Vocabulaire Néerlandais LDA Flashcards
(309 cards)
1
Q
Spellen
A
épeler
2
Q
Spelen
A
jouer
3
Q
Betreffen
A
concerner
4
Q
Het akkoord
A
l’accord
5
Q
Andere
A
autre
6
Q
Aan de rand van
A
au bord de/périphérie de
7
Q
Aangepast
A
adapté
8
Q
Aanpassen
A
adapter
9
Q
De accomodatiecapaciteit
A
les capacités d’hébergement
10
Q
Allerhande
A
toute sorte de
11
Q
De beamer
A
le projecteur
12
Q
De bijeenkomst/vergadering
A
la réunion
13
Q
Bijwonen
A
assister à….
14
Q
Blocnote en schrijfmateriaal
A
bloc note et matériel pour écrie
15
Q
Het buffet
A
le buffet
16
Q
De cateringformule
A
formule de restauration
17
Q
De deelnemer
A
le participant
18
Q
Deelnemen
A
participer
19
Q
De dekking
A
la couverture
20
Q
Het diner
A
le dîner
21
Q
De gast
A
l’invité
22
Q
Inhouse catering
A
restauration interne
23
Q
De koffiepauze
A
pause café
24
Q
De lunch
A
le dîner
25
Meertalig
plusieurs langues/polyglotte
26
Moduleerbaar
modulable
27
Het ontbijt
le petit-déjeuner
28
De ontspanningsmogelijkheid
possibilité de détente
29
Op maat
sur mesure
30
Op voorhand
à l'avance
31
De opleinding
la formation
32
De overnachting
la nuitée
33
De partner
le partenaire
34
Personen met beperkte mobiliteit
personne à mobilité réduite
35
De prijs-kwaliteitverhouding
le rapport qualité-prix
36
De rolstoel
la chaise roulante
37
De teambuilding
la teambuilding
38
Toegankelijk
accessible
39
Toegang
accessible
40
De tolkcabine
la cabine d'interprétation
41
De troef
l'atout
42
De voordeel
l'avantage
43
Uitgerust
équipé
44
Vastomlijnd
précis/défini
45
Het verblijf
le séjour
46
De zaalopstelling
disposition de la salle
47
Aangenaam
agréable
48
Zakelijk
professionnel
49
Gezellig Kader
cadre confortable
50
Uitstekende
excellent
51
Beschik
disposer de
52
Ruime
spacieux
53
De gasten
les invités
54
Genieten
profitez de
55
De catering
la restauration
56
De maaltijd
le repas
57
De vergaderen
les réunions
58
Jarenlange
pendant des années
59
Allerhande
toutes sorte de
60
Opleidingen
formations
61
Vastomlijnd
fixé
62
Rustig gelegen
situation calme
63
De bruisende stadcentrum
centre ville animé
64
Tegenover
en face
65
Wandelafstand
distance de marche
66
Vergaderfaciliteiten
salles de réunion
67
Uiteraard
bien sur
68
De zitplaatsen
des sièges
69
Aangrenzende
adjacent
70
Terecht
a juste titre
71
Het opstellen
la rédaction
72
Verantwoordelijk
responsable
73
De uitrusting
l'équipement
74
Voorstellen
proposer
75
Het voorstel
la proposition
76
Ontvangen
recevoir
77
Het uitzendbureau/interim kantoor
l'agence d'emploi
78
Inschrijven
s'inscrire
## Footnote
ik ben ingeschreef
79
Ingeschreven
inscrit
80
Tevreden/blij
satisfait/content
81
Bellen
appeler
82
Fabriek
usine
## Footnote
op een fabriek: dans une fabrique
83
Voorbereiden
préparer
## Footnote
ik bereidde de bestellingen van de klanten voor: je préparais les commandes des clients.
84
De werkzoekende
le demandeur/chercheur d'emploi
85
Het bedrijf
l'entreprise
86
Meertalig
polyglotte/multilingue
87
Begeleiden
accompagner
88
HR
human ressource: ressource humaine
89
Passen
convenir
90
Volledig
complètement/totalement
91
Dat is ons ding
ce sont notre truc
## Footnote
c'est pas mon truc: dat is mijn ding niet.
92
De medewerker
l'employé
93
Vezekeringen
les assurances
94
Verzekeringssector
secteur de l'assurance
95
Bedrijfswagen
voiture de société
96
Klantgericht
orienté client
97
Toegankelijk
accessible
98
De ervaring
l'expérience
99
Springen
saut
100
Vertrouwelijk
confidentiel
101
De sfeer
l'ambiance
102
Gelijkwaardig
équivalent
103
Nauwkleurig
précis/avec précision
104
Beheerst
maitrise
105
Beheersen
maîtriser
106
Een goede beheersing van
une bonne maitrise de
107
Zelfstandig
indépendant/autonome
108
Behulpzaam
utile/qui apporte de l'aide
109
Oplossingsgericht
axé sur les solutions
110
Flexibel
flexible
111
De vertegenvoordigen
les représentants
112
Omgaan met
savoir faire avec
113
Uitstekend
excellent/avec excellence
114
toepassingen
application
115
Het onthaal
l'accueil
116
Het plannen agenda
l'agenda de planification
117
Het event
l'évènement
118
Een kei in (het plannen...)
être un as de la planification
119
Kennis
connaissance
120
Beheert
gère
121
inkomende
entrant
122
agendabeheer
gestion de l'agenda
123
Bereiden
préparer
124
Nodige
nécessaire
125
Ondersteunen
soutenir
126
De beurs
la foire/bourse
127
Aanmaken
créer
128
In opdracht van
à la demande de
129
De bestelling
la commande
130
Ervoor
pour
131
Opvolgen
faire le suivit de... (suivre)
132
Het opvolgen
le suivit
133
Het beheer
la gestion
134
Waar nodig
ou nécessaire
135
Bijspringen
aller s'ajouter/prendre le relai
136
Het interim kantoor
bureau d'intérim
137
De begeleider
l'accompagnant
138
De begeleiding
accompagnement
139
Begeleiden
accompagner
140
Mogelijkheid
possibilité
141
De werkervaring
l'expérience professionnelle
142
De werkervaringen
les expériences professionnelles
143
Het inzicht
l'aperçu
144
Inzichten
apreçus
145
De werkterreinen
les domaines d'activité
146
Uitzoeken
trouver
147
Gepaard
jumelé
148
De vrijheid
la liberté
149
De zin
la phrase
150
Werkuren
heures de travail
151
Kennismakingsgesprek
entretien d'intro
152
Bespaart
épargne
153
Sollicitatiebrief
lettre de motivation
154
Werkgevers
employeurs
155
Gezellig
confortable
156
Zomaar
juste comme ça
157
Startersfunctie
fonction de démarrage
158
Loopbaanadvies
conseils de carrière
159
Verdienen
gagner
160
Nadeling
qui présente un inconvénient (adjectif)
161
Verdiensten
mérites
162
Bemiddeling
médiation
163
Uitzendkracht
l'intérimaire
164
Ingehouden
retenu
165
Het bedrag
le montant
166
De uitzendkrachten
les intérimaires
167
Tijdelijk
temporaire
168
De hoeveelheid
la quantité
169
Kwetsbare
vulnérable
170
De arbeidscontracten
les contrats de travail
171
Aan de slag gaan
se mettre au travail
172
Aanspreekpunt (het)
le point de contact
173
Aanstellen
nommer/mettre au travail
174
Aanstelling (de)
mettre au travail/nomination
175
Afdeling (de)
le département
176
Behandelen
traiter
177
Beheren
gérer
178
Bemiddeling (de)
l'intermédiaire
179
De troef
l'atout
180
De uitdaging
le défi
181
De vaardigheid/competentie
la compétence
182
Doorgroeien
avancer/progresser
183
Eigenschap (de)
la caractéristique
184
Ervaring opdoen (séparable)
acquérir de l'expérience
185
Gemak (het)
la facilité
186
Hands-on
débrouillard
187
In eigen beheer
en interne/gère lui même
188
Eigen
propre à soi
189
In woord en geschrift
à l'oral et à l'écrit
190
Ingehouden
(subit une) retenu
191
Inzicht (het)
l'aperçu
192
De toegang
l'accès
193
Toegankelijk
accessible
194
Kwetsbaar
vulnérable
195
Laagdrempelig
facile d'accès
196
Leidinggevende (de)
le cadre/supérieur
197
Medewerker / medewerkster (de)
l'employer
198
Nauw samenwerken met
collaborer étroitement avec
199
Netwerk (het)
le réseau
200
Notuleren
rédiger le PV
201
Onderlegd
entendu (décider)
202
Onkostenvergoeding (de)
rembourser les frais
203
Opvangen
alléger
204
Overtuigend
convaincant
205
Overtuig
convaincre
206
Overtuigd
convaincu
207
Passende vacature (de)
poste vacant approprié/offre d'emploi qui convient
208
Passen
convenir
209
Planmatig
selon le plan
210
Rijbewijs (het)
le permis de conduire
211
Sociaalvaardig
compétences sociales/sociable
212
Sparringpartner (de)
le partenaire d'entrainement
213
Talloos
nombreux/innombrable
214
Het gesprek
la conversation
215
Vitgebreid
large/détaillé
216
Uitzendbureau (het)
le bureau d'intérim
217
Vitzendconsulent(e) (de)
le consultant en agence
218
Uitzendkracht (de)
l'intérimaire
219
Vast contract
contrat à durée indéterminée
220
Verantwoordelijkheid (de)
la responsabilité
221
Verloning (de)
la rémunération/le salaire
222
Verloningspakket (het)
la rémunération (si on à une voiture de société)
223
Voldoening (de)
la satisfaction
224
het aanbod
l'offre
225
Anderzijds
d'autre part
226
Enerzijds
d'une part
227
Begeleiden
accompagnement
228
De handtekening
la signature
229
Voldoeining
satisfaction
230
Ergens
quelque part
231
Verwachtingen
les attentes
232
afgestudeerde
tout juste diplômé
233
De medewerker
l'employé
234
opvang
lieu d'accueil
235
Het rijsbewijs
le permis de conduire
236
Het vervoer
le moyen de transport
237
zwakke punten/sterke punten
faiblesses/points forts
238
Ongeduldig
impatient
239
Geduldig
patient
240
Het gedulgt
la patience
241
Onmiddellijk
tout de suite
242
passende vacature
emploi vacant qui convient
243
Voldoening
accomplissement
244
Dankbaar
reconnaissant
245
Gevloekt
jurer
246
Werkzoekenden
chercheur d'emploi
247
Omgekeerd
inversé
248
Overtuigen
convaincre
249
Verkoopstechnieken
techniques de vente
250
Het gevoel
le sentiment
251
Voelen
sentir
252
Heftruckchauffeur
conducteur de chariot élévateur
253
Boekhouder
comptable
254
Parkwachter
gardien de parc
255
Verplicht
obligé
256
Kledij
vêtements
257
Arbeidswet
droit du travail
258
De wet
la loi
259
De kennis
la connaissance
260
Ontwikkelen
développer
261
Bijleren
apprendre plus
262
De vaardigheden
les compétences
263
Te huur: à louer
264
Huren: louer
265
Te koop: à acheter
266
De derde verdieping: le troisième étage
267
De slaapkamers: les chambres à coucher
268
Het balkon: balcon
269
Nog vrij: toujours libre
270
Gemeubeld: meublé
271
Ongemeubeld: non meublé
272
De badkamer: salle de bain
273
Het bad: le bain
274
De douche: la douche
275
Een aparte wc/gastentoilet: toilettes séparés/toilettes invités
276
De tuin: le jardin
277
De lift: ascenseur
278
De keuken: la cuisine
279
Toestellen inbegrepen: appareils inclus
280
Ingericht: équipé
281
De koelkast: réfrégirateur
282
Huurprijs per maand: prix de location par mois
283
De waarborg: la garantie
284
Extra kosten: coûts supplémentaires
285
De gemeenschappelijke kosten: les frais communs
286
Het poetsen: le nettoyage
287
De gang: le couloir
288
De kenmerken: les caractéristiques
289
De faciliteiten: les équipements
290
Bezoekmogelijkheden: les options de visite
291
Het uitzicht: la vue
292
Appartement voorzieningen: équipements de l'appartement
293
Huurvoorwaarden: conditions de location
294
De waarborg: la caution
295
De oven: le four
296
Gelegen: pratique
297
De bereikbaarheid: l'accessibilité
298
Steenworp: un jet de pierre
299
Handbereik: à porté de main
300
Het kleinschalig gebouw: un appart à petite échelle
301
Wooneenheden: unités résidentielles
302
Woonomgeving: quartier résidentiel
303
De omgeving: l'environnement
304
Kelderbering: cave de rangement
305
Bovendien: en plus
306
De indeling: l'agencement
307
De inbouwkasten: des placards
308
De inloopdouche: la douche à l'italienne
309
De lichtinval: l'éclairage naturel
