vragen van de vorige examens Flashcards
(40 cards)
tweewegenleer
- eerste opvatting over het contracteren dd OH adv een adm contract
- de tweewegenleer stelt dat de overheid in beginsel de vrije keuze heeft tussen het hanteren van ee publiekrechtelijk of privaatrechtelijk procedé om de haar toegewezen opdracht te vervullen.
- er is geen specifieke machtigingswet vereist om de OH de bev te geven om contracten te kunnen sluiten
- Dhooghe
- > < Paques
- De overheid mag zelf zonder specifieke machtiging contracten sluiten op basis van 1123 BW.
- Die vrije keuze niet ongelimiteerd. Er zijn een aantal beperkingen aan die tweewegenleer en dan komt men tot de doorkruisingsleer.
hybride rechtspersonen
het criterium van onderscheid tussen publiekrechtelijke en privaatrechtelijk rechtspersonen is
- het al dan niet afwijken van de dwingende bepalingen van het private Venn/ver recht.
- maar dit is niet altijd even duidelijk: hybride rechtspersonen kunnen ook
1) publiekrechtelijke entiteiten in de vorm van een handelsvennootschap, - belast met een taak van openbare dienst
- bekleed met openbaar gezag: dit zijn karakteristieken van zowel publiek als privaatrechtelijke rechtspersonen.
2) de autonome OH-bedrijven of NV’s van publiek recht die, - naast de commerciële of industriële activiteiten die ze verrichten
- door de oprichtende OH worden belast met een taak van openbare dienst en daartoe beschikken over imperium: dit zijn karakteristieken van zowel publiek als privaatrechtelijke rechtspersonen.
documenten van persoonlijke aard
passieve openbaarheid is de regel. Art 32 GW: u heeft het recht op - inzage - afschrift - uitleg van een bestuursdocument. - geen belang is vereist = tenzij wat documenten van pers aard betreft: documenten die - een beoordeling bevatten van - een met naam genoemd persoon - en waarvan de bekendmaking - kennelijk nadeel kan berokkenen. - bv. je stelt je kandidaat voor het voorzitterschap van een FOD. enkel jij kan inkijken waarom je het niet geworden bent. je broer kan dat niet doen.
materieel motiveringsverplichting
- de rechtshandelingen die niet onder het toepassingsgebied vallen van de wet van 91,
- is van toepassing op beslissingen van het bestuur met een algemene draagwijdte. een kb of mb dat een materieel wet formuleert bv.
- RR hanteer criteria , dan moet dit berusten op draagkrachtige motieven! dus niet op bv geslacht.
- iedere aRH moet dus steunen op motieven waarvan het feitelijk bestaan
- RVS kan nagaan of de adm OH is uitgegaan van de juiste feitelijke gegevens, of zij die correct heeft beoordeeld en of zij op grond daarvan binnen de perken van de redelijkheid tot haar besluit is kunnen komen
- de draagkrachtige motieven moeten kunnen worden teruggevonden in het adm dossier.
openbaar domein
- Goederen van openbare rechtspersonen behoren in beginsel tot het privaat (overheids)domein tenzij het tegendeel blijkt uit de wet (of een wetgevende norm) of uit de aard/bestemming van het goed → de indeling houdt verband met “de aard en de bestemming van de goederen”: voor de criteria van onderscheid.
finale geschillenbeslechting
hervormingen in 2014:
- pogingen om aan de RvS de bevoegdheid toe te kennen om
- zelf het proces af te doen en
- zelf hervormingsbeslissingen te nemen.
- Dat is een heel moeilijk proces omwille van de scheiding der machten.
- Enerzijds is er de wetgever die wel wat pogingen doet om de raad wat meer instrumenten te geven en daar is het bestuur niet altijd even happy mee. De rechter ook niet echt.
- Ze zijn zeer behoedzaam om niet op de stoel te gaan zitten in het bestuur. De Raad heeft een volle wettigheidsbevoegdheid maar om in de plaats van het bestuur beslissingen te nemen, dat is nog iets anders.
2 artikels zijn gewijzigd om meer tot finale geschillenbeslechting te komen
Art.16 zijndeschaarsegevallenwaarindewetgeverdebevoegdheidheeftgegevenom zelf te hervormen (toewijzing hervormingsbevoegdheid aan RvS). Dat kan bijvoorbeeld bij de verkiezingscontentieux.
- Wijziging art. 36, §1 R.v.St.-wet: Finale geschillenbeslechting wordt ook mogelijk buiten het
domein van administratieve sancties.
» wanneer het tussengekomen vernietigingsarrest inhoudt dat op het bestuur de
verplichting rust een (nieuwe) beslissing te nemen➔injunctie door RvS en, ingeval van gebonden bevoegdheid, treedt het arrest in de plaats van die beslissing.
➢ Bijvoorbeeld: Stel de RvS vernietigd een beslissingen van een klassenraad van een school, dan moet er een nieuwe beslissing worden genomen in lijn met het arrest maar ze kunnen dat binnen een bepaalde tijd opleggen. Zodat die kleine in september correct naar school kan gaan.
waarom is bestuursrecht een uitzonderingsrecht
Het doel van de (bestuurs)overheid bestaat in
-de behartiging van het algemeen belang met als corrolarium dat de overheid bekleed is met de uitoefening van het openbaar gezag (zgn. ‘prerogatief van openbaar gezag’ of ‘imperium’), : dit is de eenzijdige beslissingsbevoegdheid van het bestuur die resulteert in een eenzijdige bestuurshandeling met
rechtsgevolgen voor derden (‘derdenbinding’);
» Elke bevoegdheid is in fine gebonden door de doelstelling van algemeen belang.
- Door het imperium van het openbaar gezag, dat zeer ingrijpend kan zijn, zijn bijzondere verplichtingen verbonden om de macht van de overheid te beperken.
- Wettigheidsbeginsel, beginselen van behoorlijk bestuur, plicht tot gelijke behandeling, etc.
- Te wijten aan de ongelijkheid tussen de overheid die het algemeen belang nastreeft en de burger die haar persoonlijk belang nastreeft.
- De overheid heeft hier een bevoorrechte positie en dat
zorgt ervoor dat bijzondere plichten opgelegd worden.
» Particulier kiest vrij zijn medecontractant, de overheid niet of niet altijd.
» Enkel het nastreven van het algemeen belang.
» Zorgen dat er geen willekeur is.
» De macht moet binnen de perken van de redelijkheid en wettigheid gehouden wor
vergelijkende selectie bij aanwerving federale ambtenaar
volgens een objectief werving systeem. Je zal allemaal onderworpen worden als er een selectie wordt uitgeschreven bijvoorbeeld voor jurist bij de overheid
je zal moeten deelnemen aan de georganiseerde selectie. Dat zal resulteren in een rangschikking. Die rangschikking is al dan niet bindend. Zij is altijd bindend, maar het kan zijn in die zin dat de 10 best gerangschikte nog worden opgeroepen bijvoorbeeld voor een mondelinge proef.
Diegene die het beste eruit kwam kan worden benoemd. Als je 3 keer hebt meegedaan voor 3 verschillende jobs, je bent drie keer de beste, en je kiest voor job A dan zal bij job B en C de tweede worden uitgekozen.
- Dat is een systeem dat de grootste waarborgen biedt voor de gelijke behandeling en de onpartijdigheid.
opeising
Opeising: het publiekrechtelijk procedé waarbij de overheid in uitzonderlijke omstandigheden/noodsituaties zich bepaalde goederen toe-eigent;
De opeising kan zowel betrekking hebben op zaken als personen.
- Betreft het zaken (roerende goederen) dan kan de opeising naast het gebruik van het goed ook betrekking hebben op het eigendomsrecht ervan.
- Betreft het onroerende goederen dan beperkt de opeising zich tot het gebruik ervan (cfr. onteigening: eigendomsoverdracht onroerend goed vereist onteigeningsprocedure).
De vergoeding is geen essentieel element van de opeising al wordt er in de regel wel in voorzien. Dat is in elk geval zo wanneer de opeising het eigendomsrecht van het (roerend) goed tot voorwerp heeft (zie supra artikel 1 van het eerste protocol bij het EVRM (tweede norm).
- Indien zij het gebruiksrecht betreft, valt de opeising onder de derde nom van diezelfde bepaling. In dat geval is de vraag of een vergoeding noodzakelijk is afhankelijk van de concrete omstandigheden die moeten worden meegenomen in de proportionaliteitstoets.
Anders dan bij de onteigening, geschiedt de betaling ervan niet noodzakelijk op voorhand en is niet ook niet noodzakelijk volledig,
- Militaire opeisingen: wet van 12 mei 1927 ‘op de militaire opeisingen’, de wet van 5 maart 1935 ‘betreffende de staatsburgers opgeroepen bij vrijwillige verbintenis of bij opeising, om de werking van de openbare diensten in oorlogstijd te verzekeren’ en de wet van 5 maart 1935 ‘betreffende de plichten der ambtenaren in oorlogstijd’
- Burgerlijke opeisingen: wordt geregeld door bijzondere wetten
» Artikel 134bis van de Nieuwe Gemeentewet bepaalt dat de burgemeester, op verzoek
van de voorzitter van het OCMW het recht heeft elk gebouw dat meer dan zes maanden verlaten is, op te eisen voor de huisvesting van daklozen;
stakingsrecht openbare ambtenaren
- het stakingsrecht voor ambtenaren erkend bij wet.
- Instemmingswet waarbij dat Sociaal Handvest toegepast wordt bij ons. Maar er zijn beperkingen volgens dat Sociaal Handvest mogelijk op voorwaarde dat ze:
1) Bij wet voorgeschreven (in de zin van een materiele wet die voorzienbaar moet zijn, rechtszeker, duidelijk en transparant),
2) Beperking die in democratische samenleving noodzakelijk is en proportioneel met dat fundamenteel recht (finaliteit),
3) De beperking moet een doelstelling van bescherming van de rechten en vrijheden van anderen, openbare orde, nationale veiligheid, volksgezondheid of de goede zeden nastreven.
Behoudens dat handvest is er geen algemene wettelijke regeling voor wat het stakingsrecht voor ambtenaren betreft. Er zijn wel specifieke regelingen.
- Wettelijk verbod tot staken voor militairen,
- wettelijke beperkingen voor politieambtenaren in verband met het stakingsrecht.
- Politieambtenaren kunnen worden opgevorderd.
- stakingsaanzegging moeten doen.
- Ze moeten instaan voor een minimale dienstverlening waartoe de overheid kan overgaan tot het opvorderen van politieambtenaren indien er meer staken waardoor er geen minimale dienstverlening kan plaatsvinden.
verordenende omzendbrief
Deze omzendbrieven zijn niet meer indicatief van aard, maar zijnIMPERATIEF opgesteld.
-De overheid neemt een eigenlijke beslissing of formuleert DWINGENDE RR die nageleefd moet worden.
Het lijkt een verordening met bindende instructie.
- Het is een bevelende instructie maar mag niet worden gelijkgesteld met een verordening, verordenend besluit of reglement!
» Bijvoorbeeld: een typisch geval van interpretatie bij het indienen van een aanslagbiljet. Je brengt bepaalde beroepskosten in, het zal finaal de rechter zijn die uitmaakt of een bepaalde kost kan worden aangezien als een beroepskost. In al die gevallen heeft de UM geen bevoegdheid gekregen om bij wijze van algemene maatregel, om algemeen onpersoonlijk en abstract een rechtsregel uit te vaardigen.
» Indien ze de regels willen vastleggen, moet dat gebeuren via een MB waarbij het besluit wordt voorgelegd aan de afdeling wetgeving van de RvS.
- Afdeling wetgeving van de RvS is niet bevoegd om te adviseren inzake omzendbrieven.
Volgens de RvS is deze vatbaar voor vernietiging indien er cumulatief voldaan is aan volgende voorwaarden:
1)Indien zij nieuwe regels aan de bestaande toevoegen,
2) Indien de overheid die richtlijnen verplichtend wil stellen,
3) Indien zij bevoegd is om degene die ze moet toepassen te binden,
4) Indien zij over middelen beschikt om zelf de handhaving van de richtlijnen af te dwingen,
5)Indien zij gericht zijn tot personen of diensten die de normgevende overheid helpen bij het uitvoeren van de wet, decreet of ordonnantie.
-> Vanaf dan (vijf vw) krijgt de omzendbrief externe werking, niet enkel relatie minister-ambtenaar maar dus ook werking buiten het bestuur en anderen ondervinden gevolgen.
wel imperatief is opgesteld dan krijgt hij externe werking en dan zal hij in de individuele gevallen die zich voordoen door de ambtenaren worden toegepast. Van zo een omzendbrief wordt aangenomen dat hij zich voordoet als ware het een rechtsregel, als ware het een MB, die grief houdend is omdat hij dwingend is.
- Wanneer de betrokkene dan zegt hij is nadelig voor mij en de minister was niet bevoegd of hij heeft een hiërarchisch hogere rechtsregel geschonden, kan dat bij de RvS aanhangig worden gemaakt.
» Wanneer die in strijd is met de wet, kunnen ze met een enkel rechtsgeding uit de rechtsordening halen, ex tunc en erga omnes. Dat doet de RvS om proces economische redenen om te vermijden dat al die burgers naar de gewone rechter moeten gaan en de interpretatie aanvechten.
devolutie werking
- Na uitoefening van het beroep de initiële beslissing te hervormen en eigen beslissing in de plaats te stellen = hervorming. Dit is een hervormingsbevoegdheid van het toezichthoudend orgaan.
-Dit heeft devolutief karakter, omdat het toezichthoudende bestuur de zaak tot zich trekt en de beslissing gaat hervormen.
» Blijft een uitzondering want de hervorming en indeplaatsstelling is moeilijk in overeenstemming te brengen met de autonomie van het gedecentraliseerde bestuur.
bevoegde RC bij de gunning van een OH-opdracht
De gunningsbeslissing of selectiebeslissing is een afsplitsbare rechtshandeling die kan worden bestreden bij de RvS indien deze uitgaat van een administratieve overheid.
» Bijvoorbeeld: Men wil brug bouwen en overheid heeft criteria vastgelegd. Particulieren doen voorstellen en maar één aannemer zal de opdracht krijgen. Die eenzijdige beslissing kan worden aangevochten door de concurrenten bij de RvS. Dat kan ook voor kandidaat- personeelsleden
» LET OP, dit geldt niet voor de beëindigingsbeslissing. Deze behoort tot de overeenkomst zelf en bijgevolg de gewone rechter.
GBOL (gelijkheid burgers openbare lasten)
Dit beginsel houdt in dat
- de overheid, zonder vergoeding, niet meer lasten mag opleggen dan een burger in het algemeen belang kan dragen.
- Het GBOL vertoont verwantschap (rechtstheoretisch beschouwd) met de evenwichtsleer (theorie van de burenhinder ex artikel 544 B.W.),
- toegepast op de verhouding overheid – rechtsonderhorigen
-waarbij de door de overheid opgelegde last in het belang van het algemeen het verbroken evenwicht tussen de burgers (waarvan sommigen beduidend meer worden benadeeld dan anderen: denk bv. aan een bouwverbod ter bescherming van het duinengebied) financieel “compenseert” zodat het verbroken evenwicht in zekere mate wordt hersteld (cfr. Nederland: de zgn. “nadeelcompensatie”).
De vergoeding is niet integraal maar beoogt de bovenmatige hinder te compenseren (schadevergoeding bij rechtmatige overheidsdaad of foutloze overheidsaansprakelijkheid)
Bijvoorbeeld: Je moet de lasten die u buur veroorzaakt, zolang die lasten normaal zijn, verdragen. Je moet verdragen dat je buur eens roept en je hoort dat. Maar wanneer die last buitengewoon/abnormaal is, dat het werkelijk overlast is, dan zal die overlast, dat verbroken evenwicht moeten worden hersteld. Dat is dan de vergoeding die je moet betalen wanneer je, zonder daarom een fout te hebben gepleegd, bovenmatige hinder hebt veroorzaakt. De evenwichtsleer wordt dan toegepast op de overheid. Wanneer er een openbare weg wordt aangelegd en u ondervindt overmatige hinder. Hoe dat evenwicht terug bereiken? Op dezelfde manier via compensatie.
pseudowetgeving
Omzendbrieven geven de mogelijkheid aan overheidsorganen om aan de ondergeschikte ambtenaren van hun diensten instructies te geven over de wijze waarop de wetten en besluiten naar oordeel moeten worden toegepast en geïnterpreteerd.
- Wordt ook wel de pseudo-wetgeving in het bestuursrecht genoemd.
- Meestal opgesteld door minister, maar kan ook het hoofd zijn van een departement of
agentschap zodat de ambtenaren de wetten, decreten of ordonnanties op gelijkaardige manier
toepassen.
- Normaal niet gepubliceerd in het BS zoals MB.
Er zijn drie categorieën van omzendbrieven.
kan een OH een erfpachtOK sluiten
LET WEL: voor concessieovereenkomsten geldt de nieuwe Concessiewet 2016 en voor andere overeenkomsten met de overheid (zoals de verkoop van (on)roerende goederen, erfpacht, opstal, huur, …) of het sluiten van een vennootschaps- of verenigingscontract blijven het (uit het EU-verdrag resp. de Grondwet voortvloeiende) transparantie-, het gelijkheids-, non-discriminatiebeginsel en beginsel van wederzijdse erkenning van toepassing.
Er zijn dus drie soorten overeenkomsten:
1) Overheidsopdrachten: hierop is de wetgeving volledig van toepassing
2) Concessieovereenkomsten: hier geldt het WOO niet, maar wel Concessiewet!
3) Overeenkomsten die van het toepassingsgebied van wetgeving inzake overheidsopdrachten zijn
uitgesloten maar behoudt van hierboven vermelde beginselen.
» Bijvoorbeeld: De Lijn heeft een stuk grond en geeft dit in erfpacht, dat heeft hier niets mee te maken. En dan valt dat niet onder de wet van WOO. Voor eigen gewin gebruiken niet voor openbaar belang of openbare dienst. Ook al krijgt de Lijn wel een vergoeding voor die erfpacht. Maar valt wel sowieso nog onder beginselen die worden afgeleid uit het Europese Unie verdrag en artikelen 10 en 11 GW.
(!) Belangrijk arrest van RvS inzake Kinepolis Mega, nr. 233.355, van 23 december 2015: De Lijn wilden een onroerend goed verkopen en ze had daarvoor 3 potentiële kandidaten geraadpleegd zonder voorafgaande afkondiging. Ze hadden dit gedaan in kader van het sluiten van een koop-verkoop overeenkomst. Uiteindelijk sluiten ze met 1 van de drie een erfpachtovereenkomst. Terwijl de andere niet wisten dat dit een mogelijkheid was. Op basis van de jurisprudentie van het HvJ heeft de RvS gezegd dat de gelijke behandeling werd miskent en bovendien de Lijn in gebreke was gebleven met betrekking tot een passende bekendmaking.
centralisatie en varianten
1) rechtstreekse toewijzing van bev
Het kan zijn dat de wetgever zegt dat ze een bepaalde bevoegdheid specifiek bij wet (decreet of ordonnantie) gaat toewijzen aan een ambtenaar in de administratie en niet aan de minister.
2) tweevoudige bevoegdheid
Een bestuursorgaan die twee soorten van bevoegdheden heeft. Enerzijds treedt hij op als orgaan van gecentraliseerd bestuur( vertegenw. van de OH in zijn gemeente), en anderzijds als orgaan van gedecentraliseerd bestuur (orgaan van de gemeente.
bv. burgemeester
3) deconcentratie
Deconcentratie (intern en extern) gaat gepaard met delegatie: Minister die zijn bevoegdheid gaat delegeren aan een ondergeschikte ambtenaar die de bevoegdheid eventueel kan subdelegeren aan een daar ondergeschikte ambtenaar. Deconcentratie is grondwettelijk, in de mate de delegatie toelaatbaar is (bijkomstige een aanvullende maatregelen). Delegatie is in beginsel herroepbaar ad nutum
4) diensten met afzonderlijk beheer
Dit zijn diensten binnen de hiërarchische structuur, zonder rechtspersoonlijkheid, maar die een zekere autonomie krijgen op het vlak van hun financiële uitgaven.. ze hebben dus hun eigen boekhouding per jaar en kunnen zo geld overdragen . bv Museum van midden Afrika.
5) IVA’s met of zonder RP
- operationele autonomie maar blijven wel onderworpen aan het heriarchsich gezag van de minister
- leidend ambtenaar krijgt wel een vorm van beslissingsbevoegdheid: vorm van deconcentratie.
Een gecentraliseerde dienst is een dienst waar de bestuursorganen in hiërarchisch verband staan tot de hoogste administratieve overheid.
- Bijvoorbeeld: FOD’s waar in beginsel de Koning het hoogste administratief orgaan/overheid is, doch voor bepaalde rechtshandelingen de minister. Minister neemt politieke verantwoordelijkheid omdat de Koning niet alleen kan handelen. Op deelstatelijk niveau spreken we van departementen.
2. 1. KENMERKEN
1) In beginsel, geen (eigen) rechtspersoonlijkheid. Blijft deel uitmaken van de rechtspersoon; Belgische Staat, Vlaamse Gemeenschap of Gewest, Franse Gemeenschap, Waals Gewest of Duitse Gemeenschap.
2) Hiërarchisch gezag. De gecentraliseerde dienst is opgebouwd volgens een hiërarchische structuur. Federaal met aan het hoofd de koning die het hiërarchisch gezag uitoefent , en elke hiërarchische meerdere oefenen hiërarchisch gezag uit tegenover de daar onderstaande hiërarchisch ondergeschikte organen. Dus de minister tegenover de leidend ambtenaar, de leidend ambtenaar ten aanzien van de daaronder staande ambtenaren.
3) Eenheid van gezag. Hiërarchisch gezag veronderstelt dat de hiërarchisch meerdere een instructiebevoegdheid heeft.
vertrouwensbeginsel
Opdat het vertrouwensbeginsel zou worden toegepast, moeten 3 voorwaarden zijn vervuld:
1) Bestuur begaat een vergissing;
2) Door die vergissing wordt aan de rechtsonderhorige een voordeel ontnomen;
3) Afwezigheid van een gewichtige reden om de rechtsonderhorige dat voordeel te ontnemen.
» Andere elementen worden ook in rekening gebracht zoals: rechtmatig vertrouwen, gewekt door de tot beslissen bevoegde overheid, …
In de regel prevaleert het legaliteitsbeginsel boven het vertrouwensbeginsel. Maar de conclusie blijft dat in bepaalde omstandigheden het wettigheidsbeginsel tegenover het rechtszekerheid- en vertrouwensbeginsel kan worden afgewogen.
domeingoederen
Het domeingoederenrecht omvat het geheel van rechtsregels en -principes dat van toepassing is op de (onroerende en roerende) goederen die toebehoren aan de overheid.
‘De overheid’ of ‘het bestuur’ is echter geen monolithisch geheel en niet alle algemene publiekrechtelijke regels hebben hetzelfde personele toepassingsgebied.
Evolutie: hoewel het domeingoederenrecht meestal wordt gedefinieerd als “het recht van de goederen die de overheid toebehoren”, kan men ook argumenteren dat alle goederen die een bestemming van openbaar belang hebben, ook als zij aan privépersonen toebehoren, een bijzondere bescherming verdienen. Bepaalde rechtspraak heeft erkend dat goederen van particulieren tot het openbaar domein kunnen behoren. Regelgeving inzake openbaar domein en, meer specifiek die inzake de buurtwegen, staat los van de eigendom van de ondergrond
reglementaire omzendbrief
Deze omzendbrieven zijn niet meer indicatief van aard, maar zijn imperatief opgesteld. De overheid neemt een eigenlijke beslissing of formuleert ze een dwingende rechtsregel die nageleefd moet worden. Het lijkt een verordening met bindende instructie.
- Het is een bevelende instructie maar mag niet worden gelijkgesteld met een verordening, verordenend besluit of reglement!
4 beheersvormen
A. Centralisatie (en varianten/interne verzelfstandiging): de openbare dienst wordt door de (federale/gewestelijke/communautaire of lokale) overheid zelf beheerd “in eigen regie” of “in eigen beheer”;
- De overheid zelf controleert.
-
B. Decentralisatie of “externe verzelfstandiging”: de federale Staat, een gefedereerde entiteit, provincie of gemeente draagt aan
(1.) een door haar (bij wet) opgerichte publiekrechtelijke rechtspersoon of
(2.) een door haar opgerichte rechtspersoon met een private rechtsvorm waarover de oprichtende overheid “dominerende” of “determinerend” invloed uitoefent, taken van openbare dienst op;
- Hier geldt een bestuurlijk toezicht.
- Bijvoorbeeld: De Lijn. Het is het Vlaamse Gewest dat wenst dat de openbare dienst van het stads
en streekvervoer wordt georganiseerd ten behoeve van de gebruikers ervan, de organisatie de realisatie van dat gemeenschappelijk vervoer. Dat is in het Vlaamse Gewest bij decreet toevertrouwd aan De Lijn.
C. Uitbesteding of “outsourcing”: taken van openbare dienst worden op contractuele basis toevertrouwd aan een publiekrechtelijke of privaatrechtelijke entiteit (concessies van openbare werken, concessies van openbare dienst en overheidsopdrachten)
- Techniek van het contract
- Bijvoorbeeld: : De gewesten zijn bevoegd voor de waterzuivering, ze kunnen beslissen om dat in eigen beheer te doen, dat toe te vertrouwen aan gedecentraliseerde dienst die ze daarvoor oprichten of dat uit te besteden na beroep op de mededinging.
D. Afstoting: de betrokken dienstverstrekking wordt volledig overgelaten aan privaat initiatief en wordt niet of niet langer beschouwd als een (taak van) openbare dienst➔privatisering➔LET WEL: ook dan blijft, met inachtneming van de fundamentele grondrechten en vrijheden, de reglementerende en politionele bevoegdheid (“pouvoir régalien”) van de overheid bestaan.
collectieve en privatieve ingebruikname
6.1. COLLECTIEF GEBRUIK
Dat collectief gebruik kan zijn met inachtneming van de wetten en reglementen die dat collectief gebruiken beheersen.
- Bijvoorbeeld: Je mag het strand gebruiken, je mag daarop vrij rondwandelen, maar je zal zien een heel wat kust gemeenten dat daar gemeentelijke reglementen zijn. Zo kan men bijvoorbeeld van 1 april tot 30 oktober niet met de hond op het openbaar domein wandelen op het strand. Wanneer je een park wil bezoeken in jouw gemeente dan zal je zien dat er een bordje staat dat je de gemeentelijke reglementen moet respecteren. Je wordt verondersteld om je afval In de vuilbak te gooien. Je zal het verkeersreglement moeten naleven op het jaagpad. Je zal een retributie betalen om het museum te kunnen bezoeken. Redelijke prijs zodanig dat het wel beschikbaar is voor iedereen. Je zal de kunst niet mogen aanraken. Maar voor het overige mag u perfect binnen het kader van de collectieve in gebruik neming van dat openbaar domein genieten en daartoe toegang hebben.
6.2. PRIVATIEF GEBRUIK
Het privatief gebruik betreft een “precair gebruiksrecht” dat strekt niet tot realisatie van de openbare dienst maar een privaat belang dient (met dien verstande dat het gebruiksrecht niet onverenigbaar is met het openbaar domein-karakter van het betrokken goed)
- Van zodra de overheid vaststelt dat het gebruik van dat goed ten behoeve van die private rechten, in strijd is met het openbaar belang of met de openbare dienst, dan kan die overheid ten alle tijden een einde stellen aan dat precair gebruiksrecht op eenzijdige wijze.
Zo een precair gebruiksrecht kan worden verleend via twee technieken, eigenlijk drie. 1 A, 1 B en 2:
1) Via eenzijdige administratieve rechtshandeling:
A. Via een stationeervergunning en heeft enkel betrekking op de bovengrond.
B. Via een wegvergunning en heeft betrekking op boven- en ondergrond.
) Via een domeinconcessie: meerzijdig contract tussen de overheid enerzijds en de concessiehouder anderzijds.
» Contract + de afsplitsbare rechtshandeling tot gunning van de domeinconcessie. Het is dus geen eenzijdige administratieve rechtshandeling!
» De overheid geeft een stuk van het openbaar domein privatief in gebruik, dit keer niet met een eenzijdige vergunning maar met een contract.
goedkeuring
De goedkeuring is
- de rechtshandeling
- waarbij de toezichthoudende overheid verklaart
- dat het besluit van een onder toezicht staande overheid uitwerking mag hebben
- omdat het
- noch de wet schendt,
- noch het algemeen belang schaadt.
- Dit houdt in dat het gedecentraliseerd bestuur een beslissing neemt en met die beslissing naar de toezichthoudende overheid gaat om goedkeuring ervan te verkrijgen.
- Goedkeuring dient onvoorwaardelijk te worden gegeven (je keurt goed of je keurt het niet goed). De goedkeuring moet wel gemotiveerd worden.
- Goedkeuring kan worden ingetrokken binnen de termijn van 60 dagen.
- De goedkeuring is vatbaar voor vernietigingsberoep bij de RvS.
consistentiebeginsel
Beginsel dat door de RvS sporadisch in zijn rechtspraak wordt gehanteerd. Het is wat verwant met het gelijkheidsbeginsel. Houdt in dat het zorgvuldig bestuur op consistente wijze beleid voert. Betekent niet dat het niet kan wijzigen maar dan is het algemeen belang dus vereist.
- Arrest HvC 8 november 2000 vermeldt dat er geen consistentiebeginsel bestaat los van het zorgvuldigheidsbeginsel. Het hof heeft dat geveld naar aanleiding van een zaak.