Viscerale coördinatiesystemen Flashcards
(31 cards)
peristaltiek
de knijpende beweging van een buisvormig orgaan die ervoor zorgt dat de inhoud ervan vooruit komt
- proximaal: contractiegolf van circulaire spieren
- distaal: relaxatie
hoe beweegt voedselbrok
circulaire spierlagen duwen de voedselbrij voort door aan- en uitspannen > lengtespieren maken oesophagus korter
- mechanoreceptoren zorgen ervoor dat de lengtespieren samentrekken en de kringspieren achter de brij ook (door plexus entericus)
- sphincter aan einde via n. vagus
contractie glad spierweefsel in oesophagus
n. vagus geeft acetylcholine af en ontspant de onderste sphincter
achalasie
onderste sphincter ontspant niet goed > normale golf voor inhibitie is verstoord > slikklachten (dysfagie)
- op röntgen zie je een verdikking van de oesophagus
Waardoor prikkels van de maag
- 9e en 10e hersenzenuw via tractus solitarius naar hypothalamus
- via bloed door bijv. vetcellen met hormonen
belangrijke centra voor eetlust
- Verzadigingcentrum: aan mediale kant van hypothalamus > bij laesie geen verzadiging meer
- hongercentrum: aan laterale zijde van hypothalamus > laesie: geen honger
soorten neuronen in nucleus archuales
- anorexigene neuronen: verlies van hongergevoel bij activatie. Produceren POMC dat alfa MSH produceert > bindt aan melinecortine receptoren > remt verzadigings en hongercentrum
- orexigene neuronen: stimuleren juist, geremd door insuline, ghreline en leptine
Inname van glucose leidt tot
insulinespiegel stijging > stimuleert anorexigene en remt orexigene > negatieve feedback voor verzadigingscentrum > verzadigd
ghreline
na een tijdje niet eten > verhoogde productie zorgt voor hongergevoel door anorexigene te remmen en orexigene te stimuleren
veel vet
door veel eten> leptine > eetlust neemt af
slikken
bewust (willekeurig) slikken, maar je kunt het zodra het bezig is niet stoppen (onwillekeurig) Het vrijwillige proces wordt overgenomen door onvrijwillig
Wat gebeurt er bij slikken
- Voedsel rolt naar achter en komt in contact met pharynx = faryngeale fase; gaat reflexmatig
- Tong verder naar achter, reflexmatig sluit de epiglottis
- de UES sluit reflexmatig en zorgt dat voedsel weggewerkt wordt in slokdarm = oesophageale fase
- Voedsel naar maag door peristaltiek geinitieerd door n. Vagus en gaat dan door naar LES
functies van de maag
- opslag
- vertering: mengen, kneden, secretie hormonen en protonen, productie chymus
- bescherming: mechanisch, chemisch en bacterieel
wat voorkomt reflux
LES
soorten cellen mucosa
- parietaal: zitten in fundus en corpus en produceren HCL en IF
- muceuze: zitten in cardia
- hoofdcellen produceren pepsinogeen
- gastrinecel in antrum
- enterochromaffiene cel: produceert histamine
- D-cel: somatostatine
hoe wordt de bolus geleid
Oiv korte reflexbogen
- rekreceptor geeft signaal via interneuronen richting de kringspieren waarbij achter de bolus contractie plaatsvindt en voor relaxatie
- signaal gaat naar lengtespieren voor contractie
overgeven = emesis
relaxatie achter bolus en contractie voor bolus
aantal fasen tijdens eten
- cephale fase: zien is genoeg voor activatie maag
- gastrische fase: voedsel ruiken of zien stimuleert de maag tot de productie van maagsappen
- intestinale fase: regelsysteem in het duodenum bestaande uit hormonen en zenuwstelsel oefent invloed uit op de activiteit van de maag
–> te zuur: HCL afgifte geremd
cardiale deel
pacemakercellen; bepalen ritme van contractie van de hele maag
voedselopslag
fundus en corpus
fundus
rekt uit bij teveel eten > druk op buik > gevoel van verzadiging >receptieve relaxatie; hier worden ook spijsverteringssappen toegevoegd
antrum
deel van de maag wat de contractie en kneden van de voedselbrij doet
retropulsie
voedsel terugduwen richting de corpus
pylorus
sterke kringspier vormt de uitgang van de maag