voortplanting man Flashcards
(18 cards)
Welke twee hoofdcomponenten vind je in de testis?
Tubuli seminiferi (Sertoli-cellen + gameten) en interstitieel weefsel (Leydig-cellen + bloedvaten)
Welke celtypes zijn betrokken bij spermatogenese en waar bevinden ze zich?
Sertoli-cellen in de tubuli seminiferi; ze ondersteunen en begeleiden spermatogenese
Welke hormonale as controleert de testosteronproductie?
Hypothalamo-hypofysaire-gonadale as: GnRH → LH → Leydig-cellen → testosteron
Hoe beïnvloedt testosteron de HPG-as?
Negatieve feedback op hypothalamus én hypofyse → onderdrukt GnRH en LH-secretie
Hoe ondersteunt testosteron spermatogenese lokaal in de testis?
Testosteron bindt aan ABP in Sertoli-cellen → verhoogde lokale T-concentratie → stimulatie spermatogenese
Wat zijn perifere effecten van testosteron en zijn afgeleiden?
Vorming primaire & secundaire geslachtskenmerken, libido, spiermassa, gedrag
Wat is de rol van DHT en estradiol in mannelijke weefsels?
DHT (via 5α-reductase): androgeenwerking in perifere weefsels | Estradiol (via aromatase): werking in testis en CZS via oestrogeenreceptoren
Beschrijf de stappen van spermatogenese (karyotypisch verloop).
Spermatogonium (2n) → primaire spermatocyt (4n) → secundaire spermatocyt (2xn) → spermatide (n) → spermatozoön (n)
Hoelang duurt een volledige spermatogenesecyclus?
Ongeveer 64 dagen
Waar vindt de rijping en motiliteitsontwikkeling van spermatozoa plaats?
In de epididymis
Welke hormonale signalen zijn nodig voor spermatogenese?
GnRH → FSH → Sertoli-cellen | GnRH → LH → Leydig-cellen → T → Sertoli-cellen | inhibine (van Sertoli) → negatieve feedback op hypofyse
Wat is de samenstelling van semen?
5–10% spermatozoa | 90–95% seminaal plasma met voedingsstoffen, zouten, water, prostaglandines
Waar wordt het seminaal plasma geproduceerd?
Zaadblaasjes, prostaat, bulbo-urethrale klieren en epididymis
Hoe verloopt de ejaculatie?
Sperma in proximale urethra → contractie bekkenbodemspieren → uitstoting semen via urethra → orgasme
Welk weefsel is verantwoordelijk voor erectie en waar ligt het?
Corpora cavernosa (dorsaal) en corpus spongiosum (rondom urethra)
Welke zenuwbanen en stoffen zijn betrokken bij erectie?
Parasympathische vezels (S2–S4) | ACh → M3-receptor → eNOS → NO | NO → guanylaatcyclase → cGMP → relaxatie → erectie
Wat is cotransmissie in het erectiele weefsel?
Gelijktijdige vrijstelling van ACh (via vesikels) en NO (via diffusie) uit parasympathische postganglionaire vezels
Wat is het effect van NO op de gladde spiercellen van het erectiele weefsel?
NO activeert oplosbaar guanylaatcyclase → verhoogt cGMP → spierrelaxatie → bloedtoevoer → erectie