Voortplanting Bij De Mens Flashcards

(42 cards)

1
Q

Primaire geslachtskenrmerken

A

Van bij de geboorte aanwezig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Secundaire geslachtskenmerken

A

Verandering vanaf de puberteit aan de hand van de geslachtshormonen testosteron en oestrogeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Functie balzak

A

Beschermt de teelballen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Functie teelballen

A

Productie van zaadcellen en testosteron

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Functie bijballen

A

Rijping en opslag zaadcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Functie zaadleiderd

A

Transport van zaadcellen van de bijballen naar de urinebuis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Functie zaadblaasjes

A

Productie van basisch zaadvocht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Functie prostaat

A

Productie van prostaatvocht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Functie Klieren van cowper

A

Productie van voorvocht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Functie penis let zwellichamen

A

Erectie / ejaculatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Functie eikel

A

Seksuele opwinding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Urinebuis

A

Leidt de zaadcellen baar de buitenwereld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Prostaatvocht

A

Bevat voedingstoffen die zaadcellen energie leveren en ze activeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Acrosoom

A

Bevat voortplantingsenzymen om door de glashuid van de eicel te dringen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Kop zaadcel

A

Bevat genetisch materiaal, DNA + acrosoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Tussenstuk zaadcel

A

Bevat mitochondriën: leveren energie voor de beweging van de staart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Zweepstaart

A

Zorgt voor de voortbeweging van de zaadcel

18
Q

GnRH

A

Gonadotrofine releasing hormone

19
Q

FSH

A

Follikel stimulerend hormoon
Start spermatogenese + leveren van voedingstoffen voor zaadcel
Cellen van sertoli

20
Q

LH

A

Luteïniserend hormoon
Productie testosteron
Cellen van leydig

21
Q

Functie buitenste schaamlippen

A

Beschermen geslachtsopening

22
Q

Binnenste schaamlippen

A

Bevatten slijmklieren die vocht afscheiden

23
Q

Clitoris

A

Kan orgasme opwekken bij stimulatie

24
Q

Vaginale opening

A

Ingang vagina

25
Vagina
Geboortekanaal
26
Baarmoeder
Plaats waar embryo en foetus groeien
27
Eileider
Leidt eicel naar baarmoeder
28
Eierstokken (ovaria)
Rijping van eicellen + aanmaak oestrogeen en progesteron
29
Fase 1 + fase 2 in eierstokcyclus
Folliculaire fase
30
Fase 3 en fase 4 van de eierstokcyclus
Luteale fase
31
Oögenese
Vorming van eicellen
32
Fase 1 baarmoedercyclus
Groeifase Baarmoederslijmvlies wordt dikker + aantal bloedvaten neemt toe
33
Fase 2 baarmoedercyclus
Secretiefase Glycogeen wordt geproduceerd als voedingstoffen voor embryo
34
Fase 3 baarmoedercyclus
Baarmoederslijmvlies wordt afgestoten met bloedingen als gevolg
35
Morula
De blastomeren ondergaan verdere klievingsdelingen tot celhoopje van 16 cellen
36
Klievingsdelingen
Deling van zygote
37
Trofoblastcellen
Produceren hCG
38
hCG
Humaan choriogonadotrofine hormone
39
Progesteron
Houdt zwangerschap in stand + geen nieuwe eicelrijping
40
Oestrogeen
Bevordert innesteling + zorgt dat baarmoeder kan groeien
41
Oxytocine
Brengt weeën op gang + prikkelt de spiertjes rond melkgangetjes
42
Prolactine
Zet de melkklieren aan tot productie van melk