verkeersinzicht en rijgedrag Flashcards

1
Q

verkeersinzicht

A

een goede bestuurder denkt op de juiste momenten ook aan het belang van anderen en schift hierbij indien nodig zijn eigen belang opzij.
asociaal rijgedrag is openen portier zonder te kijken of appen tijdens het rijden. artikel 5 van de wegenverkeerswet kapstokartikel. zo kan een asociale bestuurder zijn rijbewijs kwijtraken, hoge boetes of aanmelding EMG educatieve maatregel gedrag. of zich verantwoorden voor een rechter.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

sociaal en defensief rijgedrag, anticiperen op andere weggebruikers

A

bijv iemand ertussen laten die er nooit tussenkomt. Defensief betekent ver vooruit kijken op tijd nadenken en snelheid aanpassen en rekening houden met onverwachte situaties. Anticiperen op spelende kk en zo. ook besluitvaardig rijgedrag is belangrijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

gedrag en veiligheid

A

meer dan 50% slachtoffers op 5oKM p uur wegen, 92% door menselijke fouten, 5% voertuig, 3%omgeving.
Vooral jongeren van 15-24 jaar zijn relatief vaak de oorzaak en het slachtoffer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

gemoedsgesteldheid

A

afleiding stress emoties groepsdruk en vermoeidheid zijn allemaal flinke risicofactoren in het verkeer.. De gevaren hiervan worden vaak onderschat. Het grote probleem van deze factoren is dat ze niet te meten zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

stopafstand

A

weinig afstand houden is 1 van de belangrijkste ongevalsoorzaken op de snelweg. Hoge boetes voor bumperkleven is gevaarlijk.
stopafstand= reactieafstand + remafstand.
reactieafstand cyclus: waarnemen voorspellen evalueren beslissen handelen. Meestal 1 seconde bij gezonde en alerte pp. Gereden snelheid gedeeld door 4 +10% =reactieafstand in meters.
Remafstand is de gereden snelheid: 10 x de gereden snelheid gedeeld door 10 = gedeeld door 2 bv 60is 6x6:2 is 18m

  • 60 -reactie is 16,5, rem 18 stop 34,5
  • 80 -reactie is 22, rem 32 stop 54
  • 130 -reactie 35,75, rem is 84,5 stop is 120,25
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

volgafstand

A

2 sec tot volgende paaltje, je kunt ook de snelheid delen door 2 + 10% slechtere omstandigheden (bijv slecht wegdek nieuw wegdek moet nog ingereden worden/soort wegdek en wegverkanting in bocht, positief dwz its hoger dus meer grip dan neg) langere volgafstand 3-4 sec
spoorvorming vooral op rechterrijstrook door slijtage zwaar verkeer en aquaplanning, geen grip door water, vooral in spoorvorming,na droogte door olie vuil en rubber maar ookbij bladeren spiegelglad na regen.
kan voorkomen worden door juiste bandenspanning, een goede profieldiepte en een lagere snelheid. ook loopt een lichtere auto met een brede band een groter risico dan een zwaardere met een smallere band.
Laat gas dan los, trap de koppeling in maar niet remmen of sturen en kijk in de richting waar je heen wilt.
gladheid door vorst onder de 4 graden grondvorst mogelijk bruggen en viaducten bevriezen ook van onderen dus gladder. ook schade aan wegdek door vorst. bij sneeuwval ook niet abrupt zwemmen en gebruik bij zicht minder dan 200m voorste mistlicht.
mist extra volgafstand gas rustig terugzakken. bij minder dan 50 m ook mist achterzijde aan. Mist halveer je snelheid en verdubbel je afstand.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

zijwind

A

hoe hoger het voertuig en hoe lichter, hoe meer gevaar de wind oplevert. Rijd je met een aanhangwagen dan kan deze gaan slingeren. Pas je snelheid aan en zorg voor ruimte om je voertuig, hoe horizontaler een windzak hoe sterker de zijwind.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

belemmeringen in zicht

A
  • laagstaande zon, zonnebril en schone vooruiten. Dimlicht aan zon in rug tegenmoetkomend verkeer ziet jou minder goed.
  • schittering van zonnestralen door bomen heen
  • schemer ogen moeten zich aanpassen dimlicht
  • donker veel is onverlicht ook bij verlichting, rijdt iets meer naar midden en pas op voor overstekend wild, bij groot wild rem je probeer niet uit te wijken. verplicht dierenpolitie bellen 144
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

polderblindheid en tunnelvisie

A

lange eentonige rechte weg teveel in de verte kijken. Staren en je gezichtsveld wordt smaller tunnelvisie zijwegen vallen dan minder op, verleg om de paar seconden je blik.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

beperking van het gezichtsveld

A

bijv raamstijlen auto of een op het raam gemonteerd navigatiesysteem. De ruimte vlak voor naast en ook

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

afdekongeval

A

bv door afslaande vrachtauto inhalende personenauto niet zien. Pas bij onoverzichtelijke situaties je snelheid aan en denk als ik hun niet zie zien zij mij ook niet. de auto is ook slecht te zien daarvoor zijn er nu sensoren en camera’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wegsoorten

A

*erftoegangswegen wonen en verblijven is het doel.
*gebiedsontsluitingswegen; verbinding verblijfsgebieden met erftoegangswegen en stroomwegen. meeste ongevallen bij 50 km met fietsers bromfietsers en voetgangers. en daarna bij 80 bij dodelijke inhaalmanoevres
*stroomwegen
autoweg en snelwegen, kop staart ongevallen door te weinig afstand en files. geen middenberm bij 2 strooks autoweg gevaarlijker voor inhalen frontale botsingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

onervaren kwetsbare en grote weggebruikers

A

-kinderen
-voetgangers
-fietsers brom en snorfietsers, slecht zichtbaar let op bij rechtsafslaan.
*ruiters en vervoer van paarden schrikken snel
*brommobielen 45km jonge bestuurder 16 mag
*voertuigen met afgeknotte driehoek achterop bijv gemeente kunnen maar 25 km
*bestuurders van vrachtauto’s meerdere en grotere dode hoeken
*oudere en gehandicapten pp geef ze de ruimte, blinde stok vooruit ik wil oversteken, ticker SH is slechthorend, horen je niet aankomen.
*

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

milieu

A

in alle gevallen met elke auto zo zuinig mogelijk rijden en geen energie verspillen. Ongeacht welke motor. energie label A tm C is groen en zuinig, D en E geel is midden, F en G rood onzuinig.

Schadelijke stoffen verbrandingsmotor;

  • koolstofoxiden, benzine meer dan diesel, absorbeert infrarode straling zon broeikasteffect we warmen op.
  • stikstofoxiden NOx slecht voor gezondheid en ozon bij alle verbranding. Diesel meer
  • zwaveldioxide luchtvervuiling smog en zure regen bij verbranding van bepaalde fossiele brandstoffen
  • fijnstof kleine deeltjes stof bijv roet slecht voor gezondheid op diesel meer maar tegenwoordig roetfilter. Wrijving remmen afschuren van rubberbanden en het wegdek.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

emissiekasse en milieuzo nes

A

diesel voertuigen hoe hoger hoe schoner tm 6 in milieuzone mag je met bepaalde klasse niet in.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

milieumaatregelen

A

-driewegkatalysator; reinigt uitlaatgassen koolstof en stikstofoxiden pas na 15-20min opwarming daardoor kortere afstanden slechter voor milieu.
-roetfilter op diesel
-AdBleu is een vloeistof die gebruikt wordt in dieselmotoren om de uitstoot van schadelijke stoffen te verminderen, wordt in hete uitlaatgassen gespoten stikstofoxide wordt ogezet in stikstof en water. Moet je zelf bijvullen.
-

17
Q

energiebewust rijden

A
  • rijdt direct na het starten rustig weg
  • schakel vlot door
  • boven de 2500 te laat onder de 1500 te vroeg.
  • laat uitrollen, door gas lot te laten niet onnodig remmen
  • bandenspanning en onderhoud minder energieverbruik
  • anticipeer goed en houdt afstand, constantere snelheid
  • zet de motor af bij langer wachten of gebruik het start stop systeem
  • gebruikt energiebesparende apparaten zoals cruisecontrol boordcomputer en navigatiesysteem.
  • rijdt zo min mogelijk met geopende (dak)ramen meer weerstand
18
Q

onderhoud en controle

A

-regelmatig doen
-stuurinrichting meer trilen, zwaarder sturen of zo dan niet meer rjden. na laten kijken. Rood stuur een rondje met een blokje en wit puntje (storing stuurbekrachtiging)
-claxon moet het doen icoontje trompet
-ophanging wielen aan voertuig, auto is minder stabiel
-slechtwerkende remmen heel gevaarlijk minder goed remmen of scheef trekken of lampje geel rondje met aan weerszijde stippellijn niet verder rijden.
-banden rondje om auto voor rit geen banden slap of leeg, ventieldopjes aanwezig (band loopt langzaam leeg door vuil./ geen zichtbare beschadigingen?niet rijden klapband gevaar Eens in de maaand controleer je bandenspanning (tussen 2-2,5Bar staat in instructieboekje.Te lage bandenspanning zorgt voor meer verbruik een slechtere wegligging door minder grip en meer slijtage aan de banden. en profieldiepte in de hoofdgroeven van de band sljtage indicatoren moeten lager liggen dan bovenrand groef. Winterbanden hebben extra groefjes in het profiel. Winterband wettelijk de 1.6mm maar eigenlijk 4 mm profiel nodig.
-verlichting en richtingaanwijzers, lanmglazen schoon en onbeschadigd? knipperlicht stuk andere gaat sneller knipperen, icoontje lampje met uitroepteken erin. Lamp moet je officieel ter plekke kunnen vervangen. maar is niet altijd mogelijk in moderne auto’s dus snel naar garage.
je mag niet rijden met een kapotte uitlaat. overlast en slecht voor mileiu.
Remvloeistof kun je niet zelf bijvullen de rest wel. bij koude motor checken en vullen.

19
Q

ABS

A

Anti Blokkeer Systeem, dit systeem zorgt ervoor dat de wielen niet blokkeren tijdens hard remmen, hierdoor blijft het voertuig beter bestuurbaar tijdens een noodstop, je merkt ABS aan een trillend rempedaal.

20
Q

gezond verstand

A

vervoer nooit dingen op de hoedenplank, of als het zicht ontneemt

21
Q

Advanced Driver Assistance Systems ADAS

A

vals gevoel van veiligheid, je wordt er lui van.
cruisecontrole niet bij gladheid en slecht weer meer slip gevaar.
Automatische verlichting werkt niet altijd goed, herkent mist niet of mist een tegenligger.
Automatische bandenspanning meting mist soms lage spanning doordat alle banden lage spanning hebben dus ook zelf controleren.

22
Q

lading

A

zowel deelbare als ondeelbare lading mag achter de auto nooit meer als 1 m uitsteken. Bij aanhangwagens soms wel. Ondeelbare lading mag aan de voorzijde 1m uitsteken.

23
Q

binnenspiegel zicht

A

mag wegvallen door lading buitenspiegels niet!

24
Q

acculampje

A

gaat uit als je gestart hebt zo niet stop dan zo snel mogelijk op een veilige plek en bel de pechhulpdienst/garage. Niet doorrijden bij moderne auto’s vanwege uitvallende systemen bij lage stroom.

25
Q

milieubewust rijden

A

optrekken en remmen zoveel mogelijk voorkomen, rustig wegrijden en tijdig schakelen. ver vooruit kijken verminderd onnodig remmen.