Voorplanting 2.1 Vruchtbaarheid Flashcards

(22 cards)

1
Q

Wordt dagelijks Ingenomen gedurende drie weken met daarna een pauzeweek, ze bevat hormonen die de eisprong voorkomen. (Naam anticonceptiemiddel)

A

De pil

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wordt één keer per menstruatiecyclus in de vagina ingebracht, hij bevat hormonen die de eisprong voorkomen. (Naam anticonceptie)

A

Anticonceptiering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Is een rubberen hoesje dat over de penis wordt gerold. (Naam anticonceptie)

A

Condoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wordt om de drie maanden ingespoten, ze bevat hormonen die de eisprong remmen. (Naam anticonceptie)

A

Prikpil

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wordt onderhuids ingebracht en geeft gedurende drie jaar hormonen af, waardoor er geen eisprong meer is en een eventuele innesteling onmogelijk wordt gemaakt. (Naam anticonceptie)

A

Hormoon staafje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Is een ankertje dat in de baarmoeder wordt geplaatst en gedurende drie tot vijf jaar hormonen afgeeft om de innesteling van een zygote te verhinderen. (Naam anticonceptie)

A

Spiraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wordt wekelijk op de huid geplakt gedurende drie weken met daarna een pauzeweek, hij bevat hormonen die de eisprong en eventuele innesteling voorkomen. (Naam anticonceptie)

A

Pleister pil

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Is de veiligste anticonceptiemethode is een combinatie van het condoom en een hormonaal anticonceptiemiddel. (Naam anticonceptie)

A

Double-dutchmethode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Een bevruchte eicel

A

Zygote

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

De versmelting van de celkern van een zaadcel en de celkern van een eicel

A

De bevruchting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

De verzamelnaam voor zaadcellen en eicellen

A

Voortplantingcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat produceert oestrogeen

A

De folikkelcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Oestrogeen commandeert de hypofyse om … te maken

A

LH

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een andere naam voor overblijvende folikkelcellen

A

Geellichamen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke twee hormonen worden in de eierstokken gemaakt

A

Progesteron en oestrogeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke twee hormonen worden door de hypofyse gemaakt

17
Q

Wat is de volledige naam van FSH

A

Folikkelstimulerend hormoon

18
Q

Wat is de volledige naam van LH

A

Luteïniserend hormoon

19
Q

Wat gebeurt er met de hormonen oestrogeen en progesteron als er geen bevruchting is

A

De hormonen dalen

20
Q

Wat gebeurt er met het baarmoederslijmvlies als er geen bevruchting is

A

Het baarmoederslijmvlies breekt af

21
Q

Wat doet hormonale anticonceptie

A

Het onderdrukt de hormonenschommeling zodat er geen eicelrijping optreedt

22
Q

Wat zijn de vruchtbaarheidstechnieken

A

Kunstmatige inseminatie, IVF, ICSI