Voc. Les Transports En Commun Flashcards
(59 cards)
1
Q
Een abonnement
A
Un abonnement
2
Q
Een onthaal
A
Un accueil
3
Q
Een luchthaven
A
Un aéroport
4
Q
Een enkele reis
A
Un aller simple
5
Q
Een retourbiljet
A
Un aller-retour
6
Q
Een (bus)halte
A
Un arrêt (de bus)
7
Q
Een treinticket
A
Un billet
8
Q
Een (trein)conducteur
A
Un contrôleur
9
Q
Het vertrek
A
Le départ
10
Q
Het inchecken
A
L’embarquement
11
Q
Een bemanning
A
Un équipage
12
Q
Een loket
A
Un guichet
13
Q
De dienstregeling
A
L’horaire
14
Q
Een passagier
A
Un passager
15
Q
Een piloot
A
Un pilote
16
Q
Een zitplaats
A
Un siège
17
Q
Een steward
A
Un steward
18
Q
Een hogesnelheidstrein
A
Un TGV
19
Q
Een bus- of metroticket
A
Un ticket
20
Q
Een transportbewijs
A
Un titre de transport
21
Q
Een traject
A
Un trajet
22
Q
Een vlucht
A
Un vol
23
Q
Een reiziger
A
Un voyageur
24
Q
Een wagon (voor producten, dieren…)
A
Un wagon
25
Een perron
Un quai
26
Een boete
Une amende
27
Een aansluiting
Une correspondance
28
Een bestemming
Une destination
29
Een treinstation
Une gare
30
Een stewardess
Une hôtesse de l’air
31
Een lijn
Une ligne
32
Een reservatie
Une réservation
33
Een metrostation
Une station
34
Een spoor
Une voie
35
Een wagon (voor personen, reizigers)
Une voiture
36
Landen
Atterrir
37
Opstijgen
Décoller
38
Afstappen
Descendre (de)
39
Instappen (vliegtuig)
Embarquer
Monter à bord de l’avion
40
Instappen (bus, trein, metro)
Monter (dans le…)
41
(De bus) nemen
Prendre (le bus)
42
Missen (niet halen)
Rater
43
Missen (gevoel)
Manquer
44
Luchtvaart-
Aérien (-ienne)
45
Rechtstreeks
Direct
46
Beschikbaar
Disponible
47
Spoorweg-
Ferroviaire
48
Zee-
Maritime
49
Streek-
Régional (-aux)
50
Ondergronds
Souterrain
51
Geldig
Valable
52
Met bestemming
À destination de
En direction de
53
Op voorhand
À l’avance
54
Afkomstig van/uit
En provenance de
55
Te laat, met vertraging
En retard
56
Tweede klas
En seconde (classe)
57
Eerste klas
En première (classe)
58
Het station binnenkomen
Entrer la gare
59
De richting … nemen
Prendre la direction …