VOC2 Flashcards

(50 cards)

1
Q

in casu ( i. c. )

A

in dit geval , bv : het geschil i.c. moet voor de vrederechter komen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

slapend bestaan

A

bv boeken in de kast zit info in - deze kan je nemen als je ze nodig hebt maar ze zijn er

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

derhalve

A

daarom,dus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

dissident

A

an­ders­den­ken­de

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

exobirant

A

buitensporig, overdreven hoog: exorbitante salarissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

freudiaans inzicht /verspreking

A

•iets dat het onderbewuste aantoont bv: hij sprak zijn vrouw aan met de naam van zijn secretaresse, een freudiaanse verspreking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

addendum

A

het [-denda]
bijlage, bijvoegsel, toevoegsel, aanhangsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

talmen

A

langzaam zijn of aarzelen om iets even uit te stellen, dralen, treuzelen: ze talmde bij de deur voor ze de klas inging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

diligent

A

vlijtig, ijverig, werkzaam, druk bezig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

addendum

A

bijlagen, bijvoegsels, toevoegsels, aanhangsels,
bv: Addendum bij de agenda voor de Algemene Vergadering van Aandeelhouders.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

in se

A

op zichzelf genomen; op zichzelf beschouwd; an sich

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

latent

A

Iets dat er wel is maar niet meteen zichtbaar. Bv een latente ziekte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

antagonisme

A

felle tegenstelling van meningen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

soelaas

A

verlichting, troosting, iets minder triest maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

antipode

A

iemand die een tegenstelling vormt met iemand anders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Ontkerstening

A

proces dat leidt tot een toestand waarin de christelijke boodschap niet langer grondslag van cultuur en moraal is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

lacune

A

iets dat ontbreekt Voorbeeld: `een lacune van een week in een dagboek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

regie

A

leiding/beheer
(of alleenhandel van de staat )

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

ontbied

A

verzoekt worden om te komen ( ontbied, ontboden, ontbood)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

corvee

A

huishoudelijke taken, lastig, vervelend werk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

fervent

A

als je het heel erg bent : bv een fervent tegenstander van iets ( vurig, enthousiast,ect…)

22
Q

performant

A

krachtig, goed presterend,met goede resultaten

23
Q

verlof

A

toestemming OF vrije dagen bv : verlof krijgen van de bank om het huis aan te kopen

24
Q

compendium

A

handboek met de samenvatting van de kennis van een bepaald terrein, bv : een compendium elecktromechanica

25
courant
wat veel voorkomt of veel gebruikt wordt. bv: het was een courante praktijk
26
apologie (apologieën,apologietje)
- verheerlijken,goedpraten, bagatelliseren of ontkennen van ernstige misdrijven zoals volkerenmoord of tereurdaden.
27
salonfähig
sociaal acceptabel, er kan zonder gene over ene onderwerp worden gesproken
28
bagatelliseren
iets onbeduidens voorstellen of aanduiden.
29
ofschoon
hoewel, bv: ofschoon ik geen zin heb, ga ik toch.
30
Dogma
betekent vastomlijnd, een aan geen beredenering meer blootstaand geloofsartikel.
31
Renderen
Rendabel zijn, profijt leveren
32
concipiëren
2 bedenken, ontwerpen, schetsen volgens een bepaald plan
33
vigeren
van kracht zijnde
34
solvabiliteit
mate waarin een onderneming of organisatie in staat is bij liquidatie aan haar financiële verplichtingen te voldoen
35
Ontluiken (ontlook)
Opengaan, zich ontwikkelen Bv een ontluikende talent
36
Transponeerbaar
Overbrengen in een ander verband, sfeer , omstandigheid ,situatie
37
aleatoir
onzeker, wisselvallig
38
proselitisme
Iemand tot je eigen mening willen bekeren op een opdringerige wijze. (bekeringsdrang)
39
preponderant
overheersend, overwegend
40
Opsouperen
Verkiwsten
41
Eclatant (bv)
schitterend, daverend: bv een eclatant succes
42
d'office
automatisch bv: je bent dan d'office een racist
43
valabel
aannemelijk, geldig
44
collusie
geheime criminele samenwerkingen
45
nefast
met heel ongustige gevolgen
46
onbevangen
nergens door geremd , onpartijdig en zonder vooroordeel
47
quote mining
citaten uit context nemen, ze vergroten, en interpreteren op een wijze die de eigen argumenten versterkt.
48
incluis
inclusief vb: iedereen, de kinderen incluis iedereen met inbegrip van de kinderen
49
met recht en reden
Ik zal met recht en rede tegen bijgeloof en vooroordelen vechten. of Lou was dus met recht en reden jaloers geweest.
50