week 1

Question 1

Osteogenese

Betekenis

Answer 1

Verbening

Question 2

Soort gewricht heupgewricht

Answer 2

Synoviaal gewricht

Alleen andere benige structuren anders dan schouder

Question 3

Soort gewricht schoudergewricht

Answer 3

Synoviaal gewricht

Question 4

Voorbeeld j. Cartilaginea

Answer 4

Ribben vast aan sternum

Question 5

Meniscusvorming

Answer 5

Condensatie van mesenchymale cellen: ontstaat pas bij beweging

Question 6

Waar kan je een bursa verwachten?

Answer 6

Op de plek daar waar de druk het grootst is

Question 7

Internervous plane

Answer 7

Scheidingsvlak tussen twee spiergroepen die door verschillende zenuwen geïnnerveerd worden

Question 8

Retinaculum

Answer 8

Uitlopers van de spierfascie

Question 9

Saturday night palsy

Answer 9

Uitval n.radialis door bv. duk van een hoofd op de arm

Question 10

Arthron

Betekenis

Answer 10

Gewricht

Question 11

Wat kan je minder goed beoordelen met een CT MSK?

Answer 11

• Meeste weke delen afwijkingen
• Kraakbeen
• Pezen / ligamenten

Question 12

Wat zie je wel met MSK echografie

Answer 12

• Oppervlakkige weke delen
• Oppervlakkige spieren, pezen, ligamenten
• Gewrichtsvocht
• Dynamisch onderzoek
• Echogeleide injecties/ puncties

Question 13

Wat kan je minder goed zien bij echografie MSK?

Answer 13

• Bot (maar fractuur soms wel zichtbaar)
• Lucht
• Diepgelegen structuren

Question 15

Scapula vormt alleen maar gewricht (qua benige structuren) met

Answer 15

clavicula

Question 16

3 bewegingen schouder (+ vlakken)

Answer 16

• Ante-/retroflexie (sagittaal)
• Ab-/Adductie (frontaal)
• Pro-/suppinatie ( transversaal, longitudinale as)

Question 18

Nervus en arteria mediaal biceps

Answer 18

n. medianis
a. brachialis

Question 19

Sternum is verbinding tussen scapula en ?

Answer 19

thorax

Question 20

Origo’s biceps

Answer 20

• Proc. coracoideus
• Labrum

Question 21

Insertie biceps

Answer 21

Tuberosis radii

Question 22

Biceps zit wel/niet vast aan humerus

Answer 22

NIET

Question 23

Labrum glenoidale + belang

Answer 23

• Kraakbeenring rondom glenoïd
• Veel meer beweeglijkheid

Question 25

m. pectoralis major gaat naar

Answer 25

Arm

Question 26

m. pectoralis minor gaat naar

Answer 26

proc. coracoideus

Question 27

4 spieren van **scapula** naar **tuberculum majus** humerus (rotator cuff)

Answer 27

- m. supraspinatus - m. infraspinatus - m. teres minor voorkant: m. subscapularis (tuberculum minus)

Question 28

Insertie m. subscapularis

Answer 28

tuberculum minus

Question 29

Plexus loopt van (wervels)

Answer 29

C5 tot Th1

Question 30

M. deltoideus innervatie

Answer 30

n. axillaris

Question 31

Innervatie ventrale bovenarm spieren

Answer 31

n. musuclocutaneus

Question 32

'Telefoonbotje' innervatie

Answer 32

n. ulnaris (mediaal, naar pink)

Question 33

4 gewrichten schouder

Answer 33

- Gleno-humeraal - Acromio-claviculair - Sterno-claviculair - Scapulo-thoracaal

Question 34

DD atrofie rotator cuff

Answer 34

- M. infraspinatus en supraspinatus letsel - glenohumerale artrose - Acromio-claviculaire afwijkingen - Frozen shoulder - Suprascapular neuropathy - Glenohumerale instabiliteit - Cervicale wervelkolom pathologie - Non orthopaedisch (cardiaal, pulmonaal)

Question 35

Klinische testen voor rotator cuff disease

Answer 35

lag-testen (weerstandstesten)

Question 36

Laxiteit

Answer 36

Mate van beweeglijkheid die je als onderzoeker kunt voelen

Question 37

Stabilisatorende factoren schouder(gewricht)

Answer 37

- Gewrichts congruentie - Gewricht versie - Glenoid-labrum - Kapsel ligamentair - Rotator cuff - Biceps pees - Negatieve druk - Scapulothoracic beweging/stand

Question 38

Lichamelijk onderzoek orthopedie

Answer 38

- Inspectie - Bewegingspatroon - Kracht - Speciele testen - Palpatie - Apprehension/relocatie/surprise test

Question 39

TUBS (traumatic unidirectional bankart and surgery) Kenmerken

Answer 39

- Post-traumatisch - Unidirectioneel - Meest voorkomend m.n. anterieur (95%)

Question 40

AMBRI (atraumatic multidirectional bilateral rehabilitation and inferior) Kenmerken

Answer 40

Geen evidente sstructurele letsels

Question 41

Bankart laesie

Answer 41

Labrum ligt los

Question 43

2 manieren botvorming

Answer 43

- Enchondrale ossificatie - Membraneuze (demsale) ossificatie

Question 44

3 celtypen bot

Answer 44

- Osteoblasten - Osteocyten - Osteoclasten

Question 45

Osteoblast

Answer 45

- Ontstaat door differentiatie van mesenchymale stamcel - Productie van osteoid - ongemineraliseerde bot matrix - Activiteit sterk wisselend

Question 46

Osteoid

Answer 46

- Ongemineraliseerde bot matrix - 2% van botvolume - 20% van bot oppervlak - Collageen I - Botvormende proteïnes - Mineraliseert na ca. 10 dagen

Question 47

Ter plaatse van botmineralisatie ook inbouw van

Answer 47

- Radionucleotiden - Tetracycline - Metaal-geïnduceerde osteomalacie

Question 48

Osteocyt

Answer 48

-Gematureerde osteoblast - Ingevangen in osteoïd en later bot - Functie in mechanotransductie - Uitgebreide contacten via **canaliculi**

Question 49

Osteoclast

Answer 49

'Bot afbraak' - Ontstaat vanuit monocytaire reeks - Resorptie van gemineraliseerd bot - Gelegen in resorptie - Secretie van H+ ionen en collagenase

Question 50

Belangrjke geproduceerde afbraak stoffen door osteoclasten

Answer 50

- Zuur (afbraak apatiet) - Proteïnases zorgen voor opruimen *matrix*

Question 52

Calciumspiegel als osteoclasten actief zijn

Answer 52

Verhoogd

Question 53

RANK-ligand binding geeft

Answer 53

osteoclast activatie

Question 54

Inhibitie RANK-signaling

Answer 54

Denosumab - Reusceltumor bot - Osteoporosis - Kanker-gerelateerde #

Question 55

Waar wordt calcitonine geproduceerd?

Answer 55

Schildklier

Question 56

Morbus Paget

Answer 56

- Sterk verhoogde bot remodelling - Door infectie met virus

Question 57

Fractuur genezing (stapsgewijs)

Answer 57

- Hematoom - Granulatieweefsel (fibroblasten in hematoom) - Osteoïd (1-4 weken) - Remodelling woven lamellair bot (door voorzichtig bot te belasten)

Question 58

Bewerking bot in klinische pathologie

Answer 58

- Ontkalking (EDTA, mierenzuur) - Inbedden plastic - zonder ontkalking

Question 59

Thionine kleuring bot

Answer 59

Mineralisatie status

Question 60

Zure fosfatase kleuring bot

Answer 60

Osteoclasten

Question 61

Tetracycline kleuring bot

Answer 61

Mineralisatie snelheid