uitwijken vd rechte buikspieren
195
diastase rectusspieren -> teken
prominente uitstulping middellijn wnr pt hoofd opheft
196
cullen's sign
intra-/retroperitoneale bloeding | vb.(hemorrhagische) pancreatitis (zeldzaam)
197
teken van Grey Turner
``` ecchymose in de flanken -> door intra-/retroperitoneale bloeding slechte prognose (samen met Grey Turner sign 37% mortaliteit) oa bij acute pancreatitis ```
198
meteorisme
lucht in buikholte
199
clapotage
plasgeluiden over de maag | • bij maagdilatatie / veel vocht gedronken / pyloorstenose
200
tympaan geluid
hol
201
dofheid percussie
vocht of vast weefsel
202
tympane geluiden percussie
lucht | thv longen: sonore percussietoon
203
ruimte van Traube
voorste axillaire lijn, 9e (onderste) intercostale ruimte -> percussie milt
204
ruimte van Traube bevindingen
``` o tympaan: normaal o dof: • splenomegalie • volle maag • pleurale effusie links • vergrote linker leverlob • proliferatieve groei in fundus van de maag ```
205
viscerale pijn (abdomen)
o vage last bij diepe druk op een (normaal) orgaan (vb. aorta, lever, caecum, sigmoid) o geen geassocieerd spierverzet of loslaatpijn
206
wandpijn (abdomen)
teken van Carnett: pijn persisteert/neemt toe bij aanspannen | buikspieren
207
peritoneale prikkeling: peritonitis (abdomen)
``` o pijn bij hoesten o vervoerspijn o pijn bij (lichte) percussie o pijn bij oppervakkige palpatie o loslaatpijn bij palpatie (‘rebound tenderness’) o (onwillekeurig) spierverzet ```
208
diepe palpatie | -> beschrijven abnormale weerstand/massa:
``` o lokalisatie o vorm o grootte (cm) o consistentie (week, vast) o aard oppervlak (glad, fijnhobbelig, grofhobbelig) o pijnlijkheid o beweeglijkheid tov omgevende weefsels o beweging met ademhaling o pulsaties o mogelijkheid tot indrukken van kuiltje ```
209
palpatie lever bij obesitas
‘hooking’ techniek
210
palpatie lever
o pijnlijke lever(rand):  plotse uitzetting: acute rechterhartsdecompensatie, acute hepatitis  lokale ontsteking: leverabces o leverpols: ernstige tricuspiedinsufficiëntie (met gestegen CVD) o vergrote lever:  inflamm (vb virale/alcoholische hepatitis)  stuwing (hartdecompensatie)  infiltraties tumoraal (vooral metastasen v andere tumoren, hematolog maligniteit)  stapelingsziekten (vet, amyloid, ijzer, gaucher)
211
splenomegalie
o portale hypertensie (stuwing milt) vb. levercirrose o hematologische aandoeningen • maligne: lymfoom, chronische leukemie • goedaardig: hemolytische anemie o infecties vb. endocarditis, malaria o stapelingsziekten vb. Ziekte van Gaucher
212
grote nier
• unilateraal grote nier: – hydronefrose – cyste – tumor • bilateraal grote nieren: polycystische nierziekte
213
nierslagpijn
o bij nierlijden vb. pyelonefritis (+koorts), nierstenen, nierinfarct, thrombose, obstructie ureter o extra-renale oorzaken vb. lumbago, retrocaecale appendix o beter: lumbale slagpijn
214
palpatio per anum (PPA) -> Wnr?
o belangrijk bij symptomatische patiënten • anale klachten • veranderd stoelgangspatroon met bloed, etter of slijm • incontinentie • problemen om stoelgang uit te drijven • verdenking prostaatpathologie • acute abdominale pijn – controversieel!
215
evalueerbare structuren PPA:
``` • sfincter  verhoogde tonus bij angst/fissuur  verlaagde tonus bij beschadiging of neurologische problemen • anaal kanaal • onderste deel rectum (alle wanden en inhoud) • prostaat • cervix ```
216
techniek PPA:
``` • toestemming vragen/patiënt inlichten • patiënt in  zijligging  knie-elleboog houding  ‘steensnedeligging’ (rugligging met opgetrokken benen) • knieën zo ver mogelijk geplooid • steeds eerst inspectie • handschoen en glijmiddel gebruiken • voorzichtig, waarschuwen voor ongemak • anatomische richting volgen bij introduceren (eerst naar ventraal, boven anorectale hoek naar dorsaal) • alle zijden onderzoeken ```