Week 1/4 Flashcards
(41 cards)
Formeel recht
procesrecht, de spelregels
Materieel recht
inhoudelijk
Wet in formele zin
besluit van de Regering en de Staten-Generaal, woord ‘wet’ staat in de delictsomschrijving
Wet in materiële zin
algemene regels, hoeven niet meer herhaald te worden, staan aan het begin al, voor een onbeperkte groep
objectief recht
voor iedereen in het algemeen
subjectief recht
individuele bevoegdheid van een persoon
Legaliteitsbeginsel
het strafbare feit moet in de wet staan
Opportuniteitsbeginsel
je kunt van vervolging afzien, dit aan het algemeen belang ontleend
Technisch sepot
te weinig bewijs, niet haalbaar
Beleidssepot
wel haalbaar, maar niet wenselijk geacht
Voorwaardelijk
we vervolgen niet, maar je krijgt wel voorwaardes mee
Onvoorwaardelijk
afzien van vervolging, klaar
Transactie
vervolging voorkomen, vaak een boete
strafbeschikking
wel een vorm van vervolging, zonder rechter
vervolgingsbeletsel; rechtsmacht
Nederland heeft rechtsmacht, Art. 2
t/m 8 Sr
vervolgingsbeletsel; leeftijd
minderjarigen kunnen niet vervolgt worden, alleen onder de 12, daarboven in jeugdstrafrecht
vervolgingsbeletsel; verjaring
Verschilt per strafbaar feit, maar dit verjaart na een aantal jaar, overtreding bijv. na 3 jaar
vervolgingsbeletsel; ne bis in idem-beginsel
je kan niet twee keer voor hetzelfde feit vervolgt worden
vervolgingsbeletsel; overlijden
als iemand is overleden kan je niet meer vervolgen
vervolgingsbeletsel; klachtdelict
er moet een klacht zijn ingesteld om tot vervolging over te gaan
Controlebevoegdheden
doorzoeken van een woning of het aftappen van een telefoon
Voorlopige hechtenis + welke drie vormen
bewaring, gevangenhouding en gevangenneming
Verdachte criteria
redelijk vermoeden van schuld, objectiveerbaar feiten en omstandigheden
Hollende kleurling arrest
man die aan het rennen was door de straat, werd aangehouden door de politie,