Vocabulary A B C D Flashcards
(64 cards)
1
Q
Ancient
A
Antiek, erg oud
2
Q
By accident
A
Per ongeluk
3
Q
By the time
A
Tegen de tijd
4
Q
Comics
A
Stripboeken
5
Q
Curious
A
Beniewd
6
Q
Dinner lady
A
Kantinedame
7
Q
Discover
A
Ontdekken
8
Q
Draining
A
Uitgeputtend
9
Q
Fever
A
Koorts
10
Q
Handfull
A
Handvol
11
Q
Handkerchief
A
Zakdoek
12
Q
Heater
A
Verwaming
13
Q
Homework
A
Huiswerk
14
Q
Lesson
A
Les
15
Q
Look
A
Kijken
16
Q
Plough
A
Ploegen
17
Q
Quarter
A
Kwartier
18
Q
Queue
A
Wachtrij
19
Q
Slice
A
Plak of snee
20
Q
Tame
A
Tam(me)
21
Q
Art
A
Tekenen
22
Q
Assignment
A
Opdracht
23
Q
Biology
A
Biologie
24
Q
Break
A
Pauze
25
Detention
Nablijven
26
Dutch
Nederlands
27
English
Engels
28
Exam
Examen
29
Exercise
Oefening
30
Geography
Aardrijkskunde
31
History
Geschiedenis
32
Maths
Wiskunde
33
PE
LO
34
Subject
Vak
35
Teacher
Leraar of lerares
36
Test
Toets
37
Across
Aan de overkant
38
Bad
Slecht
39
Beach
Strand
40
Chewing gum
Kauwgom
41
Crazy about
Gek op
42
Difference
Verschil
43
Fancy
Luxe
44
Hang out
Rondhangen
45
Hat
Hoed
46
Instead
In plaats daarvan
47
Jewellery
Sieraden
48
Light
Licht
49
Month
Maand
50
Morning
Ochtend
51
Paragraph
Alinea
52
Popsicle
Waterijsje
53
Pupil
Leerling
54
Quality
Kwalificeren
55
School uniform
Schooluniform
56
Show off
Pronken met
57
Term
Periode
58
Underwater
Onderwater
59
Big fan of
Grote fan van
60
Fashion
Mode
61
French
Frans
62
Physical Education
Lichamelijke opvoeding
63
Really into
Erg geïnteresseerd in
64
Romance
Romantische