VERVOEGINGEN Flashcards
(18 cards)
L’imparfait
je neemt de nous-vorm en je laat de -ONS weg
de uitgangen van L’imparfait
je/tu X - als
il/elle/on X- alt
nous X - ions
vous x -iez
ils/elles x - alent
de uitgangen van L’imparfait met het werkwoord être
je/tu X - étais
il/elle/on X- était
nous X - étions
vous x -étiez
ils/elles x - étaient
hoe vervoeg je de futur simple
je - ai
tu - as
ill/elle/on -ons
nous - ons
vous - ez
ils/elles - ont
hoe vervoeg je conditionnel present
infinitief + R uitgang Imparfait
monter
naar boven/ stijgen
rester
rusten blijven
descendre
afdalen, naar beneden gaan
mourir
dood gaan
naître
geboren worden
tomber
vallen
aller
gaan
venir
komen
arriver
aankomen
entrer dans
binnenkomen in
sortir
uitgaan
partir
vertrekken
retourner, rentrer, revenir
terugkeren