verzorgingstaat hs 5 Flashcards

(46 cards)

1
Q

Verzorgingstaat

A

De overheid bemoeit zich actief met de welvaart en her welzijn van zijn inwoners

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welzijn

A

Geeft aan in hoeverre we ons geestelijk en lichamelijk goed voelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welvaart

A

Ons inkomen en de mate waarin we daarmee in ons levensonderhoud kunnen voorzien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Solidariteit

A

Als er bereidheid is in een groep of samenleving om risico’s met elkaar te delen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Sociale grondrechten

A

Is een grondrecht die actief optreden van de overheid vereist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Sociale zekerheidsstelsel

A

Alle uitkeringen die mensen verzekeren van een inkomen bij werkloosheid, ziekte, ouderdom of arbeidsongeschiktheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Maatschappelijk middenveld

A

Organisaties die tussen de overheid en de individuele burger in staan en die verschillende groepen, meningen en belangen vertegenwoordigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Vrije markt

A

De prijs van deze goederen en diensten door vraag en aanbod tot stand komt en de overheid alleen kader stelt met wetten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Nachtwakersstaat

A

Een staat waarin de overheid zich beperkt tot het zorgen voor veiligheid en bescherming van de burgers en het handhaven van de rechtsorde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Vakbond

A

Organisaties die de gezamenlijke en individuele belangen van werknemers behartigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Algemene ouderdomswet (AOW)

A

Een volksverzekering die ervoor zorgt dat Burgers met de pensioen‘s gerechtigde leeftijd een verzekering krijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Vergrijzing

A

Het aandeel van de ouderen in de totale bevolking neemt toe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Ontgroening

A

Jonge gezinnen steeds minder kinderen krijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Participatie samenleving

A

Een samenleving waarin mensen meer verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen leven en omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Mantelzorg

A

De hulp die vanuit de directe omgeving door familie, buren en vrienden aan iemand wordt gegeven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Leerplichtwet

A

Verplicht iedereen tussen de zes en 12 jaar onderwijs te volgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Kwalificatieplicht

A

Tot je 18e ben je leerplichtig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Startkwalificatie

A

Wil zeggen dat je minimaal mbo twee, havo of vwo niveau hebt behaald

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Sociale ongelijkheid

A

Een ongelijke verdeling in de maatschappij van kennis, inkomen, status en politieke macht

20
Q

Kansen ongelijkheid

A

Ongelijke kansen vanuit startpositie’s

21
Q

Zorgverzekering

A

Vanaf je 18e verplicht om af te sluiten tegen ziektekosten

22
Q

Zorgverzekeraar

A

Bieden op de vrije markt zorg verzekeringen aan en maken elk jaar zelfstandig prijs afspraken met huisartsen, fysiotherapeuten, tandartsen en ziekenhuizen

23
Q

Qaly

A

€ 80.000 per gewonnen levensjaar in goede gezondheid

24
Q

Leefstijl

A

De manier waarop mensen leven

25
Welvaartsziekten
Ziekten zoals obesitas diabetes en hart en vaatziekten
26
Sociale verzekering
Mensen betalen een geld bedrag, ook wel premier genoemd, om zich te verzekeren tegen een bepaald risico
27
Werknemersverzekering
Verzekeringen alleen voor werknemers met een baan
28
Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA)
Wordt aangevraagd bij langdurige ziektes
29
Werkloosheidswet (WW)
Verzekering als je onvrijwillig werkeloos wordt
30
Volksverzekering
Een verzekering waar iedereen recht op heeft
31
Pensioen
Na een bepaalde leeftijd een verzekering krijgen omdat je te oud bent om te werken
32
Algemene kinderbijslag wet (AKW)
Zorgt ervoor dat ouders van kinderen onder de 18 jaar een tegemoetkoming in de kosten van het levensonderhoud van de kinderen krijgen
33
Algemene bijstand
Iedereen die ouder is dan 18 jaar, geen baan of inkomen heeft en ook geen recht heeft op een andere uitkering, kan een bijstandsuitkering krijgen
34
Sociaal minimum
Het bedrag dat mensen minimaal nodig hebben om in een levensonderhoud te voorzien
35
Wet arbeidsongeschiktheidvoorziening jong gehandicapten (Wajong)
Jongeren voor 18 een ziekte of handicap krijgen waardoor ze niet meer kunnen werken
36
Emancipatiebeleid
Extra geld voor werk gevers die mensen met een handicap aannemen
37
Positieve discriminatie
Maatregelen die achterstandsgroepen bevoordelen
38
Arbeidsethos
Het belang dat mensen aan werk hechten
39
Arbeidsmarkt
De plaats waar de vraag naar arbeidskrachten en het aanbod van arbeidskrachten elkaar tegemoet komen
40
Beroeps bevolking
Alle personen die geheel of gedeeltelijk beschikbaar zijn voor werk
41
Werk gelegenheid
De vraag naar arbeidskrachten
42
Werkloosheid
Een overschot aan arbeidskrachten
43
Automatisering
Het vervangen van menselijke arbeid door machines en computers
44
Flexibilisering
De ontwikkeling naar veel meer variaties in arbeidsrelaties en arbeidscontracten
45
Globalisering
Door wereldwijde handel raken economieën steeds meer met elkaar verbonden
46
Zpp’er
Zelfstandige werkers zonder personeel