Week 1 HC.2 Flashcards

(46 cards)

1
Q

Wat is oligomenorroe?

A

Onregelmatige en minder frequentie menstruaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is amenorroe?

A

Afwezigheid van menstruaties langer dan 4 maanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is menorrhagie?

A

Regelmatige, maar langdurige en overvloedige mensen tot Hb-ondermijnend. Ook wel: Hevig Menstrueel Bloedverlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is metrorrhagie?

A

Geen cycluspatroon herkenbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is dysmenorrhoea?

A

Een pijnlijke menstruatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke vragen bevat de anamnese bij cyclusstoornissen?

A
  • Leeftijd
  • Cyclusanamnese
  • Puberteit en ontwikkeling
  • Lichaamsgewicht: verandering
  • Stress en overmatige lichamelijke activiteit
  • Hirsutisme en huidafwijkingen
  • Medicatie, chronische ziekten
  • Familieanamnese
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waaruit bestaat de cyclusanamnese bij diagnostiek van cyclusstoornissen?

A
  • Begin van laatste menstruatie
  • Regelmaat: tijd tussen begin menses en eerste dag van volgende mensen
  • Cyclische veranderingen merkbaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welk laboratoriumonderzoek doe je bij cyclusstoornissen?

A

Altijd: FSH, LH, oestradiol, prolactine

Op indicatie: androgenen, steroïden, SHBG, TSH/FT4

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke oorzaken moet je altijd uitsluiten bij cyclusstoornissen?

A
  • Hyperprolactinemie
  • Schildklierafwijkingen
  • Syndroom van Cushing
  • Androgeen producerend neoplasma
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de invloed van hyperprolactinemie op cyclusstoornissen?

A

Hyperprolactinemie is een frequent voorkomende oorzaak van oligo- en amenorroe. Meestal gaat het om een benigne microadenoom.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke laboratorium bepaling doe je bij cyclusstoornissen mbt hyperprolactinemie?

A

Serum prolactine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe kan hyperprolactinemie tot een cyclusstoornis leiden?

A

Hyperprolactinemie leidt tot verstoring GnRH pulsatiliteit via verhoogde dopaminerge activiteit in hypothalamus.

  • Productie prolactine uit hypofyse wordt geremd door dopamine uit hypothalamus
  • Prolactine stimuleert secretie dopamine. Hyperprolactinemie leidt tot hogere activiteit van dopamine
  • Dopamine remt GnRH-secretie
  • Hyperprolactinemie stimuleert dopamine wat de GnRH pulsatiliteit en uitscheiding van prolactine remt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het effect van mild verhoogd prolactine op de cyclus?

A

Verkorting luteale fase door verstoorde pre-ovulatoire follikelontwikkeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het effect van sterk verhoogd prolactine op de cyclus?

A

Amenorroe en hypo-oestrogene staat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de symptomen van hyperprolactinemie?

A
  • Soms galactorroe (niet bij laag oestrogeen)
  • Tepeluitvloed: waterig beiderzijds
  • Laterale gezichtsvelduitval
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de behandeling van hyperprolactinemie?

A

Dopamine agonisten, ovariële functie herstelt meestal binnen enkele weken.

Dopamine remt de afgifte van prolactine, dus: hoe meer dopamine er is des te minder prolactine wordt er afgegeven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Hoe kun je anovulatie classificeren?

A
  • WHO I: hypogonadotroop hypogonadisme (centraal)
  • WHO II: normogonadotroop hypo-/normogonadisme (regulatie)
  • WHO III: hypergonadotroop hypogonadisme (ovarieel)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat zijn de symptomen bij WHO I cyclusstoornissen?

A

Amenorroe: meestal secundair, soms primair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat zijn de oorzaken van WHO I cyclusstoornissen?

A

CENTRAAL

  • Aanleg/anatomie hypothalamus: trauma, tumor, Kallmann syndroom
  • Hypothalame functiestoornis: idiopathisch, stress, eetstoornis, extreme fysieke belasting
  • Hypofyse functiestoornis: aanleg, tumor
20
Q

Wat is belangrijk bij de anamnese van WHO I cyclusstoornissen?

A
  • Gewichtsafname
  • Lichamelijke inspanning
  • Psychiatrische voorgeschiedenis: eetstoornissen
  • Galactorroe
21
Q

Wat is belangrijk bij lichamelijk onderzoek van WHO I cyclusstoornissen?

A
  • Ondervoeding
  • BMI
  • Tanner stadia
  • Gezichtsvelden
22
Q

Wat is belangrijk bij de beeldvorming van WHO I cyclusstoornissen?

23
Q

Welk aanvullend onderzoek is belangrijk bij WHO I cyclusstoornissen?

A
  • Prolactine

- TSH

24
Q

Wat zijn indicaties voor verder onderzoek bij primaire amenorroe?

A
  • Uitblijven menarche na 14 jaar bij afwezigheid van groei/ontwikkeling secundaire geslachtskenmerken
  • Uitblijven menarche op 16 jaar bij aanwezigheid van groei/ontwikkeling secundaire geslachtskenmerken
25
Wat zijn indicaties voor verder onderzoek bij secundaire amenorroe?
Na 3-4 maanden (of cycli)
26
Wat zijn korte termijn gevolgen van WHO I cyclusstoornissen?
- Anovulatie - Infertiliteit - SGA - Microcefalie
27
Wat zijn lange termijn gevolgen van WHO I cyclusstoornissen?
- Osteoporose | - Cardiovasculaire complicaties
28
Welke behandelingen spelen een rol bij WHO I cyclusstoornissen?
- Cyclusherstel: OAC of HST - Preventie osteoporose - Stress/eetstoornis: psycholoog - Fertiliteit: herstel ovulatie met GnRH of gonadotrofines
29
Wat zijn de symptomen bij WHO II cyclusstoornissen?
- Oligo- of amenorroe - Overgewicht - Hyperandrogenisme: hirsutisme, acne - PCOS
30
Wat zijn de oorzaken van WHO II cyclusstoornissen?
REGULATIEPROBLEEM, DISBALANS | Multifactorieel
31
Wat is belangrijk bij de anamnese van WHO II cyclusstoornissen?
- Gewichtstoename - Cyclusanamnese - Hirsutisme - Acne - Familie
32
Wat is belangrijk bij lichamelijk onderzoek van WHO II cyclusstoornissen?
- BMI en waist-to-hip ratio | - Hirsutisme
33
Wat is belangrijk bij de beeldvorming van WHO II cyclusstoornissen?
Transvaginale echoscopie (TVE)
34
Welk aanvullend onderzoek is belangrijk bij WHO II cyclusstoornissen?
- Androgenen - SHBG - Fasting insuline en glucose - LH
35
Wat zijn korte termijn gevolgen van WHO II cyclusstoornissen?
- Anovulatie - Subfertiliteit - Lastiger te behandelen fertiliteitsstoornis - Miskramen
36
Wat zijn lange termijn gevolgen van WHO II cyclusstoornissen?
- Zwangerschapscomplicaties - Diabetes Mellitus type II - Endometriumcarcinoom - Cardiovasculaire aandoeningen
37
Welke behandelingen spelen een rol bij WHO II cyclusstoornissen?
- Cyclusherstel: OAC - Vermindering hirsutisme: OAC - Preventie endometriumcarcinoom: OAC, progestagenen of prog-IUD - Fertiliteit: ovulatie inductie met gonadotrofinen, oestradiol-receptor modulatie (clomifeencitraat) - Reductie overgewicht: lifestyle - Preventie DM en hart- en vaatziekten
38
Wat zijn de symptomen bij WHO III cyclusstoornissen?
Amenorroe
39
Wat zijn de oorzaken van WHO III cyclusstoornissen?
OVARIEEL - Natuurlijke veroudering - Premature ovarian failure (POF): climacterium praecox - Iatrogeen: bestraling, chemo - Turner syndroom
40
Wat is belangrijk bij de anamnese van WHO III cyclusstoornissen?
- Cyclusanamnese - Climacteriële verschijnselen: flushes, hoofdpijn, slaapstoornis - Auto-immuunziekten - Kanker behandeling
41
Wat is belangrijk bij lichamelijk onderzoek van WHO III cyclusstoornissen?
Tanner stadia
42
Wat is belangrijk bij de beeldvorming van WHO III cyclusstoornissen?
Transvaginale echoscopie (TVE)
43
Welk aanvullend onderzoek is belangrijk bij WHO III cyclusstoornissen?
- Chromosoomonderzoek: karyogram - Auto-antistoffen schildklier en bijnieren - Inhibine-B - LH
44
Wat zijn korte termijn gevolgen van WHO III cyclusstoornissen?
- Anovulatie - Infertiliteit - (Zeer) beperkte kans op succesvolle behandeling - Miskramen - Congenitale afwijkingen
45
Wat zijn lange termijn gevolgen van WHO II cyclusstoornissen?
- Osteoporose - Bijnierinsufficiëntie - Cardiovasculaire aandoeningen
46
Welke behandelingen spelen een rol bij WHO III cyclusstoornissen?
Oestrogenen en progesteron: kunstmatige cyclus creëren - leidt tot ontrekkingsbloedingen en voorkomen endometriumcarcinoom - Cyclusherstel: HST, OAC - Fertiliteit: IVF, eiceldonatie - Preventie osteoporose tot 50 jaar: OAC, bisfosfonaten, leefstijl - Androgeen vervangingstherapie: libido en welzijn - Screening cardiovasculaire aandoeningen - Screening borstkanker