Verdienen en uitgeven H4

Question 1

anticyclisch begrotingsbeleid

Answer 1

Beleid van de overheid die tegen de conjuctuurgolven ingaat. Laagconjuctuur = belastingen verlagen of overheidsbestedingen verhogen.

Question 2

arbeidsmarktindicatoren

Answer 2

conjuctuurindication die betrekking hebben op de arbeidsmarkt

Question 3

automatische stabilisator

Answer 3

mechanisme waardoor conjuctuurschommelingen autromatisch worden afgezwakt, zoals sociale uitkeringen en progressieve belastingen.

Question 4

conjuctuur

Answer 4

schommelingen in het niveau van bestedingen

Question 5

conjuctuurindicatoren

Answer 5

aanwijzingen die iets zeggen over de verwachte conjuctuurverloop

Question 6

conjuctuurschommelingen

Answer 6

schommelingen in de productie als gevolg van veranderingen in de bestedingen aan goederen en diensten

Question 7

consumentenvertrouwen

Answer 7

geeft informatie over de verwachtingen van consumenten over de ontwikkeling van de economie

Question 8

depressie

Answer 8

minstens 2 kwartalen economische krimp gecombineerd met deflatie

Question 9

economische indicatoren

Answer 9

conjuctuurindicatioren die betrekking hebben op bestedingen en productie

Question 10

hoogconjuctuur

Answer 10

periode waarin de besteding en productie relatief snel groeien

Question 11

krimp van de economie

Answer 11

kring van het nationaal inkomen

Question 12

laagconjuctuur

Answer 12

periode waarin de bestedingen en productie relatief langzaam groeien of afnemen

Question 13

monetair beleid

Answer 13

beleid gefoccused op de beheersing van prijzen. Rentestand verhogen of verlagen

Question 14

onderbesteding

Answer 14

de totale bestedingen zijn kleiner dan productiecapaciteit

Question 15

overbesteding

Answer 15

de totale bestedingen zijn groter dan productiecapaciteit

Question 16

recessie

Answer 16

minimaal 2 kwartalen economische krimp

Question 17

vertrouwensindicatoren

Answer 17

conjuctuurindicatoren gericht op het vertrouwen en producenten