verzorgingsstaat Flashcards
(15 cards)
1
Q
De drie terreinen
A
- Onderwijs
- Gezondheidszorg
- Sociale zekerheid
2
Q
voorbeelden maatschappelijke middenveld
A
- Het rode kruis
- Het leger des Heils
- De voedselbank
3
Q
Voorbeelden sociale grondrechten
A
- Onderwijs
- Gezondheidszorg
- Sociale zekerheid
4
Q
Leg het begrip welvaart uit.
A
Ons inkomen en hoeverre we in ons levensonderhoud kunnen voorzien.
5
Q
Leg het begrip welzijn uit.
A
In hoeverre we ons geestelijk en lichamelijk goed voelen.
6
Q
Hoe dragen bedrijven bij aan de welvaart en het welzijn?
A
- Goede arbeidsvoorwaarden
- Goede arbeidsomstandigheden
- Maatregelen om het milieu te beschermen
7
Q
Jaartal: De armenwet.
A
1854
8
Q
Jaartal: De wet van kinderarbeid.
A
1874
9
Q
Jaartal: De veiligheidswet.
A
1895
10
Q
Jaartal: De leerplichtwet.
A
(1901)
11
Q
Jaartal: De arbeidswet.
A
1919
12
Q
Tussen welke tijd zijn jongeren verplicht om naar school te gaan?
A
5 t/m 16
13
Q
Liberale visie
A
- Vrijemarkteconomie
- Terughoudende rol van de overheid
14
Q
Sociaaldemocratische visie
A
- Gemengde economie
- Minder sociale ongelijkheid
- Bedrijfsleven en overheid werken samen
15
Q
Christendemocratische visie
A
- Sterk maatschappelijk middenveld
- Overheid heeft aanvullende rol