Week 1 Burgerlijk recht 2 Flashcards

1
Q
Wat wordt er geregeld in BW:
Boek 6;
Boek 7;
Boek7a; en
Boek 8?
A

Boek 6 is het algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht. Boek 7 betreft bijzondere overeenkomsten. Boek 7A betreft ook bijzondere overeenkomsten en is een restant van het oude BW. Boek 8 geeft een min of meer zelfstandige regeling voor zowel het goederenrecht als het verbintenissenrecht op het gebied van verkeersmiddelen en vervoer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is kenmerkend voor een natuurlijke verbintenis en welke wetsartikelen zijn vooral relevant voor dit verschijnsel?

A

kenmerkend is dat zij in rechte niet-afdwingbaar zijn (art 6:3), maar dat de vrijwillige nakoming daarvan door de schuldenaar niet zonder rechtsgrond geschiedt dus niet als onverschuldigde betaling in de zin van art. 6:203 kan worden aangemerkt. ook art. 3:296 BW is relevant.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

noem voorbeelden van natuurlijke verbintenissen.

A

Aanspraken uit spel en weddenschap evenals gentlemen’s agreements, verjaarde rechtsvorderingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waaruit kan worden afgeleid dat (dringende) verplichtingen uit moraal en fatsoen ook als natuurlijke verbintenissen gelden. en op welke wijze is dit later genuanceerd?

A

uit het arrest Goudse Bouwmeester uit 1926. later oordeelde de HR dat zij niet alleen subjectief door de schuldenaar als dringend word gevoeld, maar dat zij ook objectief – naar maatschappelijke opvattingen – als dringend zijn aan te merken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Een rechtshandeling die nietig is, of vernietigd wordt, blijft niet voortbestaan als bron natuurlijke verbintenissen. Voor de verjaarde vordering, ook een natuurlijke verbintenis, geeft de wet echter een bijzondere bepaling. Welke bepaling betreft het?

A

Krachtens art. 6:56 blijft een bevoegdheid tot opschorting ook na verjaring van de vordering op de wederpartij in stand. De ratio van die bepaling is dat een opschortingsbevoegdheid niet dient te vervallen door de verjaring van de vordering waarvoor zij is uitgeoefend. De gedachte achter deze bepaling was, de schuldenaar die bevoegd heeft opgeschort, omdat hij zijnerzijds een vordering op de wederpartij heeft, er wellicht niet op bedacht zal zijn dat zijn vordering kan verjaren Op vergelijkbare gronden is in art. 6:131 bepaald, dat de bevoegdheid tot verrekening niet eindigt door de verjaring van de rechtsvordering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar is de mogelijkheid tot omzetting van een natuurlijke verbintenis in een civiele verbintenis gegeven en wat is hiervoor vereist?

A

art. 6:5 BW. Voor die omzetting is een overeenkomst tussen de schuldeiser en de schuldenaar vereist. Zodra de schuldenaar zich tegenover de schuldeiser bereid verklaart om de verbintenis na te komen, geldt die mededeling als aanbod om de natuurlijke verbintenis om te zetten in een afdwingbare en komt de overeenkomst tot omzetting tot stand door stilzwijgende aanvaarding, tenzij de schuldeiser het aanbod onverwijld heeft afgewezen.
voor het rechtsgevolg omzetting is wel nodig dat degene die de verklaring doet wist dat hij niet hoefde na te komen en met die wetenschap verklaart te zullen nakomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke bronnen van verbintenissen kent het Nederlandse recht?

A

Alleen de wet, art. 6:1 BW.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

is het verbintenissenrecht een open of gesloten stelsel?

A

Een open stelsel. Hoofdregel van het overeenkomstenrecht is
dat overeenkomsten partijen verbinden en de echtsgevolgen hebben die partijen zijn overeengekomen (art. 6:248). Daarmee hangt samen dat de regels van het verbintenissenrecht in beginsel niet van dwingend recht zijn. Ook voor de verbintenissen uit de wet geldt dat het stelsel open is. Dat blijkt vooral uit de regeling van de onrechtmatige daad.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

in verband met de betrokkenheid van derden bij een overeenkomst wordt af en toe een andere norm gehanteerd dan de haviltex-norm bij de uitleg van de inhoud van een overeenkomst. Welke norm wordt hier bedoeld en wat houdt deze in?

A

Het betreft de CAO-norm.
Uitleg vindt dan niet op basis van de Haviltexformule, maar volgens een methode waarbij aan de bewoordingen van het contract meer gewicht toegekend. Deze CAO-norm geldt onder meer voor de uitleg van collectieve arbeidsovereenkomsten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een garantieverbntenis?

A

De schuldenaar schiet in de nakoming van een resultaatsverbintenis tekort, indien het resultaat niet wordt verwezenlijkt. Dat betekent nog niet dat hij ook voor gevolgen aansprakelijk is. Daarvoor is vereist dat de tekortkoming hem kan worden toegerekend.
Er zijn ook verbintenissen waarbij de schuldenaar absoluut instaat voor het resultaat. Dat zijn garantieverbintenissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een alternatieve verbintenis en welke bepalingen in het BW gaan hierover?

A

Alternatieve verbintenissen of keuzeverbintenissen zijn verbintenissen waarvan de inhoud van de prestatie niet onmiddellijk vaststaat, omdat de partij die het keuzerecht heeft eerst nog moet kiezen welke van de alternatieve prestaties moet worden verricht.
art. 6:17-20 BW.

Art. 6:17 lid 2 geeft het keuzerecht aan de schuldenaar voor het zeldzame geval dat wel vaststaat dat de verbintenis strekt tot een prestatie naar keuze, maar niet uit wet, gewoonte of rechtshandeling voortvloeit wie mag kiezen.

Laat de partij met het keuzerecht na om haar keus binnen een redelijke termijn te bepalen, nadat zij voor de keus is gesteld, dan verspeelt zij haar keuzerechten gaat dit over op de andere partij (art. 6:19 lid 1). Zij is echter niet verplicht haar keus te bepalen voordat de prestatie opeisbaar is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat gebeurd er als een bepaalde te kiezen prestatie bij een alternatieve verbintenis onmogelijk wordt?

A

De keuzebevoegdheid vervalt door die onmogelijkheid niet, art. 6:20 BW.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het verschil tussen een alternatieve en een facultatieve verbintenis?

A

Anders dan bij de alternatieve verbintenis staat echter bij de facultatieve verbintenis van meet af aan vast tot welke prestatie de schuldenaar verplicht is. De facultatieve prestatie treedt echter voor die prestatie in de plaats, indien de partij met het keuzerecht daarvoor kiest.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly