VGT Chirurgie Flashcards

(126 cards)

1
Q

Bij welk geslacht komt pylorushypertrofie het meeste voor?

A

Meisjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de meest aangewezen operatieve behandeling bij een spondylolisthesis?

A

Spondylodese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bij welke heupfractuur is de kans op een avasculaire kopnecrose het grootst?

A

Mediale collumfractuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat moet je doen als iemand trombocytenaggregatieremmers slikt voor een grote OK?

A

Enkele dagen voor de OK staken zodat de trombocyten normaliseren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is wondgenezing met primaire intentie en wat met secundaire intentie?

A

Primair: hechten
Secundair: openlaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is viscerale pijn?

A

Prikkeling van het peritoneum viscerale, bijvoorbeeld door rek bij een obstructie, of bij een ulcus pepticum. Pijn is moeilijk aan te wijzen en wordt gevoeld in de midline.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is pariëtale pijn?

A

Prikkeling peritoneum, door inflammatie, zoals bij apendicitis of cholecystitis. Duidelijk aan te wijzen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bij welke pijn is sprake van bewegingsdrang?

A

Viscerale pijn (nierkoliek)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bij welke pijn is er sprake van vervoerspijn?

A

Pariëtale pijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is pre-operatieve trombose profylaxe?

A

Heparine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke twee heparines?

A

Ongefractioneerde vorm: korte halfwaardetijd
Gefractioneerde: lange halfwaardetijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke hernia expectatief?

A

<1 cm die geen pijn geeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wanneer hernia opereren?

A

Groot of pijnlijke hernia
Gestranguleerde hernia (pijnlijk, gevaar ischemie door arteriële afklemming)
Geïncarcareerde hernia (kan mechanische ileus geven)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is voordeel en nadeel van hernia operatie met mesh?

A

Korter herstel
Kans op neuro-vasculair letsel en recidief kleiner dan met mesh. Wel grotere kans op seromen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe loopt de hernia inguinalis medialis (directe)?

A

Mediaal van de a. epigastrica inferior. Direct door de buikwand heen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe loopt de hernia inguinalis lateralis (indirecte)?

A

Lateraal van a. epigastrica inferior. Herniatie indirect via het lieskanaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Hoe loopt hernia femoralis?

A

Inferieur van ilio-inguinale ligament (ligament van Poupart)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Hoe loopt hernia umbilicalis?

A

Door de umbilicus heen. Vaak hernia van stukje omentum majus of duodenum.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Hoe loopt de hernia cicatricialis?

A

Herniatie door operatiewond heen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is Platzbauch?

A

Openscheuren operatiewond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Hoe loopt een gastroschisis?

A

Congenitale hernia door de buikwand heen, waarbij buikinhoud niet meer bedekt is door peritoneum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Hoe loopt omphalokèle?

A

Congenitale herniatie door buikwand heen, waarbij buikinhoud wel bedekt is door peritoneum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Welke hernia vooral bij mannen en fysiek zwaar werk?

A

Inguinalis en umbilicalis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Bij wie vooral hernia femoralis?

A

Vrouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Welke hernia vooral bij jongentjes?
Inguinalis lateralis
26
Welke vormen schildklierkanker zijn er? Welke komt het meest voor en welke is het slechtst te genezen?
Papillair (80%) Folliculair (oudere patienten) Medullair (komt minst voor) Medullair groeit sneller en zaait vaker uit
27
Complicaties thyreoïdectomie?
Heesheid Neurologische symptomen als gevolg van hypocalciëmie doordat bijschildklieren zijn beschadigd of meegenomen
28
Wat is hashimoto?
Hypothyeroidie door auto-immuundestructie van schildklierfollikels
29
Wat is Graves?
Hyperthyreoïdie door auto-immuunstimulatie van de schildklier door antilichamen die werken zoals TSH
30
Wat scheiden bijschildklieren uit?
PTH wat verantwoordelijk is voor verhogen van plasma calcium.
31
Wat is een Zencker-divertikel?
Uitstulping oesofagus naar posterieur ten gevolge van zwakke plek in m. constrictor pharyngeus inferior. Deze uitstulping kan halitose (slechte adem) en dysfagie (problemen met slikken) geven.
32
Wat is achalasie en hoe kan het worden behandeld?
Contractiele slokdarm met dysfagie tot gevolg. Kan worden behandeld met Heller myotomie waarbij de externe onderste slokdarmsfincter wordt doorgenomen.
33
Wat is Zollinger-Ellison-Syndroom?
Gastrineproducerende tumor in antrum
34
Hoe kan GERD worden behandeld?
Funcoplicatie volgens Nissen of resectie van causale tumoren
35
Hoe kan gastro-oesofagale reflux door fibrosering worden behandeld?
Pneumodilatatie (opblazen balon in slokdarm)
36
Wat is odynofagie?
Pijn bij het slikken
37
Hoe kun je onderscheid maken tussen dysfagie door maligniteit of door motiliteitsstoornis?
Bij ruimte innemend proces is het progressief. Bij motiliteitsstoornis is het voor vast voedsel en vloeibaar tegelijk.
38
Oorzaak acute pancreatitis? Behandeling?
Galstenen. Behandeld met zo nodig hemodynamische ondersteuning (vocht) en pijnstilling. Indien mogelijk wordt oorzaak weggenomen door ERCP. Soms moet antipsychoticum gestopt worden (oorzaak) of elektrolytstoornis worden gecorrigeerd.
39
Oorzaak chronische pancreatitis en behandeling?
Oorzaak is alcohol (50%) of galstenen (40%), is irreversibel en moet soms worden behandeld met enzymsubstitutietherapie (lipase) omdat patiënt anders steatorroe ontwikkelt.
40
Wat is Courvoisier teken?
Trias bij pancreascarcinoom: 1. icterus 2/3. vergootte galblaas die niet/nauwelijks pijn doet
41
Welke drie anastomosen bij Whipple?
1. pancreaticojejunostomie 2. hepaticojejunostomie 3. gastrojejunostomie
42
Functie milt?
Afbreken trombocyten en afweer gekapselde bacteriën
43
44
Behandeling bij imuun-trombocytopenische purpura (ITP)?
Eerste keuze: prednison Tweede keuze: splenectomie
45
Welke vaccin moeten mensen met asplenie krijgen?
Pneumokokken vaccin (is gekapseld)
46
Wat is cholecystitis en wat is cholecystolithiasis?
Cholecystitis: ontstoken galblaas Cholecystolithiasis: galstenen
47
Meest voorkomende oorzaak dunne darm obstructies?
Adhesies na buikoperatie
48
Waar vaak divertikels?
In sigmoïd
49
Risicofactor divertikels?
Obstipatie
50
Wat is een toxisch megacolon?
Acute distensie van colon vaak gezien bij IBD en infecties met clostridiles dificile.
51
Behandeling megacolon
Als darmrust, medicamenteuze behandeling en decompressie van lucht niet help doe je evt colectomie.
52
Behandeling colorectaal carcinoom?
Indien geen doorgroei: excisie Indien wel doorgroei: bestraling met neo-adjuvante chemotherapie. Daarna excisie.
53
Waarbij past melena
Hogere bloeding
54
Waarbij pas occult bloed in feces?
Bloeding in colon ascendens
55
Waarbij past helderrood bloed in feces?
Afwijking sigmoïd/rectum
56
Behandeling fissura ani?
Lidocaïne-creme Eventueel sfincterotomie Macrogol/lactulose om feces zacht te houden
57
Hoe kunnen getromboseerde randvenen (anus) worden behandeld?
Excisie
58
Wanneer AAA behandelen chirurgisch?
>5.5
59
Wat is de EAI?
Enkel-armindex. Verhouding tussen de systolische bloeddruk in de a. tibialis posterior en die in de a. brachilais van de armen.
60
Hoe interpreteer je de EAI?
Normaal bloeddruk in enkels 1-1,2 keer hoger dan in arm. Bij vernauwing a. femoralis (claudicatio intermittens) wordt de EAI lager. EAI <0,8 is bewijzend voor arterieel vaatlijden of gemiddelde EAI <0,9 van 3 metingen.
61
Hoe ziet de Fontaine classificatie van perifeer arterieel vaatlijden eruit?
I: asymptomatisch --> lifestyle IIa: klachten bij intense activiteit, max >100m --> looptraining + levenslang ascal IIb: max afstand <100m III: chronische ischemische pijn, ook in rust --> vaatchirurgie + ascsal IV: ulcera of dreiging necrose of gangreen --> vaatchirurgie + ascal
62
Bij welke patienten geeft EAI valse waarden?
Diabetes patienten en coarctatio aortae
63
Incidentie pylorushypertrofie
1/400
64
Kenmerkend pylorushypertrofie?
Explosief braken
65
Wat is Meckel-divertikel? Behandeling?
Congenitaal divertikel van distale ileum, nabij ileocecaal klep (klep van Bauhin). Bij complicaties verwijderen. Is restant van ductus Vitellinus.
66
Wat is de ziekte van Hirschprung? Behandeling?
Congenitale paralytische ileus. Kenmerkend is uitblijven meconiumlozing in eerste 48 uur en aanwezigheid explosieve ontlasting. Colostomie en bij oudere kinderen een resectie van het aganglionaire colonsegment.
67
Welke afwijkingen kun je vinden in het achterste mediastinum? Thymomen, lynfomen of neurogene tumoren?
Neurogene tumoren
68
Wat is nadeel/voordel aan biologische klepvervanging?
Voordeel: geen antistolling nodig Nadeel: verkalking
69
Welke cellen produceren sperma en welke tetsosteron?
Sertolli doen sperma onder invloed van FSH. Leydig doen testosteron onder invloed van LH. Testosteron stimuleert weer Sertolli cellen.
70
Welke buis bij jongens in regresseie (urologie)?
Müller
71
Welke buis bij meisjes in regressie (urologie)?
Wolff
72
Wat wordt buis van Wolff bij jongens?
Vas deferens Vesiculae seminales Epididimys
73
Behandeling BPH?
Alpha-1-blokkers: ontspannen spiercellen 5-alpha-reductaseremmers: verminderen grootte prostaat. Blaaskatheter TURP
74
Behandeling prostaatcarcinoom?
T1: radicale prostatectomie T2: hormoontherapie Gemetastaseerd: orchidectomie
75
Risicofactor peniscarcinoom en wat de kans kleiner maakt?
RF: HPV Kleiner: circumcisie
76
Wanneer komt nefroblastoom = Wilmstumor, vaak voor?
2-6 jaar
77
Op welke leeftijd Grawitztumor?
Oudere leeftijd
78
Wat voor rol speelt de sympaticus en parasympaticus bij de blaas?
Sympaticus zorgt dat blasspier ontspant (urine wordt vastgehouden) Parasympaticus zorgt dat spier contraheert
79
Oorzaak overloop-incontinentie?
Zenuwschade BPH
80
Welke soorten blaasstenen?
Calciumoxalaatstenen (70%) Urinzeuurstenen Struvietstenen (proteus infecties Cystinestenen (genetisch defect niertubuli)
81
Oorzaak urge-incontinentie?
Overactieve en onvoorspelbaar contraherende m. detrusor. Kan idiopatisch of gevolg van uwi of urolithiasis
82
Behandeling nierstenen?
Expectatief ESWL (schockwave) Chirurgische resectie bij hydronefrose Nefrectomie bij lage nierfunctie unilataraal
83
Wat voor behandeling bij torsio testis?
Bilaterale orchidopexie
84
Wat voor test bij torsio testis?
Cremasterreflex is afwezig
85
Wat is een Bell-clapper deformity?
Aangeboren dat de testis niet vastzit aan de tunica vaginalis. Hierdoor hogere kans op torsio testis. Er kan preventief een orchidopexie worden uitgevoerd.
86
Welke vormen van niet-scrotale testes/cryptorchisme zijn er?
Retractiele testes: volledig normaal intwikkeld en ingedaald maar later door m. cremaster omhoog in lieskanaal. Retentio testis: niet of alleen oner manuele pressie in scrotum te brengen Ectopische testes: testes liggen buiten lieskanaal
87
Wat voor beleid bij niet-scrotale testes?
Expectatief tot 2 jaar daarna orchidopexie
88
Phimosis behandeling?
Kan op jonge leeftijd spontaan oplossen, wordt anders behandeld met corticosteroïdencrème of circumcisie.
89
Behandeling paraphimosis?
Operatief
90
Wat is verschil tussen hypospadie en epispadie?
Hypospadie: meatus ligt ventraal Epispadie: meatus ligt dorsaal
91
Verschil hydrokèle, varicokèle en spermatokèle?
Hydro: vocht in testikel, lost vaak spontaan op. Varico: vergroting plexus pampiniformis, kunnen vruchtbaarheid beïnvloeden. Sperma: retentiecyste van tubuli in epididymis.
92
Welke kant komt varicokèle meeste voor?
Linkerzijde scrotum
93
Welke rotator manchet spieren?
Supraspinatus Infraspinatus Teres minor Subscapularis
94
Wat is pijnlijk bij een supraspinatustendinitis?
Abductie
95
Waarbij past een low painful arc (60-120)? Waarbij een high painful arc (vanaf 160)?
Supraspinatuspeestendinitis Acromioclaviculair letsel
96
Wat is een Hill-sachs laesie?
Impressiefractuur posterolaterosuperieur op de humeruskop
97
Wat is een collesfractuur?
Distale radiusfractuur
98
Wat is een Smith-fractuur?
Distale radiusfractuur die naar ventraal beweegt
99
Wat is een Pareerfractuur/Monteggia fractuur?
Fractuur van de ulnaschacht met radiuskopluxatie
100
Wat is een collum chirurgicum humeri fractuur?
Fractuur van de collum met vaak schade aan de n. axillaris
101
Waar vaak schade aan bij een humerusschacht fractuur?
N. radialis
102
Waarop risico bij supracondylaire humerusfratcuur?
Risico op Volkmannse contractuur
103
Bij welke femurfractuur kans op asavsculaire necrose?
Mediale collum femorisfractuur
104
Hoe staat het been bij fractuur van de colum femoris?
Verkort en soms in exorotatie
105
Kenmerken crurisfractuur?
Risico op compartimentsyndroom met veel pijn
106
Bij welke ribfracturen kans op harttamponade?
4e t/m 9e rib
107
Hoeveel procent overlijdt binnen één jaar aan heupfractuur?
25%
108
Welke classificatie om open fracturen te beschrijven?
Gustilo-classificatie Bij graad I (<1cm) en II >1 <10)weinig of geen schade aan zacht weefsel. Bij graad III is er uitgebreide schade aan zacht weefsel. Bij IIIC vaatschade.
109
Wat voor stadiëring op röntgenfoto's bij artrose?
1. gewrichtsspleetvernauwing 2. subchondrale sclerosering 3. subchondrale cystevorming 4. osteofyten
110
Wat voor verschil in de handen bij RA en artrose?
RA alleen PIP (noduli van Bouchard) Bij artrose PIP en DIP (noduli van Heberden)
111
Welk ligament scheurt bij inversietrauma enkel en welke test positief?
Lig. talofibulare anterius. Schuiflade test en talar tist test.
112
Wat is de unhappy triad?
1. ruptuur voorste kruisband 2. ruptuur mediale meniscus 3. ruptuur medile collaterale ligament
113
Wat is een Bakerse cyste?
Dorsale uitstulping van synovium van de knie, geassocieerd met gonartrose.
114
Hoe heet de test bij een achillespeesruptuur?
Test van Thompson
115
Vanaf wanneer spreek je van scoliose?
Hoek van Cobb van >10 graden
116
Welke drie vormen scoliose?
Adolescente idiopatische scoliose: vooral meisjes die net puberteit in komen Juveniele scoliose: vooral meisjes met langzaam progressieve rechts convexe thoracale scoliose Infantiele scoliose: vooral jongetjes van <3 jaar
117
Wat is een Scheuermann kyfose?
Thoracale kyfose vooral bij jonge mannen
118
Wat is een spondylolyse?
Breuk in wervel in pars interarticularis
119
Welke wervel glijdt meestal naar ventraal bij sponylolisthesis?
L5
120
Wat is osteomyelitis?
Acute ontsteking beenmerg. Kan ontstaan door trauma of hematogene metastase door staphylococcus aureus (<3 jaar meestal streptokok)
121
Behandeling osteomyelitis?
Acute: AB 2 weken i.v. gevolgd door 4 weken p.o. Chronische: chirurgisch
122
Welke wervel is aangedaan bij een Hangmans fracture?
C2 (axis)
123
Voor welk syndroom is pijn aan de laterale zijde van de knie kenmerken?
Tractus iliotibialus frictiesyndroom
124
Hoe noem je een radiusfractuur waarbij sprake is van dislocatie van het distale fractuurstuk
Smithfractuur
125
Van welk type incontinentie heeft de patiënt waarschijnlijk last bij een beschadiging van het ophangsysteem van de urethra?
Stressincontinentie
126
Een man van 64 jaar komt met spoed naar de SEH vanwege forse pijn in de onderbuik uitstralend naar het scrotum. Hij voelt zich misselijk, heeft de neiging over te geven en voelt klam zweterig aan. De SEH-arts vermoedt dat de klachten te maken hebben met een steen in de urinewegen. In welk deel van de tractus urogenitalis zit deze steen het meest waarschijnlijk?
Distale urether