Vocabulaire H10

Question 1

algemene benaming voor het maken van reizen gedurende een zekere periode

Answer 1

travel

Question 2

een reis van een bepaalde plaats naar een andere

Answer 2

journey

Question 3

reizen over zee

Answer 3

voyage

Question 4

korte reizen waarvan je na een kort verblijf terugkeert

Answer 4

trip

Question 5

douane

Answer 5

customs

Question 6

rij

Answer 6

queue

Question 7

overstappen van het ene op het andere vliegtuig

Answer 7

transfer

Question 8

uit het ene vliegtuig, wachten op het andere vliegtuig

Answer 8

in transit

Question 9

aansluiting

Answer 9

connection

Question 10

overstappen

Answer 10

to change trains/buses

Question 11

(stoel aan het) gangpad

Answer 11

aisle (seat)

Question 12

de rij vermijden/ontlopen

Answer 12

jump the queue

Question 13

bagageopslag boven het hoofd

Answer 13

overhead lockers

Question 14

van tevoren stoel gereserveerd

Answer 14

advanced seat booking

Question 15

lidmaatschap aanvragen

Answer 15

to apply for a membership

Question 16

auto wordt bij aankomst geparkeerd

Answer 16

valet service airport parking

Question 17

(achterover) leunstoelen

Answer 17

reclining seats

Question 18

eten en drinken tijdens de vlucht

Answer 18

in-flight drinks and food

Question 19

films e.d. gedraaid tijdens de vlucht

Answer 19

in-flight entertainment

Question 20

een lagere prijs bieden dan

Answer 20

undercut

Question 21

gemakkelijk

Answer 21

convenient

Question 22

introductie

Answer 22

launch

Question 23

stabilisering

Answer 23

consolidation

Question 24

concurrentie

Answer 24

competition

Question 25

reguliere luchtvaartmaatschappijen

Answer 25

mainstream airlines

Question 26

prettige dienstregeling

Answer 26

ease of scheduling

Question 27

vervoerder = luchtvaartmaatschappij

Answer 27

carrier

Question 28

voor zich proberen te winnen

Answer 28

wooing

Question 29

zich onderscheiden van

Answer 29

to set itself apart

Question 30

onkosten voor bedrijf

Answer 30

business expenses

Question 31

gemaakte zakelijke onkosten

Answer 31

incurred expenses

Question 32

bedrijfscreditcard

Answer 32

company credit card

Question 33

verantwoordingsformulier

Answer 33

expenses form

Question 34

bonnetjes

Answer 34

receipts

Question 35

declaratieformulier

Answer 35

expenses claim form

Question 36

gemaakte onkosten

Answer 36

incurred expenses

Question 37

btw (belasting toegevoegde waarde)

Answer 37

VAT (Value Added Tax)

Question 38

vergoeden

Answer 38

reimburse

Question 39

onderzoek en ontwikkeling

Answer 39

research and development

Question 40

kostenplaats

Answer 40

cost centre

Question 41

richtlijnen

Answer 41

guidelines

Question 42

indienen

Answer 42

submit

Question 43

voorafgaand aan

Answer 43

prior to

Question 44

afhandeling

Answer 44

settlement

Question 45

bestemming

Answer 45

destination

Question 46

doel

Answer 46

purpose

Question 47

privévoertuigen

Answer 47

privately owned vehicles

Question 48

land waarin u woont

Answer 48

country of residence

Question 49

allebei deze boeken

Answer 49

both these books

Question 50

wij beiden

Answer 50

both of us

Question 51

het dubbele bedrag

Answer 51

double the sum

Question 52

een halfuur

Answer 52

half an hour

Question 53

een halve fles

Answer 53

half a bottle

Question 54

de helft van zijn geld

Answer 54

half his money

Question 55

de helft van ons

Answer 55

half of us

Question 56

taxistandplaats

Answer 56

taxi rank/ taxi stand

Question 57

taxi aanroepen

Answer 57

hailing a taxi/cab

Question 58

eerste en tweede klas kaartjes

Answer 58

standard and first class returns

Question 59

dalenurenretourtje

Answer 59

cheap day return

Question 60

bewegwijzering

Answer 60

signposting

Question 61

kruising

Answer 61

junction

Question 62

rotonde

Answer 62

roundabout

Question 63

file

Answer 63

tailback

Question 64

verkeersopstopping

Answer 64

traffic jam

Question 65

snelweg

Answer 65

motorway

Question 66

vierbaansweg

Answer 66

dual carriageway

Question 67

een paard bestijgen

Answer 67

to mount a horse

Question 68

hijsen, rukken

Answer 68

to haul

Question 69

verovering

Answer 69

conquest

Question 70

uitbreiding

Answer 70

expansion

Question 71

verplicht

Answer 71

mandatory

Question 72

uitzondering

Answer 72

the odd one out

Question 73

verboden

Answer 73

prohibited

Question 74

stimulans

Answer 74

incentive