Week 1 Flashcards

Algemeen en versterferfrecht (20 cards)

1
Q

De plaats van de overleden persoon wordt vermogensrechtelijk ingenomen door diens erfgenamen. Dit gebeurt op grond van:

A
  1. versterferfrecht
  2. uiterste wil
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Natuurlijke verbintenis

A

de plicht om te zorgen voor het onderhoud van iemand

(in het erfrecht: de weduwe / weduwnaar)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Twee groepen bepalingen zijn van belang voor de overgangswet. Dit zijn:

A
  • verwijzingsregels
  • overbruggingsregels
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Verwijzingsregels

A

bepalingen die aangeven welk recht op een bepaald geval van toepassing is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Overbruggingsregels

A

bepalingen die aangeven welke bijzondere regels in bepaalde gevallen van toepassing zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Belangrijke wetswijzigingen in 1923

A
  • echtgenot valt onder versterferfgenamen (zoals kind)
  • echtgenoot werd recht op inboedel toegekend
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Belangrijke wetswijzigingen 1982 (invoering nieuwe vermogensrecht)

A
  • einde erfrechtelijke discriminatie van het ‘natuurlijke kind’
  • ontnemen van legitieme portie aan ascedenten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

6 april 1954; Ontwerp-Meijers, belangrijkste zaken zijn

A
  • toekenning legitieme portie aan langstlevende echtgenoot (verdwenen in wetsontwerp 1965)
  • introductie van verzorgingsaanspraak van de langstlevende
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wanneer nieuwe erfrecht?

A

1 januari 2003

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wanneer nieuw burgerlijk wetboek?

A

1838

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de commoriëntenregel?

A

als de volgorde van overlijden van twee personen of meer niet kan worden bepaald, worden zij geacht gelijktijdig te zijn overleden

denk aan verkeers- en natuurrampen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Bijzondere gemeenschap

A

een nalatenschap die behoort aan meerdere personen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat voor soort vermogen is de nalatenschap?

A

het is een geheel van goederen en schulden, maar het betreft een afgescheiden vermogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe zit het met de positie van de erfgenamen ten opzichte van de goederen der nalatenschap?

A

iedere erfgenaam (‘schuldeiser’) heeft de facto een exclusieve verhaalspositie ter zake van zijn verhaal op de goederen der nalatenschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Vereiste om als erfgenaam bij versterf te kunnen optreden

A

men moet bestaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Erven uit eigen hoofde

A

men erft op grond van de plaats die hij zelf inneemt

17
Q

Erven bij plaatsvervulling

A

de plaats van iemand vervullen die in eerste instantie door een ander is gereserveerd

18
Q

Wie kan erven bij plaatsvervulling?

A

een staaksgewijze afstammeling

tot de zesde graad

19
Q

Geldt plaatsvervulling ook voor testament?

20
Q

Hoe zit het met de erfdelen bij versterf?

A

men erft voor gelijke delen

de ouder moet ten minste een kwart van de nalatenschap erven

halve broers / zussen erven de helft