Week 1 Flashcards

Introductie (41 cards)

1
Q

Tax accounting

A

Fiscale verslaggeving.
Manier waarop bedrijf zijn winst en belastingdruk vastlegt in overeenstemming met fiscale regelgeving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

(fiscaal) Comptabel

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

IAS

A

International Accounting Standard

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

RJ

A

Richtlijn jaarverslaggeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Berekening belastinglast/-bate

A

Tarief x Commerciële winst voor zover ooit belast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Interperiod tax allocation method

A

Matchingbeginsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Flow through method, current tax only

A

(te verwachten) aanslag = Last
Géén tijdelijke verschillen, géén latenties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Reconciliatie

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Effectieve druk cf. IAS 12.86 (formule)

A

Belastinglast of belastingbate / Commerciële winst voor belasting x 100%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Accrualbeginsel

A

Belasting over winst toerekenen aan commerciële winst (voor zover ooit belastbaar) van dit jaar.
Ongeacht tijdstip van betalen (uitgestelde belastingen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Belastinglast

A

RJ 272.502
Winstbelasting die is toe te rekenen aan de commerciële winst van een bepaald jaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Belastingschuld

A

RJ 272.201
De winstbelasting die (naar verwachting) wordt verschuldigd over het afgelopen jaar,
de te verwachten aanslag = Toepasselijk tarief x Belastbaar bedrag,
wordt toegevoegd aan de belastingverplichting
> Toename belastingschuld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Latente verplichting

A

RJ 272.301
In de toekomst nog belasting te verwachten over transactie van afgelopen jaar/jaren.
Tarief x tijdelijke verschillen = Latentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

3 winst-verschillen fiscaal vs. commercieel

A

1) Fiscaal is per definitie alleen winst voor (winst)belasting o.g.v. Art. 10-1-e VPB (belasting = onttrekking).
2) Permanente winstverschillen
3) Tijdelijke winstverschillen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Permanente verschillen

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Tijdelijke verschillen

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Belastbare tijdelijke verschillen

A

Latente belastingverplichting
Passieve latentie
IAS 12.15 en RJ 272.301

18
Q

Verrekenbare tijdelijke verschillen

A

Latente belastingvordering
Actieve latentie
Tot het bedrag waarvan waarschijnlijk is dat fiscale winst beschikbaar zal zijn voor verrekening.
IAS 12.24 en RJ 272.306

19
Q

Tijdswaarde geld

A

1) Rentevoordeel
2) Financieringsvoordeel

20
Q

Rentevoordeel

A

Contante waarde vandaag van de toekomstige betalingsverplichting is lager.

21
Q

2 berekeningen saldo fiscale winst

A

1) Via vermogensvergelijking
2) Via opstelling fiscale jaarstukken

22
Q

Niet aftrekbare bedragen (4)

A

Onttrekkingen > Art. 10 VPB
1) Winstuitdelingen
2) Tantièmes voor zover niet i.v.m. arbeid in de onderneming
3) Vergoedingen voor leningen die feitelijk als EV functioneren
4) VPB, buitenlandse winstbelasting, (te verwachten) aanslagen VPB

23
Q

Bedrijfseconomische grondslagen jaarwinstbepaling (3)

A

1) Realisatiebeginsel
2) Matchingbeginsel
3) Voorzichtigheidsbeginsel

24
Q

Realisatiebeginsel

25
Matchingbeginsel
26
Voorzichtigheidsbeginsel
27
Realiteitsbeginsel
28
Doelstelling commerciële winst
Inzicht geven in waarde en winst
29
Doelstelling fiscale winst
Grondslag van belastingheffing
30
Acute belasting
31
Boekwaarde actief, Commercieel > Fiscaal
Latente belastingverplichting
32
Boekwaarde passief, Fiscaal > Commercieel
Latente belastingverplichting
33
Boekwaarde actief, Commercieel < Fiscaal
34
Boekwaarde passief, Commercieel > Fiscaal
Verrekenbare belastingen (vorderingen)
35
Activa fiscaal zo laag mogelijk op balans (4)
1) Niet activeren 2) Snel(ler) afschrijven 3) Waardering LIFO/IJzeren voorraad 4) Constante kosten arresten (bij gereed product)
36
Passiva fiscaal zo hoog mogelijk op balans (2)
1) Fiscale voorziening vormen (doteren drukt fiscale winst) 2) Doteren aan fiscale reserves (drukt belastbare winst)
37
Afschrijven (formule)
(Verkrijgingsprijs - Restwaarde) / Economische levensduur
38
Voorziening
(onzekere) verplichtingen
39
Egalisatievoorziening
Voorziening tegen uitgaven die in volgend boekjaar zullen worden gedaan. Voor zover het doen van die uitgaven zijn oorsprong mede vindt voor einde van boekjaar. En de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal boekjaren (groot onderhoud).
40
Vorming voorziening, 3 cumulatieve voorwaarden
1) Bestaande verplichting t.g.v. gebeurtenis in verleden 2) Waarschijnlijke uitstroom van middelen nodig om verplichting af te wikkelen ( kans > 50%) 3) Bedrag verplichting kan op betrouwbare wijze worden geschat (bandbreedte)
41