Vraag 1 Flashcards
(44 cards)
Utilitarisme
Het utilitarisme, is een ethische stroming waarbij de morele kwaliteit van een handeling wordt bepaald door de hoeveelheid geluk en pijn die die handeling oplevert. Oftewel: hoe meer geluk en hoe minder pijn een actie tot gevolg heeft, hoe beter die is.
deontologische ethiek
De deontologische ethiek, ook wel plichtsethiek genoemd, is een ethische stroming waarbij de morele juistheid van een handeling wordt bepaald door principes en plichten, ongeacht de gevolgen. Oftewel: een actie is goed of fout op basis van regels, niet op basis van het resultaat.
rechtvaardigheid
Rechtvaardigheid gaat over een eerlijke verdeling van rechten, plichten en middelen in een samenleving. Wat als rechtvaardig wordt gezien, hangt af van het gekozen principe: moet iedereen hetzelfde krijgen (gelijkheid), krijgt iedereen wat hij verdient (verdienste), of krijgt iedereen wat hij nodig heeft (behoefte)?
deugdethiek
Deugdethiek is een ethische stroming die niet kijkt naar regels (zoals deontologie) of gevolgen (zoals utilitarisme), maar naar het karakter van de persoon die handelt. Het draait om deugden: positieve eigenschappen zoals moed, eerlijkheid en rechtvaardigheid. Een goed mens handelt moreel juist, omdat hij of zij van nature het juiste wil doen. Deugdethiek vraagt dus niet alleen wat je doet, maar vooral wie je bent.
zorgethiek
Zorgethiek is een ethische benadering die de nadruk legt op relaties, verantwoordelijkheid en betrokkenheid bij anderen. In plaats van universele regels of gevolgen centraal te stellen, richt zorgethiek zich op de context en de specifieke behoeften van mensen. Moreel goed handelen betekent zorgen voor anderen op een manier die past bij de situatie.
preferentie-utilitarisme
Preferentie-utilitarisme is een variant van het utilitarisme die niet kijkt naar geluk of pijn, maar naar de vervulling van voorkeuren. Een handeling is moreel juist als deze zoveel mogelijk voorkeuren van zoveel mogelijk mensen vervult. Dit betekent dat niet alleen plezier telt, maar ook wat mensen zelf belangrijk vinden, zelfs als dat niet direct geluk oplevert.
handelingsutilitarisme
Handelingsutilitarisme is een vorm van utilitarisme die beoordeelt of een individuele handeling goed of fout is op basis van de gevolgen. Een handeling is moreel juist als deze het meeste geluk of welzijn oplevert voor het grootste aantal mensen. Dit betekent dat elke situatie apart moet worden beoordeeld, zonder vaste regels.
regelutilitarisme
Regelutilitarisme is een variant van het utilitarisme die stelt dat niet elke handeling afzonderlijk moet worden beoordeeld, maar dat we morele regels moeten volgen die in het algemeen het meeste geluk opleveren. In plaats van per situatie te bepalen wat het beste is, kijkt regelutilitarisme naar regels die op de lange termijn de beste gevolgen hebben.
hedonisme
Hedonisme is de filosofische stroming die stelt dat genot het hoogste goed is en dat mensen moeten streven naar plezier en het vermijden van pijn. In ethische zin betekent dit dat een handeling moreel juist is als deze leidt tot zoveel mogelijk genot en zo min mogelijk lijden.
supererogatorisch
Supererogatorisch verwijst naar handelingen die moreel goed en prijzenswaardig zijn, maar niet verplicht. Iemand helpen in nood of een groot offer brengen voor een ander is supererogatorisch: het is bewonderenswaardig, maar niemand is moreel verplicht het te doen.
speciesisme
Speciesisme is het idee dat het moreel onterecht is om wezens verschillend te behandelen puur op basis van hun soort. Dit begrip wordt vooral gebruikt in discussies over dierenrechten, waarbij wordt gesteld dat mensen vaak zonder goede reden hun eigen soort bevoordelen ten koste van dieren.
categorische imperatief
De categorische imperatief is een ethisch principe van Immanuel Kant dat bepaalt of een handeling moreel juist is. Het stelt dat je alleen moet handelen volgens een regel waarvan je zou willen dat iedereen die altijd volgt. Dit betekent dat morele plichten universeel en onvoorwaardelijk zijn. Een voorbeeld: als je liegt om jezelf te helpen, zou dat betekenen dat liegen altijd toegestaan is
hypothetische imperatief
De hypothetische imperatief is een principe van Immanuel Kant dat aangeeft wat je moet doen om een bepaald doel te bereiken. In tegenstelling tot de categorische imperatief, die altijd geldt, is een hypothetische imperatief voorwaardelijk: de morele verplichting hangt af van wat je wilt bereiken. Voorbeeld: “Als je een goede baan wilt, moet je hard studeren.”
sluier der onwetendheid
De sluier der onwetendheid is een gedachte-experiment van John Rawls om een rechtvaardige samenleving te bepalen, waarbij mensen regels opstellen zonder te weten welke positie ze zelf zullen innemen. Omdat ze hun eigen geslacht, sociale status of talenten niet kennen, zullen ze kiezen voor een samenleving met gelijke basisrechten en eerlijke kansen, zodat niemand extreme nadelen ondervindt. Dit dwingt mensen om zonder eigenbelang na te denken over rechtvaardigheid.
ideaaltheorie
Ideaaltheorie is een benadering binnen de politieke filosofie die onderzoekt hoe een perfecte, rechtvaardige samenleving eruit zou zien onder ideale omstandigheden. John Rawls gebruikt deze methode om rechtvaardigheid te definiëren, waarbij hij ervan uitgaat dat mensen rationeel en coöperatief zijn en zich houden aan eerlijke regels.
niet-ideale theorie
Niet-ideale theorie richt zich op hoe rechtvaardigheid kan worden bevorderd in een wereld die al gekenmerkt wordt door ongelijkheid, conflict en onrecht. In tegenstelling tot ideaaltheorie, die een perfecte samenleving onder ideale omstandigheden schetst, onderzoekt niet-ideale theorie welke praktische stappen nodig zijn om rechtvaardigheid te vergroten binnen bestaande beperkingen. Dit betekent dat morele en politieke keuzes niet alleen worden beoordeeld op basis van abstracte principes, maar ook op haalbaarheid en directe impact.
eudaimonia
Eudaimonia is het Griekse concept van het hoogste menselijke geluk of welzijn, centraal in de ethiek van Aristoteles. Het betekent niet simpelweg plezier of genot, maar een volledig en deugdzaam leven leiden waarin iemand zijn potentieel vervult. Volgens Aristoteles bereik je eudaimonia door deugden te ontwikkelen en een evenwicht te vinden tussen uitersten, het gulden midden. Het is geen momentane staat van geluk, maar een levenslange ontwikkeling van karakter en rationaliteit.
phronesis
Phronesis is praktische wijsheid en het vermogen om in concrete situaties het juiste te doen. In de ethiek van Aristoteles is het een essentiële deugd, omdat moreel goed handelen niet draait om vaste regels, maar om inzicht in wat passend is in een bepaalde context. Phronesis betekent dat iemand niet alleen de juiste doelen heeft, maar ook weet hoe die op een verstandige en evenwichtige manier te bereiken. Het is dus geen theoretische kennis, maar een vaardigheid die groeit door ervaring en reflectie.
smalle moraa
Smalle moraal verwijst naar een beperkte opvatting van moraliteit, waarbij morele verplichtingen alleen gelden binnen een specifieke groep, zoals familie, gemeenschap of land. Dit betekent dat morele plichten minder sterk of zelfs niet van toepassing zijn op vreemden of mensen buiten die groep.
brede moraal
Brede moraal is een opvatting van moraliteit waarbij morele verplichtingen universeel gelden, ongeacht iemands afkomst, cultuur of groep. Dit betekent dat morele principes niet beperkt blijven tot familie, gemeenschap of land, maar evenzeer van toepassing zijn op vreemden en zelfs niet-mensen, zoals dieren
Ethisch pluralisme
Ethisch pluralisme stelt dat er meerdere morele waarden of principes kunnen bestaan die allemaal relevant zijn, zonder dat er één enkele morele waarheid is. Dit betekent dat morele conflicten niet altijd kunnen worden opgelost door één juist antwoord, maar dat verschillende waarden moeten worden afgewogen afhankelijk van de situatie. In de praktijk vereist dit een open houding en het besef dat morele dilemma’s vaak complexer zijn dan een eenvoudige goed-fout indeling.
prima facie principes
Prima facie principes zijn morele principes die in eerste instantie bindend lijken, maar in specifieke situaties kunnen worden overruled door sterkere morele overwegingen. Ze geven richting aan moreel handelen, maar zijn niet absoluut. De filosoof W.D. Ross introduceerde dit idee en noemde voorbeelden zoals eerlijkheid, rechtvaardigheid en het niet schaden van anderen. In een moreel conflict moet worden afgewogen welk principe het zwaarst weegt in die specifieke situatie.
tribalisme
Tribalisme is de neiging van mensen om loyaal te zijn aan hun eigen groep en deze als superieur te beschouwen ten opzichte van anderen. Dit kan leiden tot een sterk groepsgevoel, maar ook tot vijandigheid en uitsluiting van buitenstaanders. In morele en communicatieve zin betekent tribalisme dat men informatie en normen beoordeelt op basis van groepsidentiteit in plaats van objectieve argumenten
deductieve benadering
Een deductieve benadering start vanuit algemene principes of theorieën en past deze toe op specifieke gevallen. Dit betekent dat een conclusie logisch moet volgen uit eerder vastgestelde aannames.