Verklarende woordenlijst Flashcards

(49 cards)

1
Q

• carpule

A

glazen buisje met vloeistof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

• vasoconstrictor

A

bloedvat vernauwer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

• pH

A

zuurgraad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

• carpulespuit

A

injectiehandstuk waar ‘n carpule in gaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

• intraligamentaire anesthesie

A

verdoving langs het wortelvlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

• oppervlakte anesthesie

A

verdoving van alleen de huid of het slijmvlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

• aspiratie

A

opzuigen (van bloed)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

• intravasaal of intravasculair

A

in een bloedvat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

• epinefrine of adrenaline

A

(synthetisch) bijniermerg hormoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

• infiltratieanesthesie

A

verdoving van de eindtakjes van een gevoelszenuw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

• geleidingsanesthesie

A

verdoving van de begintak van een gevoelszenuw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

• intraveneus

A

in een ader

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

• sensibele innervatie

A

met een zenuw van gevoel voorzien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

• neurocranium

A

hersenschedel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

• hoge tuberanesthesie

A

verdoving van de halve bovenkaak door een injectie achter het tuber maxillare

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

• cortex

A

buitenste, harde deel van het bot of een pijpbeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

• vestibulair, buccaal, labiaal

A

naar de omslagplooi, de wang of lip gericht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

• oraal, palatinaal, linguaal

A

naar de mondholte, het verhemelte of de tong gericht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

• extra periostaal

A

buiten het beenvlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

• intraossaal

21
Q

• sup- en supraperiostaal

A

onder en boven het beenvlies

22
Q

• arteria en vene

A

slagader en ader

23
Q

• apex (apices)

A

wortelpunt, -punten

24
Q

• transversaal

A

dwars geplaatst

25
• divergentie en convergentie
uit elkaar en naar elkaar verlopend
26
• indicatie
reden
27
• dorsaal en ventraal
naar de rugzijde en naar de buikzijde gericht
28
• craniaal en caudaal
naar boven (kruin) en naar onderen (voetzool) gericht
29
• homolateraal (ipsilateraal) en contralateraal
aan dezelfde en de tegenoverliggende zijde
30
• vascularisatie
doorbloeding
31
• diffusie
passieve doordringing
32
• prikhematoom
bloeduitstorting door naald
33
• flegmoneuze ontsteking
zich snel en ongebreideld voortschrijdende ontsteking
34
• symfyse gebied
grensgebied tussen linker en rechter mandibulahelft
35
• anastomosen
verbinding tussen bloedvaatjes of zenuwtjes (uit verschillende richting)
36
• mimische spieren
aangezichtsspieren, niet tot de kauwspieren behorend
37
• glandula parotis
oorspeekselklier
38
• mediastium en pericard
anatomische ruimte tussen de beide longen, resp. de ruimte direct rond het hart
39
• postoperatieve trismus
beperking van de mondopening (direct) na een behandeling
40
• lingula (mandibulae) of doorn van Spix
botuitsteeksel bij het foramen mandibulae waar de n. alv. inf. de onderkaak binnengaat
41
• progene mandibula
vooruitstekende onderkaak
42
• paralyse en parese
volledige en onvolledige en/of onvolkomen motorische verlamming
43
• motoriek, motorisch
door spieractiviteit beweeglijk
44
• platisma
oppervlakkig gelegen halsspier
45
• empatisch
begripvol
46
• crista zygomaticoalveolaris
aanhechting van het jukbeen op de bovenkaak
47
• microprocessorgestuurde
met een computer gestuurd motortje
48
• a priori
op voorhand
49
• traumatisch ulcus
een wond door weefselbeschadiging