Verlichting Flashcards

1
Q

Welke ongemakkelijke waarheid presenteren terroristische aanslagen ons?

A

Dat sommige landgenoten ons samenlevingsmodel zo erg haten, dat ze bereid zijn zichzekf op te blazen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Geef enkele verlichtingswaarden

A

Universele mensenrechten
Vrijheid van mening
Vrijheid van religie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarom mogen we niet doen alsof de verlichting superieur is?

A

Dat is contraproductief. De ‘vijand’ van de verlichting kan een extra argument geven om zich af te zetten van onze manier van leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is potentia

A

De kracht die de mens zelf heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is potestas

A

De politieke macht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het grootste probleem van de verlichting vandaag?

A

We beschouwen de verwezenlijkingen van de verlichting als vanzelfsprekend. Gierdoor wordt onze samenleving kwetsbaarder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Geef 4 verlichtingsdenkers.

A

Voltaire
John Locke
Jean-Jaques Rousseau
Hobbes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat hebben de verlichtingsdenkers gemeen?

A

Ze stelden de samenleving waarin ze leefden kritisch in vraag, ze gingen op zoek naar nieuwe vormen van samenleven en probeerden die toe te passen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Door wat wert het ancien regime gekenmerkt?

A

Absolutisme
Staatsgodsdienst
Standenmaatschappij
Mercantilisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de 18e eeuw

A

Een scharniereeuw: maakt uit van de vroegmoderne tijd maar draagt ook de overgang naar de moderne tijd in zich

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Door wat word de 18e eeuw gekenmerkt?

A

Verlichting
Industriële revolutie
Amerikaanse en franse revolutie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarom willen veel mensen onmondig blijven?

A

Omdat de meeste mensen het gemakkelijker vinden om zelf geen mening te moeten vormen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een belangrijke voorwaarde om tot verlichting te komen

A

Durf te denken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de verlichting

A

Een filosofische stroming die in de 18e eeuw is ontstaan. Het menselijk verstand wordt onbegrensd vertrouwd. Het licht van het menselijk verstand zou de duisternis van de onwetendheid en vooroordelen doe verdwijnen. Je kan ‘het licht zien’ door je eigen verstand te gebruiken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat had de mens voor de verlichting meegemaakt

A

Al 2 intellectuele revoluties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Geef de eerste intellectuele revolutie

A

Vlnd plaats tijdens de klassieke oudheid, wanneer griekse filosofen een verstandelijke uitleg trachten te vinden voor het bestaan van de wereld en de mens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Geef de tweede intellectuele revolutie

A

In de vroegmoderne tijd, wanneer de humanisten de plaats van de mens en de wereld kritisch onderzochten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Welke 2 ‘methodes’ ontwikkelden de voorlopers van de revolutie

A

Empirisme & rationalisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Geef de etymologie van empirisme

A

‘Empirie’ -> betekent zintuigelijke waarneming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wie is de grondlegger van het empirisme

A

Francis Bacon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat was het centraal idee van het empirisme

A

Ervaring en waarnemingen leiden tot kennis

22
Q

Wat was de methode van het empirisme

A

Indictieve methode: experimenten en waarnemingen -> fundamentele principes

23
Q

Wat is de etymologie van het rationalisme

A

‘Ratio’ -> verstand

24
Q

Wie is de grondlegger van het rationalisme

A

René descartes

25
Wat is het centraal idee bij het rationalisme
Verstand leidt tot kennis
26
Welke methode hoort bij het rationalisme
Deductieve methode: fundamenteel principe -> via logisch redeneren -> nieuwe inzichten
27
Hie werden de ideen van de verkichting verspreid
Loges Salons Boekdrukkunst
28
Wat zijn salons
Bijeenkomsten van verschillende mensen waarop zaken op het gebied van o.a. literatuur worden besproken
29
Wat zijn loges
Een genootschap van mensen die streven naar geestelijke en morele verheffing en wederzijdse hulp
30
Wie schreef de enclycopedie
D’Alembert
31
Wat is volksoeverniteit
Het principe dat het volk het hoogste gezegd vormt van de staat
32
Voor welke scheiding der machten pleit locke?
Wetgevende macht (volk) Uitvoerende macht (staat)
33
Voor welke machten pleit montesquieu
Wetgevende Uitvoerende Rechterlijke
34
Wat is het verschil tussen montesquieu en locke als je kijkt naar de scheiding der machten
M: 3 L: 2
35
Wat is het gevaar van machtsconcentratie
Als 1 persoon tot meerdere machten behoort is er geen vrijheid meer. Hij wordt dan een alleenheerser
36
Wie mocht er allemaal mee beslissen van montesquieu
Alleen het eijke volk De armen waren te dom
37
Wat is rechtszekerheid
De zekerheid dat je er als burger op kan rekenen dat je rechten geëerbiedigd zullen worden
38
Wat is rechtsstaat
Een staat waarin de rechten van burgers door wetten worden beschermd tegen de staatsmacht
39
Verschil tussen rousseau locke en montesquieu
L & R: voorstander volksoeverniteit M: geen voorstander
40
Welk begrip zorgt voor veel miserie
Bezit
41
Welke ideologie heeft zich laten inspireren door Rousseau
Communisme
42
Pleit Voltaire voor volksoeverniteit
Neen
43
Welk doel streeft een vorst na
Het lot van hun onderdanen te verbeteren
44
Wat is een deïst
Een religieus-filosofische opvatting die god als transcedente oorzaak van de natuurwetten beschouwd
45
Wie is de vader van het economisch liberalisme
Adam Smith
46
Tegen wat verzette Smith zich?
Mercantilisme Planeconomie: geen wet van vraag en aanbod wel de overheid die de prijzen betaald
47
Welke taken kan de staat wel behartigen volgens Smith? !!!
Maatschappij beschermen Openbare instelingen oprichten en in stand houden om zo een veilige plaats voor handel te voeren te creëren Handel faciliteren via een rechtssysteem, ordehandhaving en het voorzien van infrastructuur
48
Wat is volgens Smith de drijfveer van de mens?
Hun eigen belangen en behoeften
49
Wag is een van de belangrijkste elementen in een verkicht economisch systeem
Rationalisering van arbeid
50
Ergenis van de verlichting politiek
Verlicht despotisme en revoluties
51
Erfenis van de verlichting economisch
Industriële revolutie
52
Erfenis van de verlichting sociaal
Emancipatiebewegingen