Brainscape's Knowledge GenomeTM


Top Flashcards (Certified)
All Flashcards

gebouwuitrusting > verwarming > Flashcards

verwarming Flashcards

(71 cards)

Start Studying
1
Q

Ben-woning

A

bijna energie neutrale woning (vlaanderen)
E peil: 30
10kWh/m² hernieuwbare energie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

COZEB

A

cost optimum zero energy building (wallonië)
isolatiegraad en netto-energiebehoefte vergelijkbaar met een passiefhuis
luchtdichting v50 max 2m³/(h.m²)
50% afdekking van hernieuwbare energie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Ben-eisen

A

voor niet residentiële gebouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

U=

A

(W/m²K)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is de bedoeling van een verwarmingsinstallatie

A
  • gewenste binnen comfortklasse en comfort temperaturen behouden
  • warmteverlies compenseren
  • energieverliezen compenseren
    => verwarmingsinstallatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

thermisch comfort hangt af van

A

kledingindex en activiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

transmissieverliezen WVtrans

A

= (som van teken) Ui x Ai x (delta) Ti

afhankelijk van U-waardes van de wanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Lekverliezen of infiltratieverliezen WVlek

A

= 0.34 x ventilatievoud x volume(ruimte) x (temp binnen -temp buiten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Ventilatieverliezen WVvent

A

= 0.34 x debietventilatie x (temp binnnen- temp pulsie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Warmte verlies lokaal

A

WVlokaal= (WVtrans + WVlek + WVvent) x (1 + Mo + Mcw)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

vuistregel voor specifieke warmteverliezne in W/m³

  • isolatie van oud gebouw
  • isolatie actuele standaard
  • isolatie passieve standaard
A
  • oud gebouw: 27,50W/m³
  • actuele: 15.00 W/m³
  • passieve: 8.00 W/m³
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

boiler capaciteit berekenen in W

A

Warmteverlies x volume

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

centraal vs. decentraal

A

centrale verwarming is vanuit 1 boiler. decentrale verwarming is bijvoorbeeld een kachel die je aan steekt of een klein stoofke dat je in de porize steekt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

soorten energiebronnen

A
  • stookolie
  • aardgas
  • propaan
  • elektriciteit (warmtepomp)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

calorische waarden

A

brandstoffen hebben een calorische waarde (Hs) per kg, liter of Nm³.
geeft aan hoe snel een brandstof in staat is 1 kg water van 14.5 graden Celsius naar 15,5 graden Celsius, bij atmosfeerdruk, te verwarmen = energie-inhoud.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

GCV vs. NCV

A

GCV: De calorische bovenwaarde is de hoeveelheid warmte die vrijkomt bij de volledige verbranding van een eenheidgas = hogere verwarmingswaarde
NCV: de calorische onderwaarde ook wel bekend als lage verwarmingwaarde wordt bepaald door de verdampings warmte van de waterdamp af te trekken van de hogere verwarmingswaarde.
de aardgasprijzen worden bepaald op basis van de GCV en NCV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

verwarmingketel

A

in de ketel w. een brandstof verbrand. de vrijgekomen warmte w. afgegeven aan een fluidum waarmee de energie dan verder in het project wordt verdeeld
mogelijke fluida:
- water (meest gebruikte)
- lucht (minder courant)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

condenseredne ketel

A

groot deel van waterdamp uit rookgassen condenseren. dit condensatieproces voltrekt zich in een warmtewisselaar. Dankzij de afkoeling van de rookgassen wordt het mogelijk om een maximale
hoeveelheid voelbare en latente warmte vrij te maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

voelbare vs. latente warmte

A

Voelbare warmte is de warmte die vrijkomt wanneer de temperatuur van de waterdamp of het vloeibare water daalt.
Latente warmte is de warmte die vrijkomt wanneer de waterdamp in de gassen naar zijn vloeibare staat overgaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

voordelen van condensatieketel

A

rendement kan tot 10%hoger liggen dan dat van een traditionele niet condenserende ketel.
verbeterde energieprestaties door:
- doorgedreven afkoeling van rookgassen
- verminderd warmteverlies
- optimalere verbranding met min. luchtoverschot.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

retour hoge temperatuur condenserende ketel

A

radiatoren en convectoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

retour lage temperatuur condenserende ketel

A

vloerverwarming en plafondverwarming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

retour hoog en laag =>

A

Condenserende HR-ketel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

luchtverwarming via

A

pelletkachel , vassart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
warmte pompen - koelmiddelen
gas fase en vloeibare fase - gas fase : - lage temp , lage druk - hoge temp, hoge druk - vloeibare fase : - lage temp, lage druk - tussentemp, hoge druk
26
wat doen koelmiddelen met milieu
gat in de ozonlaag broeikaseffect => HCFK-verbod: omschakelen naar chloorvrije koudemiddelen: ODP =0 => F-gassenverordening: terugdringen GWP
27
HCFK
Hydrochloorfluorkoolwaterstoffen
28
ODP
Ozone depletion potential; ozonafbrekend vermogen
29
GWP
Aardopwarmingsvermogen
30
soorten warmtebronnen
- aarde: werkwijze bij voorkeur monovalent - grondwater: werkwijze bij voorkeur monovalent - lucht: werkwijze bij voorkeur bivalent mono-energetisch - andere absorberende systemen: werkwijze bij voorkeur bivalent mono-energetisch
31
soorten warmtepomp
- monovalente werking - mono-energetische werking - bivalent-parallelle werking - bivalent-alternatieve werking
32
monovalente werking
uitsluitende verwarming via warmtepomp; heel belangrijk goeie dimensionering voor pomp; genoeg warmte beschikbaar want te veel w. te duur; rekening houden met feit dat er constant behoefte aan warm tapwater is; water/water warmtepomp is geschikt voor deze werkwijze
33
mono-energetische werking
warmtepomp zorgt voor grootste deel, bij koud weer is er ondersteuning van elektrisch element; warmtepompvermogen => 80% maar aandeel stookactiviteit is zo een 92 à 98%
34
bivalent-parallelle werking
2 manieren, warmteopwekking, naast elkaar; w. aangevult tijdens verwarmingswerking met een bijkomende warmtegenerator; verwarmingsvermogen vd warmtepomp => 50-70% aandeel jaarlijkse stookactiviteit => 72-90% ; goedkoper bij renovatiewerken aan bestaande verwarming
35
bivalente-alternatieve werking
tot aan een bepaalde minimum buitentemp. voor volledige verwarming zorgen; wnr buitentemp te laag is w. warmte pomp volledig uitgeschakeld; lucht/water warmtepompen: door laat rendement bij lage buitentemp.
36
COP
Coefficieent of performance
37
warmtepomp - verwarming - horizontale captatienet
- 1.2m onder maaiveld - w. door aarde opgewarmd - bodem werkt als zonnecollector - hoeveelheid energie te onttrekken eerder beperkt
38
warmtepomp - verwarming - verticale wisselaar
- gaten in grond - het aantal en de diepte is afhankelijk van het gewenste vermogen en type ondergrond - investering hoger, maar rendement groter - energiepaal in funderingspaal integreren - hoe dieper, hoe warmer -
39
warmtepomp - verwarming - grondwaterputten
- 2 putten - uit 1 put w. grondwater opgepompt, waaruit warmte w. gewonnen. - via andere put water terug in de grond - afgekoelde water in zomer oppompen - en zo verwarmde weer in de winter gebruiken - hoogste rendement maar kan maar in regio's met zanderige ondergrond waar grondwater met voldoende debiet is (de kempen)
40
soorten warmtepomp verwarming
- horizontale captatienet - verticale wisselaar - grondwaterputten - lucht
41
warmtepompen - directe expansie
- lucht/lucht of lucht/water - DX - verschillende componenten worden in verschillende secties gepolaatst welke verbonden zijn door middel van koelleidingen - veelal omkeerbaar: functie verdamper en condesor kunnen worden omgekeerd. - voordeel: ruimte kan nu ook gekoeld worden - verwarmen: condensor sectie w. direct in afgifteruimte geplaatst, het koudemiddel zal dus pas in de te verwarmen ruimte condenseren. (directe expansie) - koelen: rollen worden omgekeerd condensor w. verdamper
42
soorten DX systemen
- VRV/VRF systeem - hybrid VRF - kunnen: - enkel verwarmen - enkel koelen - beide
43
VRV vs. VRF
VRV: variable refrigerant volume VRF: variable refrigerant flow
44
DX systeem: Buitenunits vs. binnen units
buitenunits kunnen bevriezen | binnenunits kunnen verstopt zijn in de muur etc.
45
fluidum water leidingen
stalen leidingen: gelast, geschroeft | kunststof leidingen: stangen, buis-in-buis, voorgëisoleerd
46
plaatsing collectoren
- collectoren in collectorkast | - collectoren vrijstaand
47
fluidum lucht: luchtdebiet bepaling Q(watt)
Q[watt]= 0.34 [W/(m³/h)/°C] x Stroomsnelheid [m³/h] x (delta) T [°C]
48
all air heating vs. all air cooling
all air heating: 10°C boven kamer temp | all air cooling: 5-9°C onder kamertemp
49
vuistregel luchtkanaal
1m³/h = 1cm² opp. kanaal
50
debiet (m³/s)
snelheid (m/s) x oppervlakte (m²)
51
eindunits verwarming opdelen in
hoge en lage temperatur verwarming
52
eindunits fluidum water
- radiatoren: radiatie en convectie - paneelradiatoren: 1,2,3 gelijkaardige panelen uit plaatstaal die aan elkaar worden bevestigd of gelast. verticale kanalen - leden radiatoren: leden aan elkaar geschroefd of gelast, horizontale kanalen - gladde buizen: heet water of thermische olie die stroomt door het verwarmingslichaam. - ribbenbuizen - convectoren: bestaat uit 1 of meerdere buizen, naast of boven elkaar.
53
opstelling verwarmings uitput
vrije opstelling, of geen vrije opstelling - wall model - stand alone - integrate in furniture
54
opstelling verwarmingssystemen problemen
- aanzuigopening te klein - aanzuiging van koude lucht door het niet-aansluiten van de convector - luchtstroom gaat wervelen omdat de nis te diep is - convector te hoog geplaatst - opp v.d. uitblaasopeningen verminderd door de rooster.
55
vloerinbouw convectoren
koude lucht valt via scheidingswand in de put en komt onderaan in contact met de warmtewisselaar waardoor het opgewarmde cv water stroomt. convectie
56
ventilo convectoren
verwarmingslichaam waar warmte wisselaars en ventilatoren zijn ingebouwd en waarbij natuurlijke luchtcirculatie vervangen w. door een gedwongen circulatie. - wall model - in vloer - stand alone
57
bij ventilerende /inductieconvectoren wordt er een onderscheid gemaakt tussen 2 hoofdtypes
- 2pijpssysteem: systeem met 2 buizen die uitgerust zijn met 1 enkele batterij om mee te verwarmen in de winter en te koelen in de zomer - 4 pijpssysteem: 4 buizen die een warmte en koude batterij hebben , aparte circuits voor verwarming en koeling
58
Vloerverwarming
- warmwarmtecirculatie op lage temperatuur - hele dekvloer als verwarmingslichaam op lage temperatuur - gelijkmatige verdeling van de temp. - ijsvrijhouden voetbalveld
59
samenstelling vloer bij vloerverwarming
draagvloer, folie, uitvullaag, isolatie, verwarmingsleidingen, dekvloer en vloerafwerking
60
natte vs. droge systemen vloerverwarming
bij droge systemen zijn de verwarmingsbuizen in een speciaal gevormde isolatieplaat verzonken waardoor de dekvloer tot een minimum beperkt kan worden bij nat systeem ligt de verwarmingsbuis verzonken in de dekvloer en is volledig omhuld door materiaal van de dekvloer bij half droog systeem worden speciaal gevormde isolatieplaten gebruikt maar er wordt geen afdekplaat toegepast waardoor de verwarmingsbuis opnieuw ged. omhuld wordt door de dekvloer -natte: buizen in dekvloer, buizen onder dekvloer - droge: buizen in vloeriso, systeem met holle plaatelementen.
61
bij keuze legpatroon spelen verschillende factoren een rol
- belang van een gelijkmatige vloeroppervlakte temp - de aanwezigheid van koude buitenwanden - de aanwezigheid van koude randzone uitzet voegen moeten voorzien worden grootste lengte 8 m.
62
max heating en cooling capacity vloerverwarming
max heating: +/- 100 W/m² | max cooling: +/- 40 W/m²
63
wandverwarming
watervoerende verwarmingsbuizen tegen de muren. voor kamers waar nuttige vloeropp. beperkt is.
64
3 technieken wandverwarming
1. verwarmingsbuizen op muur gemonteerd en worde de ruimte tussen buizen opgevuld met cement 2. verwarmingsbuizen in speciale bouwblokken, gaten opgevuld met mortel 3. bij betonwanden verwarmingsbuizen voor gemonteerd ook mogelijk bij houtskeletbouw: - bij volledig droge opbouw en half droge opbouw
65
plafondverwarming
warmte straalt naar beneden
66
klimaatplafond
De buitenunit mengt verse buiten- met binnenlucht en verwarmt of koelt deze. De binnenunit blaast vervolgens de verwarmde of gekoelde lucht in de ruimte tussen het spanplafond en het originele plafond. Hierdoor werkt het spanplafond als temperatuurgeleider.
67
betonkernactivering
tijdens warme dagen stuurt het koud water door beton waardoor het afkoelt en koude binnen houdt winter juust omgekeerde
68
straling vs. convectie
straling: massa warmt op en massa koelt af convectie: luchtbeweging, kan je ineens afzetten
69
radiatorkranen
- handbediend: kunnen afsluiten en inregelen van de toevoer van het warmte medium - thermostatisch bediend:
70
thermosstaat
regelt de temperatuur van je huis of kamer op basis van de gewenste temperatuur en het ingestelde tijdstip
71
extra mogelijkheden smart thermostaat
- realtime inzicht in je verbruik - bediening vanop afstand - zelflerend - verwarmen per kamer - geofencing

gebouwuitrusting (3 decks)

Brainscape helps you reach your goals faster, through stronger study habits.
© 2025 Bold Learning Solutions. Terms and Conditions