voorbeeldvragen examen Flashcards

(35 cards)

1
Q

Wat klopt niet over leptospirose?

A. Zit vooral in vuil en stilstaand water.
B. Is een zoönose en tast in erge gevallen nieren en lever aan.
C. De belangrijkste besmettingsbron is van hond op hond.
D. Is een bacterie die bij ratten in de urine zit.

A

C. De belangrijkste besmettingsbron is van hond op hond.

Leptospirose is voornamelijk een zoönose die via water wordt overgedragen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat klopt niet over Rabies?

A. Is een zoönose en de besmetting gebeurt via een beet of via speeksel. Bij ons was de vos de grootste bron maar in derdewereldlanden zijn honden nog steeds verantwoordelijk voor heel wat besmettingen.
B. Eens er symptomen zijn is deze ziekte altijd dodelijk. Er bestaat wel een serum maar dat werkt enkel als het zo snel mogelijk na een beet gegeven wordt voor er symptomen zijn.
C. Het virus zet zich verder in het lichaam via zenuwweefsel.
D. Als je naar het buitenland gaat is vaccinatie enkel verplicht naar landen waar nog steeds rabiës voorkomt. Een pup kan pas vanaf drie maand ouderdom op reis.

A

D. Als je naar het buitenland gaat is vaccinatie enkel verplicht naar landen waar nog steeds rabiës voorkomt.

Vaccinatie is vaak aanbevolen, zelfs als men naar gebieden reist met een laag risico.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Van welke parasiet is dit de levenscyclus?

A

A. Hondenspoelworm

De levenscyclus van de hondenspoelworm omvat verschillende stadia en kan via de ontlasting van honden worden verspreid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke ziekte kan je hond enkel opdoen in het zuiden van Europa?

A. De teek
B. Franse hartworm
C. Leishmaniose
D. Piroplasmose

A

C. Leishmaniose

Dit komt door de zandvlieg die in het zuiden te vinden is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is juist? Een geïnactiveerd of dood vaccin:

A. Geeft een betere bescherming dan een levend vaccin.
B. Werk langer dan een levend vaccin.
C. Moet meestal met een herhalingsinenting.
D. Uitzonderlijk kan je hond juist de ziekte waartegen je vaccineert krijgen als die verzwakt is.

A

C. Moet meestal met een herhalingsinenting.

Dode vaccins vereisen vaak meerdere doses voor langdurige immuniteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke ziekte heeft geen kale plekken of alopecie als belangrijk symptoom

A. Hypothyroïdie
B. Schimmel
C. Ichthyose
D. Demodex

A

C. Ichthyose

Ichthyose is een huidaandoening die leidt tot schilferige huid, maar niet noodzakelijk tot kaalheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat klopt niet over Javel of Natriumhypochloriet?

A. Goedkoop
B. Brede werking
C. Werkt ook goed in een vuile omgeving
D. Geeft irritatie van huid en slijmvliezen

A

C. Werkt ook goed in een vuile omgeving.

Javel is minder effectief in de aanwezigheid van vuil en organisch materiaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welk micro-organisme is gevoelig aan ontsmetting?

A. Parvo of kattenziekte
B. Distemper of hondenziekte
C. Schimmelsporen
D. Cysten van Giardia

A

C. Schimmelsporen

Schimmelsporen zijn vaak makkelijker te doden met desinfectiemiddelen dan virussen of bacteriën.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Deze hond begon plots te krabben aan zijn kop en op een paar uur ontstond er een rode, vochtige en kale plek. Wat is typisch voor deze symptomen?
A. Hotspot
B. Likgranuloom
C. Een bacteriële huisinfectie
D. Scabies of schurft

A

A. Hotspot

Hotspots zijn vaak het gevolg van zelfverwonding door jeuk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Een pup werd ontwormd en dit zat in zijn stoelgang.

A. Hondenspoelworm
B. Hondenlintworm
C. Vossenlintworm
D. Hartworm

A

A. Hondenspoelworm

Hondenspoelwormen kunnen zichtbaar zijn in de ontlasting bij volwassenexemplaren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is juist?

A. Als ik meer reinigingsmiddel gebruik, is het poetsen sneller gedaan en moet ik nog amper schrobben.
B. Om goed te reinigen moet je ofwel heel heet water gebruiken, of genoeg reinigingsmiddel of hard en lang genoeg schrobben.
C. Als ik een goed ontsmettingsmiddel zoals Javel gebruik hoef ik geen reiniging vooraf te doen.
D. Als ik met koud water moet poetsen, zal ik langer moeten schrobben en meer product moeten gebruiken om hetzelfde resultaat te bekomen als met warm water.

A

D. Als ik met koud water moet poetsen, zal ik langer moeten schrobben en meer product moeten gebruiken om hetzelfde resultaat te bekomen als met warm water.

Effectieve reiniging vereist een combinatie van temperatuur, tijd en schoonmaakmiddel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke ziekte is geen zoönose?
A. Franse Hartworm
B. Rattenziekte
C. Vlooien
D. Kattenkrabziekte

A

C. Vlooien

Vlooien zijn parasieten maar niet een ziekte zelf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zit niet in het basisvaccin voor pups?
A. Rabies
B. Hondenziekte of Distemper
C. Kattenziekte of Parvo
D. Hepatitis

A

A. Rabies

Rabies-vaccinatie wordt vaak later gegeven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke zoönose die overgezet wordt via een parasiet is dit?
A. Schimmel
B. Ziekte van Lyme
C. Schurft (Sarcoptes)
D. Vlooienbeet

A

B. Ziekte van Lyme

Ziekte van Lyme wordt overgedragen door teken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is juist?

A. De besmetting van de vlo gebeurt meestal rechtsreeks van dier op dier.
B. De luis legt eieren die van de gastheer op de grond vallen. De rest van de cyclus gebeurt daarna in de omgeving zoals matten, zetels en dekens.
C. Een teek verwijder je best met een tekentang. Gebruik zeker nooit alcohol, ether, zeep of andere producten om de teek te verdoven.
D. Sarcoptes of de echte schurfmijt geeft kale plekken met korsten zonder jeuk.

A

C. Een teek verwijder je best met een tekentang. Gebruik zeker nooit alcohol, ether, zeep of andere producten om de teek te verdoven.

Onjuiste verwijdering kan leiden tot infectie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

De besmetting van demodex gebeurt:

A. Wanneer twee honden direct contact hebben met elkaar
B. Van moeder op de pup tijdens de eerste levensdagen. C. Via eitjes die in de omgeving komen en zich daar ontwikkelen tot cocon. Als een hond passeert kruipt die dan op de hond
D. De larven zitten in gras en op takken en laten zich vallen op de hond als die passeert

A

B. Van moeder op de pup tijdens de eerste levensdagen.

Demodex is een normaal huidmicrobioom maar kan problematisch worden.

17
Q

Wat is geen risicofactor bij Bordetella Bronchseptica of kennelhoest?

A. Slechte verluchting
B. Vochtigheid
C. Uitwerpselen van andere honden.
D. Immuniteitsproblemen door stress

A

C. Uitwerpselen van andere honden.

Kennelhoest wordt voornamelijk verspreid via de lucht.

18
Q

Toxocara canis of de hondenspoelworm kan op 3 manieren een hond besmetten. Welke?

A

Via besmette grond
via de moeder tijdens de dracht
via prooidieren.

Deze wormen hebben meerdere besmettingsroutes.

19
Q

Wat is een ziekte die van hond op mens overgaat?

20
Q

Vraag: Het baasje van deze hond kreeg een huidziekte. De hond heeft ook huidletsels.
Welke ziekte is dit?

A

Ringworm

Geen worm, maar schimmelinfectie, de naam “ringworm” is misleidend.

21
Q

Wat is het verschil tussen een antisepticum en een desinfectant?

A

Antiseptica zijn bedoeld voor gebruik op levende weefsels, desinfectantia voor niet-levende oppervlakken.

Dit verschil is cruciaal voor toepassing en effectiviteit.

22
Q

Geef de 4 stappen van het Hygiëneprotocol:

A

Stap 1: Reinigen oppervlakte vuil.
Stap 2: Spoelen met een correcte detergent.
Stap 3: Na spoelen.
Stap 4: Drogen.

Het volgen van deze stappen helpt bij het minimaliseren van ziekteoverdracht.

23
Q

Om de hoeveel tijd moeten honden een herhalingsinenting krijgen na de basisvaccinatie van?
Rattenziekte of leptospirose: ………………………
Hepatitis: ……………………
Parvo of kattenziekte………………….
Kennelhoest: ………………………..
Hondenziekte of distemper:……………………

A

Rattenziekte of leptospirose: jaarlijks.
Hepatitis: 3 jaarlijks.
Parvo of kattenziekte: 3 jaarlijks.
Kennelhoest: jaarlijks.
Hondenziekte of distemper: 3 jaarlijks.

Vaccinatie-intervallen kunnen variëren afhankelijk van richtlijnen.

24
Q

Welke 4 groepen van mensen hebben een groter risico op een zoönose?

A
  • Kinderen
  • Ouderen
  • Immuungecompromitteerden
  • Zwanger

(YOPI)

Deze groepen zijn vaak vatbaarder voor infecties.

25
Welke eigenschap van het Parvo-virus maakt het moeilijk te bestrijden?
Het virus is extreem resistent tegen desinfectiemiddelen. ## Footnote Dit maakt controle in asielen en fokkerijen uitdagend.
26
Als je hond besmet is met lintwormen, welke andere parasiet heeft hij meestal ook?
Vlo ## Footnote Dit is een vector
27
Wat is het belangrijkste symptoom van Sarcoptes of echte schurft?
Jeuk ## Footnote Jeuk is het meest kenmerkende symptoom van schurft.
28
Via welke tussengastheer wordt de vossenlintworm voornamelijk doorgegeven?
kleine knaagdieren. ## Footnote knaagdieren zijn de primaire gastheer voor deze parasiet.
29
Bij ziekte van Cushing produceert het lichaam te veel _______.
Cortisol ## Footnote Dit leidt tot verschillende symptomen waaronder overgewicht en huidproblemen.
30
Vraag: Teken de cyclus van de vlo en benoem ieder stadium.
31
Hoe verwijder je een teek het best en wat mag je zeker niet doen?
Gebruik een tekentang en trek de teek recht omhoog. Gebruik geen alcohol of zeep. ## Footnote Het verkeerd verwijderen kan de kans op infectie verhogen.
32
Vraag: Deze hond kan niet stoppen met likken aan zijn poot. Volgens de dierenarts komt dit deels door verveling en stress bij de hond. Hoe noemt men dit wel eens?
Likgranuloom
33
Welke bevolkingsgroep moet vooral opletten met Toxoplasmose van de kat?
voornamelijk zwangere vrouwen
34
35