Week 1 Flashcards

Criteria voor strafbaarstelling (18 cards)

1
Q

Persak - niveaus van emotionele nood

A

Vier niveaus van negatief emotioneel welzijn:
1. eenvoudige belediging
2. Matige complexiteit: in de vorm van asociaal gedrag
3. Schadelijke beledigingen: zoals racistische uitlatingen
4. Emotionele en psychologische schade: langdurige mishandeling of trauma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Persak - schade dimensies

A
  1. Schadelijkheid van een handeling (doen/nalaten) en verwijtbaarheid daarvan. Alleen ernstige vormen van schadelijkheid kunnen in aanmerking komen voor strafbaarstelling.
  2. Offensief gedrag wijst naar subjectieve gevoelens en morele normen die variëren tussen verschillende groepen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Persak - mening

A

Pleit voor een zorgvuldige overweging van strafbaar stellen van gedrag dat emotioneel leed veroorzaakt, met aandacht voor ernst schade en context van emotionele impact op slachtoffers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Buisman - drempelcriteria voor strafbaarstelling

A
  1. Schade: er moet sprake zijn van negatieve impact op individuen of een samenleving.
  2. Onrechtmatigheid: gedrag moet moreel of juridisch onaanvaardbaar zijn.
  3. Rechtsgoed: belangen/waarden die door strafrecht beschermd worden moeten in het geding zijn.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Buisman - rechtvaardigingsgrond voor strafbaarstelling

A

Als aan de drempelcriteria is voldaan, staat de vraag centraal of deze bevoegdheid daadwerkelijk moet worden aangewend.
1. Prospectieve proportionaliteit: gevolgen strafbare feiten in verhouding met de ernst van de overtreding.
2. Subsidiariteit en ultima ratio (ultimum remedium): strafrechtelijke maatregelen als laatste redmiddel, wanneer andere oplossingen niet meer toereikend zijn.
3. Effectiviteit:
a) Hanteerbaarheid: delictsomschrijving duidelijk en uitvoerbaar zijn.
b) Capaciteit strafrechtelijk systeem: moet in staat zijn wet te handhaven.
c) Generale preventie: aandacht voor, strafrecht moet bijdragen aan voorkomen van toekomstige overtredingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Buisman - pleit voor

A

Pleit voor hybride aanpak met strafrecht als optimum remedium: maatschappelijke problemen worden aangepakt vanuit meerdere rechtsgebieden. Dit maakt het mogelijk om per geval te bepalen wat de meest optimale handhavingsstrategie is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Buisman - hoe dient gedrag strafbaar te worden gesteld?

A
  1. Interne subsidiariteit: valt gedrag onder een bestaande strafbaarstelling? Dan geen strafbaarstelling.
  2. Legaliteitsbeginsel: hoe moet gedrag precies worden omschreven? duidelijk en nauwkeurig gedefinieerd.
  3. Retrospectieve proportionaliteit: Welke sanctie welke straf? Zwaarte straf in verhouding tot ernst van gedrag en maatschappelijke impact.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Formele criminalisering

A

Wettelijke strafbaarstelling van gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

De facto criminalisering

A

Hoe bepaalde gedragingen in de praktijk worden behandeld en ervaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hulsman - negatieve criteria voor strafbaarstelling (3 dimensies)

A
  1. Welk gedrag is onwenselijk? Bevoegdheid van de staat om te bepalen welk gedrag als onwenselijk wordt beschouwd.
  2. Kosten en baten moeten in het strafrecht in verhouding staan tot de doelen van conflictoplossing en gedragsbeïnvloeding.
  3. Capaciteit van het strafrechtsysteem; effectiviteit en mogelijkheden.
    a) Absoluut criterium: gedrag niet strafbaar worden gesteld vanuit primaire overweging om potentiële daders te helpen (drugsmisbruik) of als schijnoplossing voor problemen (boerkaverbod)
    b) Relatieve criteria: gedrag dat voornamelijk voorkomt bij sociaal zwakke groepen niet strafbaar stellen om discriminatie te voorkomen. (gedrag in de privésfeer voorzichtig benaderd worden, maar ook kritiek: zedendelicten die niet worden aangepakt omdat men vond dat overheid zich niet moet bemoeien).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Van Bemmelen - positieve criteria (omgekeerd ultimum remedium)

A

De overheid moet strafbaar stellen als aan een van de criteria is voldaan:
1. Noodzakelijke bescherming: gedrag dat noodzakelijk is voor de bescherming van individuele of gemeenschappelijke belangen, die door andere rechtsgebieden niet voldoende worden beschermd.
2. Immoreel en schadelijk: Gedrag dat immoreel is in beginsel schadelijk voor anderen.
3. Gulden regel: Gedrag waarbij de dader elke afweging vs. Andermans belangen heeft uitgesloten, bijvoorbeeld geweld of bedrog.
4. Roekeloosheid of onbedachtzaamheid: gedrag soms als roekeloos of ernstig onbedachtzaam wordt beschouwd.
(internationaalrechtelijke verplichtingen. Nadruk op het feit dat vrijheid de regel is en beperkingen strafrecht de uitzondering vormen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

De Roos - negatieve criteria bij economische delicten

A
  1. Aannemelijkheid en motivering schade: Gedrag niet intenties moeten schadelijk zijn, causaal verband tussen gedrag en schade. Schade moet worden aangetoond met een normatieve en empirische onderbouwing.
    a) Morele aspecten: kritisch kijken naar vooroordelen, emotionele reactie en oprechtheid van oordelen
    b) Empirische aspecten: onderzoek en wetenschappelijke gegevens moeten schade-oordelen onderbouwen.
  2. Tolerantiebeginsel: zelfs wanneer gedrag schadelijk is kan strafbaarstelling achterwege blijven om individuele vrijheid niet onterecht te beperken.
  3. Subsidiariteitsbeginsel: slechts ultimum remedium.
  4. Proportionaliteitsbeginsel: evenredigheid tussen schadelijkheid en reactie van de staat. Zorgvuldige afweging overtreding en opgelegde sancties.
  5. Legaliteitsbeginsel: gedrag moet concreet worden omschreven om te zorgen dat mensen zich daaraan kunnen houden.
  6. Beginsel van praktische hanteerbaarheid en effectiviteit: praktisch toepasbaar zijn voor autoriteiten. Bewijsbaarheid in handhaving gewaarborgd (capaciteit) door voldoende bewijsbaarheidscriteria en beoogde gedragsbeïnvloeding moet realistisch zijn (strafdoelen).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Havenman - kritische reflectie op redenen voor strafbaarstelling, nadruk op alternatieven en rol van de overheid

A
  1. Problematische situatie: problematische situatie vraagt om respons. Schadelijke/storende gedraging die niet ten onrechte gerepresenteerd of gestereotypeerd moeten worden. Waarschuwing framing van probleem kan invloed hebben welke oplossingen worden overwogen.
  2. Rol voor de overheid: juridische en rechtspolitieke bevoegdheid. Respecteren van mensenrechten en grondrechten. Afwegen of probleem daadwerkelijk schadelijk is. Schadebeginsel mag niet de maatstaf zijn  kan leiden tot morele keuze ipv feitelijke beoordeling.
  3. Adequate niet-strafrechtelijke alternatieven: Veel conflicten door burgers zelf opgelost worden, zelfregulering effectieve oplossing.
  4. Adequate respons van strafrecht: voor kiezen strafrecht specifieke voorwaarden van toepassing zijn
    a) Identificeerbare menselijke gedraging die bijdraagt aan probleem
    b) Causaal verband gedrag en probleem
    c) Lex certa: duidelijke omschrijving gedrag
    d) Voorwaarden wederrechtelijkheid en verwijtbaarheid
    e) De effectiviteit van de strafbaarstelling moet gewaarborgd zijn: gedrag effectief worden beïnvloed? Kosten van vervolging of bestraffing gerechtvaardigd?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Feinberg - liberty limiting principles

A
  1. Schadebeginsel: beoordelen strafbaarstelling op basis van schade die aan anderen wordt toegebracht.
    a) Niet alleen schade aan persoonlijke belangen ook publieke belangen
    b) Onrecht essentiële voorwaarde voor het vaststellen aansprakelijkheid
    c) Causaal verband onrecht en schade
    d) Concretisering schadebeginsel:
    - Omvang schade en kans dat die zich voordoet
    - Aggregative nature of harm: relatieve belang van schade afgewogen, wordt belang versterkt door andere belangen?
    - Morele kwaliteit bepalen of schade voldoende ernstig is om strafbaarstelling te rechtvaardigen (offensief gedrag alleen strafbaar gesteld als het onrechtmatig is en leidt tot een ernstige beledigende mentale toestand).
  2. Aanstootbeginsel: ernst aanstoot die door bepaald gedrag wordt veroorzaakt.
    a) Extended standard: mate, intensiteit en duur van aanstoot die iemand aanvaard.
    b) Reasonable avoidability standard: kan aanstoot vermeden worden?
    c) Volenti standard: bereidheid van de betrokkenen om de aanstoot te aanvaarden
    d) Redelijkheid aanstootgevende gedrag: waarde gedrag afgewogen tegen alternatieve tijden of plaatsen die minder aanstootgevend zouden zijn
    e) Onderzoeken kwaadaardig motief: invloed op perceptie van de aanstoot en rechtvaardiging van het gedrag.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Groenhuijsen en Ouwerkerk - criteria voor strafbaarstelling in EU perspectief

A
  1. NL kan verplicht zijn in het kader van EU recht om bepaalde handelingen strafbaar te stellen. Vooral: totstandkoming interne markt bedreigingen, marktmisbruik en fraude EU gelden.
  2. Invloed EU gaat alleen maar toenemen door Verdrag van Lissabon: mogelijkheden maatregelen nemen op gebied materiele strafrecht vergroot, unanimiteit niet langer vereist.
  3. Art. 83 VWEU; EU Parlement en de Raad zijn in staat regels vast te stellen over definities strafbare feiten, vooral zware criminaliteit grensoverschrijdende aanpak.
  4. Verdrag van Lissabon: voorschriften voor gebruik van harmonisatie materieel strafrecht:
    a) Subsidiariteitsbeginsel
    b) Noodzaak tot optreden: bijzonder zware criminaliteit en bijzondere noodzaak
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

EHRM X en Y t. Nederland

A

Staat heeft een positieve verplichting om kwetsbare personen, zoals verstandelijk gehandicapten, te beschermen door gedragingen zoals het dwingen tot ontuchtige handelingen effectief strafbaar te stellen.

17
Q

EHRM Osman t. VK

A

Staten moeten meer doen om het recht op leven te beschermen. Zij moeten effectieve handhavingsmechanismen creëren om overtredingen te voorkomen, onderdrukken of bestraffen. De autoriteiten moeten al het redelijke doen om echte en onmiddellijke risico’s voor het leven te voorkomen wanneer zij hiervan op de hoogte zijn, of hadden moeten zijn.

18
Q

EHRM M.C. t. Bulgarije

A

Het hof bepaalde dat artikel 3 en 8 vereisen dat het strafrecht niet enkel wordt aangewend, maar dat de strafbare gedragingen ook zodanig worden gedefinieerd en geïnterpreteerd dat een effectieve vervolging en bestraffing van verkrachting en seksueel misbruik mogelijk is. Kortom, nationale delictsomschrijvingen mogen geen obstakels bevatten die een effectieve vervolging van ernstige misdrijven, zoals seksueel misbruik, in de weg staan.