virussenn Flashcards

(21 cards)

1
Q

behandeling enterobiasis

A

mebendazol hele gezin, plakband om aan te tonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

giardia in het lichaam

A

trofoziet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

onderzoek giardia

A

tripel faces test

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

toxoplasma gondii

A

veroorzaakt tozoplasmose
- na rouw vlees

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

CDJ (gekkenkoeienziketen)

A

neurodegeratie , plagues hopen op in de hersenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

herpes simplex virus
LATENT

A

type 1: koortslip
type 2: genitaal
foetale menigitis
transpoteerd via axonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

epstein barr virus

A

type 4: pheiffer
pertechien in de wangen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

cytomegalovirus

A

AANGEBOREN
type 5: vergelijkbaar EBV
icterus
renitis
veenmergfalen
PCR

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

humaan herpesvirus

A

type 6 /7: exanthema subitum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hoe komt SARS de gastheercel binnen

A

angiotensine converting enzyme 2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat zijn arbovirussen

A

overdracht via insectenbeten en symptomen pas na 3-15 dagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is coxsackievirus A

A

veroorzaakt soort hand, voet en mondziekte-> pijnlijke blaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

HMPV

A

crepetaties beide longen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

influenza virus

A

haemaggulutine en neuraminidase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

norovirus

A

50% van GI entritis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

poliovirus

A

enterovirus die via de ontlasting wordt overgedragen
lytische infectie

17
Q

rhinovirus

A

neusverkouwdheid
mv BLWI

18
Q

rotavirus

A

veroorzaakt overgeven en diaree bij jonge kinderen
lytische

19
Q

rubella

A

rode hond. meiden belangrijk voor als ze zwnager zijn

20
Q

RS-virus

A

veroorzaakt bronchilitis en pneumonie
kins opeens heel ziek
in-en expiratoir crepetaties
behandeling palivizuurmap
immunfluorisentie

21
Q

hiv